Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kinderen willen niet altijd met hun ouders praten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kinderen willen niet altijd met hun ouders praten

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De meeste ouders zeggen dat hun kinderen altijd met hun problemen bij hen terecht kunnen. In de praktijk is dat voor een deel van de ouders een belijdenis met de mond. Vraag het maar aan de kinderen. Die constateren in nogal wat gezinnen dat hun ouders weinig tijd en aandacht voor hen hebben, ook al krijgen ze verder alles wat hun hartje begeert. Ouders zijn gewoon te druk of ze kleineren de problemen van de kinderen. Helaas kan een vader of moeder niet blijven volstaan met de kindertroost: „Zóóó, niet huilen, kusje erop, óóóver!" Zeven procent van alle pubers heeft ernstige problemen, die niet zonder hulp overgaan. Vijfentwintig procent van de jongelui heeft minder ernstige problemen, waarbij ze best hulp kunnen gebruiken al is dat niet altijd nodig. Er zijn gelukkig veel ouders die wel met hun kinderen proberen te praten als ze vermoeden dat die het moeilijk hebben. Goede momenten daarvoor zijn: onder de afwas, voor het slapen gaan, in de auto. Dan doet zich echter iets voor wat veel ouders merkwaardig vinden. Veel kinderen willen, als puntje bij paaltje komt, niet praten met ouders over hun moeilijkheden. Soms komen ouders via anderen erachter dat hun zoon of dochter jarenlang met een ernstig probleem heeft rondgelopen. Hun reactie is dan automatisch: „Kind, waarom heb je dit niet eerder verteld, dan hadden wij jou al vijf jaar geleden kunnen helpen." Soms worden ouders boos omdat hun kind zwijgt of gezwegen heeft. Ze voelen zich door hun kind afgewezen in hun ouderschap. Die boosheid duurt meestal kort, om plaats te maken voor verdriet. Hoe is het toch mogelijk dat je je eigen kind niet kunt bereiken, laat staan helpen!

Waarom weigert een deel van de kinderen te praten met ouders? Ik noem een paar dingen.
- In alle mensen zit het idee dat je beter kunt praten met een vreemde dan met familie. Dat is terecht. Een vreemde heeft meer afstand tot jou en kan je problemen beter beoordelen en begeleiden. In een gesprek met 'eigen' komen er veel onnodige emoties los die de moeilijkheden soms alleen maar verergeren. Daarbij komt nog iets. Als je praat met een familielid, is de aanwezigheid van dat familielid een levenslange herinnering aan je problemen. Hij of zij weet immers wat jij beleefd of misdaan hebt. Een vreemde hulpverlener verdwijnt weer uit je leven als je problemen zijn opgelost of verwerkt. Je probleemgeschiedenis is daardoor emotioneel beter afgesloten. Onbewust voelen veel jongeren dit aan.

- Een gevoelig kind heeft altijd een argument om tegenover zijn ouders te zwijgen. Als het goed gaat met de ouders, zegt het kind: „Ik kan het mijn ouders niet aandoen om hun geluk te verstoren met mijn moeilijkheden." Als de ouders al zorgen of verdriet hebben, zegt het kind: „Ik kan het mijn ouders niet aandoen ze nog meer verdriet te bezorgen met mijn problemen." Een kind tilt zwaar aan deze argumenten.

- Sommige kinderen durven hun ouders (of iemand anders) niet in te schakelen bij hun problemen uit angst dat ze daarna afgewezen worden. Meestal is deze angst niet terecht, maar vee! kinderen hebben er toch last van. Je ouders kunnen verdrietig, boos of teleurgesteld reageren. Er kan straf volgen. Als je een geliefd kind bent, durf je je ouders niet snel te vertellen dat er bijvoorbeeld iets mis is met je seksuele ontwikkeling. Je positie in het gezin gaat dan aan diggelen.

- Tenslotte maak ik melding van schaamte. Veel kinderen schamen zich voor hun moeilijkheden. Stoere jongens hebben dit het ergst. Ze durven er gewoon niet mee voor de dag te komen. Ze kruipen liever in hun schulp. Ze schamen zich voor iedereen, met name voor de familie. Meestal hebben ze het idee dat ze hun problemen wel kunnen overwinnen zonder hulp. Als ze ontdekken dat dat niet gaat, gaan ze nog liever ten onder dan dat ze open kaart spelen. Zo groot kan de schaamte zijn.

Als ouders vermoeden dat hun kind een probleem heeft en hun kind wil daarover niet met hen praten, moeten ze daarover niet moeilijk doen. Die opstelling van een kind is begrijpelijk. Het heeft niets te maken met slecht ouderschap of ondankbaarheid van het kind. Laten ze hun kind wel stimuleren er eens met een ander over te praten. Wie weet, heeft de vriendin van het kind een moeder met een luisterend oor.

andschilderen is in opmars. Deze creatieve bezigheid wordt enthousiast beoefend door mevrouw P.M. van Ginkel uit Tiendeveen, en met haar een grote groep mensen uit de Hervormde gemeente Tiendeveen/ Nieuw-Balinge. Het begon twee jaar geleden. Mevrouw Van Ginkel en enkele anderen bezochten toen "een avondje zandschilderen". Ze waren erg enthousiast en togen aan de slag. „Met elkaar kom je al experimenterende op vele ideeën en zo ontwikkel je de techniek steeds verder", aldus de enthousiaste zandschilderes. Mevrouw Van Ginkel geeft een demonstratie. Een dubbelgevouwen kaart waarin aan de voorkant een cirkel is uitgespaard wordt op tafel gelegd. Een stukje plakplastic wordt (met de kleefzijde naar boven) zó opgeplakt dat het de cirkel opvult. Dan knipt ze een figuurtje uit bijv. een tijdschrift en plakt dat als eerste op de plaklaag. „Van het papier dat van het plakplastic overblijft, hebben we allerlei malletjes gemaakt", vertelt ze. En inderdaad, een fotomapje bevat talloze papieren met daarin uitgeknipte figuren: eenden, ballonnen, huisjes, een raam, bloem, stoel, waslijn, tegelpad, hekken, gras en bomen. Het malletje "gras" wordt tevoorschijn gehaald en daar opgeplakt waar géén gras moet komen. Dan haalt mevrouw Van Ginkel een doos tevoorschijn met tientallen potjes gekleurd zand. Het door de mal onbedekt gelaten gedeelte van de plaklaag wordt bestrooid met twee kleuren groen. Wanneer ze het malletje wegtrekt, is een heus grasperkje ontstaan. Met de "boom-mal" wordt daarna een boompje op de plaklaag aangebracht. „Het is nodig na elke strooibeurt het gebruikte zand van de kaart af te kloppen en weer terug te doen in het potje met die kleur. Ik zorg altijd dat ik afklop in de richting van het al bewerkte gedeelte. Wanneer je dat niet doet, komt het zand op de nog niet bestrooide laag terecht", legt mevrouw Van Ginkel uit. Een mal met een hekje laat een fraai bruin hek verschijnen. Een gemengd blauwe lucht maakt de kaart af Het resultaat mag er zijn. „Dit lukte ons twee jaar geleden nog niet. Op die eerste avond werd er gewerkt met uitgesneden figuurtjes en het opvullen van de achtergrond. Zelf hebben we al experimenterend malletjes leren gebruiken en kleuren leren mengen."

Geheim procédé
zand zelf Na veel experimenteren is er na verloop van tijd een procédé ontstaan dat vlek- en waterbestendig zand opleverde. „Maar dat recept houden we zorgvuldig geheim", vertelt mevrouw Van Ginkel. Alle kleuren zijn leverbaar. Toen bekend werd dat de zandschildcressen uit Tiendeveen topkwaliteit zand bezaten, begonnen de verzoeken om de schildergrondstof binnen te komen. En van het een kwam het ander. „We begonnen zand te maken voor anderen, we gingen cursussen zandschilderen geven en maakten natuurlijk onze kaarten." Het zandschilderwcrk bleef maar groeien. „Toen zeiden we tegen elkaar: „Dit kan zo niet langer, financieel wordt het ook te ingewikkeld." We hebben toen de "Stichting Kreaplan" opgericht. Die beheert nu de financiën en laat de winst ten goede komen aan de verbouw van de pastorie en aan diakonale doelen. Ondertussen bleven we groeien en ons zand gaat nu zelfs naar Canada, Kenia, Rusland en Australië. Een aantal keren in het jaar hebben we inpakavonden om al het zand en papiermatcriaal te versturen. En natuurlijk om te zandschilderen, want daar zijn we allemaal weg van. Ook op de laatste Wegwijsbeurs heeft de stichting gestaan en hoewel dat een waagstuk was, zijn we er toch heel tevreden over. Veel reacties en nog steeds veel aanvragen voor materiaal en cursussen. Maar als we geen grenzen stellen wordt het echt te veel."

De groep vrouwen maakt het

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 9 augustus 1995

Terdege | 68 Pagina's

Kinderen willen niet altijd met hun ouders praten

Bekijk de hele uitgave van woensdag 9 augustus 1995

Terdege | 68 Pagina's