Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hemelvaart

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hemelvaart

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nu het gedenken van de hemelvaart van Christus aanstaande is, lijkt het de redactie goed iets hierover weer te geven uit een preek van onze onvergetelijke ds. A.E Honkoop. Het is een preek die hij in 2000 geschreven heeft, toen hij in Wageningen niet meer preken kon.

In deze de preek, die verder niet breed verspreid is en die we voor u wat willen 'samenvatten', wordt gewezen op God Die vóór alle eeuwigheid geweest is, nu is, en in alle eeuwigheid zal zijn. Deze Schepper heeft de mens naar Zijn beeld geschapen en in het paradijs doen delen in Zijn gunst en gemeenschap. "Maar 't is ook de God tegen Wien wij gezondigd hebben en uit Wiens gemeenschap we zijn uitgebannen. Wij, in Adam, hebben Gods verbond gebroken. Zijn majesteit gekrenkt en ons het vonnis onderworpen dat op de zonde was bedreigd. De dood moeten we sterven. Nooit zou er nog gemeenschap de toerekening is de ziel niet gered. 'Want dit is geweest de gans vrije raad, de genadige wil en het voornemen van God den Vader, dat de levendmakende en zaligmakende kracht van den dierbaren dood Zijns Zoons zich uitstrekken zou tot alle uitverkorenen, om die alleen met het rechtvaardigmakend geloof te begiftigen, en door ditzelve onfeilbaar tot de zaligheid te brengen'.

kunnen zijn tussen God en de zondaar indien God niet Zelf daartoe een weg had gebaand. Immers God was bewogen in Zichzelf, gedachten des vredes koesterend en niet des kwaads over Zijn uitverkorenen ten eeuwigen leven. Om Zijn soeverein welbehagen en de vrije gunst die eeuwdg Hem bewoog wil Hij het verlorene zoeken en zondaren oprapen van het vlakke des velds. Daarin toch alleen ligt de oorzaak van de behoudenis van Gods volk. Wij zoeken en begeren God niet maar zijn afgeweken met een altoos durende afwijking. De weg waarop we van nature wandelen is steeds verder van God af. Wij zijn vijanden van God en Christus. Uit het paradijs brachten we geen liefde mee maar haat, haat tegen God en onze naaste. Dat is de grond van ons bestaan."

Overtuiging en overbuiging

"Voor Gods uitverkorenen komt echter een ogenblik dat ze worden stilgezet op de weg des verderfs". De preek geeft weer hoe de Heere werkt in het hart van de zondaar waar Zijn liefde is uitgestort en een heimwee en droefheid naar God gaat leven. Ze kunnen niet meer zonder God leven. De zonden gaan ze haten en vlieden. Ze gaan aan het werk om te trachten de kloof te helen en de afstand te overbruggen tussen God en hun ziel. Door de weg van een verbroken werkverbond proberen zij het bij God in orde te maken. Het helpt echter niet. Bedorven zondaars zijn het, liggende onder de vloek van de wet en de schuld dagelijks meerder makende. Uitgewerkt en uitgetobd gaat het niet vooruit, maar achteruit. "We gaan vrezen eeuwig van God gescheiden te zijn en dat rechtvaardig. Innerlijk worden we door de Heilige Geest overtuigd dat Gods doen rein en Zijn vonnis gans rechtvaardig is. Het blijft bij Gods volk niet bij een overtuiging maar bearbeid door de Heilige Geest wordt een overbuiging gewerkt Een aanvaarden van de straf en een God vrijverklaren als Hij hen eeuwig zal wegwerpen. Dit is een zaak die van bijzondere betekenis is en we dienen wel ernstig te onderzoeken of we in ons leven een heiwaardige zijn geworden." Er komt een vragen of er enig middel is om deze straf te ontgaan en wederom tot genade te komen (HC vraag 12).

Niet genoeg

"Maar dan wil de Heere in 't hart van zo'n schuldverslagen zondaar een weg in een Ander ontsluiten. De weg die Hij geopend heeft in de Zoon van Zijn liefde en welbehagen." Jezus Christus wilde gaan staan in de plaats van een doodschuldig volk. Op Hem Zijn alle ongerechtigheden aangelopen. Hij heeft alles volbracht als Borg en Middelaar voor de Zijnen. Hij bracht een gerechtigheid aan die overvloedig en algenoegzaam is. "Als die er buitenstaande zondaar hier iets van zien mag dan is er ruimte, dan is er nog zaligheid voor een zondaar." Ze denken soms zo wel te kunnen sterven en dan de hemel te zullen binnengaan "en verstaan er nog zo weinig van dat we alleen als we bekleed zijn met de gerechtigheid van Christus voor God kunnen bestaan, 't Was niet genoeg dat de Heere Jezus op aarde kwam en de Zijnen leerde en onderwees, maar Hij moest ook sterven en ten hemel varen."

Naderen

De preek gaat wijzen op de weg die God in het werkverbond ontsloten had om te komen tot het eeuwige leven voor Adam en Eva door de zonde voor al Adams nakomelingen toegesloten is. Ertussen staat de engel met het schrikkelijke zw^aard. Dit alles is het beeld van Gods wraakvorderende gerechtigheid. Een heilig en rechtvaardig God en een onreine en verdorven zondaar kunnen niet samengaan. Dit gaat Gods volk door genade inleven en verstaan. "Ze gaan zich niet alleen van God gescheiden zien maar ook verstaan dat God eist dat aan Zijn gerechtigheid genoeg geschiedde...(HG antwoord 12). Hier gaat de zondaar onderuit met al zijn vroomheid en eigengerechtigheid, het hele gebouw dat we hebben opgetrokken met al onze wettische ijver en vrome godsdienst stort in elkaar en we staan met lege handen tegenover een eisend God. Maar zo wordt de Heere Jezus en Zijn aangebrachte gerechtigheid ons dierbaar en onmisbaar. Door Zijn lijden en sterven bracht Hij de gerechtigheid aan die der wet Gods in alle stukken gelijkvormig is. En met die gerechtigheid is Hij opgevaren en naderde tot God."

Deugden lief

Christus vwst dat het ook behoorde tot Zijn borgtochtelijk werk om Zijn Kerk weer te brengen in de gemeenschap met God. Hij wist ook dat Hij tot de Vader kon naderen omdat Deze bevredigd was in het offer van Zijn Zoon. "Gods toorn was gestild en Zijn gramschap geblust, aan Gods gerechtigheid was volkomen genoeg gedaan en de Vader had dit Zelf betuigd toen Hij Zijn Zoon uit de dood had opgewekt. Daarom kon en mocht de Middelaar naderen tot de troon van God. Als Middelaar was Hij, staande in de plaats van Zijn volk, schuldig geweest aan het recht Zijns Vaders maar nu is Hij de Vrijgesprokene. En Hij nadert met Zijn zoen- en kruisverdienste terwijl Zijn Kerk in Hem begrepen is." Wat krijgt de Heere Jezus heerlijkheid en gepastheid voor zondaren die Hem door het geloof leren kennen en in wfiens hart Hij is geopenbaard. Alles wat aan Hem is, is zo gans begeerlijk. Zijn rede is zo zoet en Zijn woorden vertroostend. Er mag dan soms zo'n heerlijke omgang met Hem beoefend worden. Maar evenmin als het bij de discipelen zo kon blijven, kan dit ook bij Gods volk niet. De verlossing gaat door zo'n andere weg als zij gedacht hebben. "Bij de Heere Jezus ging het van kruis naar kroon, door de dood tot het leven en door de diepste vernedering naar een heerlijke verhoging. En in die weg zal Zijn kerk Hem moeten volgen. Maar hoe bang kan het dan voor de ziel worden als de Middelaar Zich verbergt achter het vorderend recht des Vaders. Als God een voldoening eist die we niet geven kunnen en al onze ervaringen, gebedsverhoringen, zoete bevindingen en zelfs de beloften van verlossing geen heil kunnen brengen. Jezus moest sterven onder het eisend recht van God en Paulus leert ons dat alleen als we met Hem gestorven zijn we met Hem leven zullen. Welgelukzalig is dan ook de zondaar die zijn eigen leven mag prijsgeven, die Gods deugden lief mag krijgen boven eigen

oudenis, die zijn vonnis mag ertekenen en Gods recht omhel- Zondaren die zich de eeuwige verwerping en verachting moeten waardig keuren, zullen in Christus hun Hoofd en Heere eer ontvangen.

zen. O, dan is er een Zaligmaker Die in onze plaats staande de dood is ingegaan en alles voor ons heeft volbracht. Ja, Die is opgestaan en leeft om het verworven heil aan Zijn volk toe te passen. Als we Hem omhelzen mogen, ons van de Vader geschonken zijnde, en de jubel uit de ziel mag opstijgen: "Mijn Heere en Mijn God". Er wordt dan zo'n vrede in de ziel ervaren en met Maria wil de kerk Hem omhelzen om Hem nooit meer los te laten. Maria werd echter gewezen op meerder heil. Hij moet Zijn volk weerbrengen in de gemeenschap met God. Hij zou de weg openen tot 's Vaders huis en liefdehart. Daarom is Hij opgevaren maar niet zonder de belofte van de Trooster, van de Heilige Geest, na te laten.

Geborgen

"Wat mag het een eeuwig voorrecht zijn als we weten mogen een Vader in de hemel te hebben Die ons liefheeft met een eeuwige liefde. O, die wonderlijke zoete en zalige uitlatingen van des Vaders liefde, die betuiging dat Hij nooit meer op ons toornen noch schelden zal. Integendeel, dat we in Christus nu het voorwerp zijn van des Vaders welbehagen. Een Vader Die ons liefheeft en een Zaligmaker in Wien we eeuwig geborgen zijn." Wat in de vrederaad aan Christus was beloofd, waar Hij met Zijn ^ hart borg is geworden en Hij Zich verbonden heeft om de wil Zijns Vaders te volbrengen, is bij Zijn hemelvaart alles waar geworden. Hem werd gegeven heerschappij. Hij regeert, staat boven alles en als Middelaars Hem alle macht gegeven. "Maar dan is er voor Zijn kerk geen nood." Satan laat niet af het hart te benauwen en Gods volk heeft zo'n strijd te voeren met machtige vijanden. Het is een strijd waarin ze zo menigmaal ten onder liggen. Maar één blik op Hem Die gegeven is "heerschappij" en alle vijanden moeten wijken. Niet de satan, maar Koning Jezus is Verwinnaar in de strijd en geeft Zijn volk de zegen. En Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij. Ook in de laatste strijd, de doodsstrijd, zal Hij Zijn volk niet begeven en niet verlaten.

Hem is ook, na diepe vernedering, eer gegeven. En in Hem is Zijn kerk begrepen. Dit doet hen zingen: "Wij steken 't hoofd omhoog, en zullen d'eerkroon dragen. Door U, door U alUeen, om 't eeuwig welbehagen." Zondaren die zich de eeuwige verwerping en verachting moeten waardig keuren, zullen in Christus hun Hoofd en Heere eer ontvangen.

Hemelvaartsevangelie

Hem is ook het Koninkrijk gegeven, zoals er maar één is. Het is het Koninkrijk van Gods genade waarover de Heere Jezus van eeuwigheid als Koning is gezalfd. Het is het Koninkrijk waarvan Gods uitverkorenen tot onderdanen worden gemaakt. Dit Koninkrijk zal niemand kunnen keren. "O, welk een heerlijkheid is voor de Koning en Zijn volk toch weggelegd." Hoe bang het ook worden zal, maar dat Koninkrijk komt en is des Heeren. "De uiteindelijke zegepracd is voor Koning Jezus en Zijn volk. O, volk, houdt moed. Eenmaal houdt de stok van de drijver op en daar zullen rusten de vermoeiden van kracht. Vertroost elkander met deze woorden: dan zullen we altijd bij de Heere zijn.

"Wat is het hemelvaartsevangelie toch een heerlijk Evangelie. Het getuigt van een geopende hemel en van zaligheid voor schuldige zondaren, die daar eeuwig van zullen zingen."

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 mei 2009

De Saambinder | 16 Pagina's

Hemelvaart

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 mei 2009

De Saambinder | 16 Pagina's