Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een liefelijk evangelie voor dorstigen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een liefelijk evangelie voor dorstigen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Ik zal de dorstigen geven uit de fontein van het water des levens voor niet” (Openbaring 21:6b).

Er wordt in onze tekst over dorstigen gesproken. Wie zouden daarmee bedoeld worden? Het zijn degenen die door de Heilige Geest van dood werden levendgemaakt. Dorst immers heeft een dode niet, alleen een levende. Zo is het ook in het geestelijke. Het rechte dorsten is vrucht van wederbarende genade, ook al kunnen die dorstigen dat niet altijd bezien.

Maar kent een onherboren mens dan geen dorst? O, zeker, elk mens dorst, omdat hij de Springader des Levens verlaten heeft. Doch wij dorsten van nature niet naar God. Wij hebben er geen erg in dat wij God kwijt zijn, en het deert ons niet dat wij zonder God in dit leven zijn. Doch als de Heere ons door Zijn Geest bearbeidt, dan wordt dat juist onze ellende. Dan krijgen wij de scheiding te zien die de zonde veroorzaakte tussen God en ons! Een scheiding, die wij nimmermeer kunnen hersteilen. En wat is dat smartelijk, want God te missen wordt erger dan de dood.

De dorstigen, waarover gesproken wordt in de tekst, zijn dus mensen, voor wie God geworden is het allerhoogste en eeuwige Goed. Zij dorsten naar Zijn gunst en gemeenschap. Het is met hen zoals het was met de dichter van Psalm 42, die zong:

‘t Hijgend hert, der jacht ontkomen,

Schreeuwt niet sterker naar ‘t genot

Van de frisse waterstromen,

Dan mijn ziel verlangt naar God.

Ja, mijn ziel dorst naar de Heer;

God des Levens, ach, wanneer

Zal ik naderen voor Uw ogen,

In Uw huis Uw Naam verbogen?

Er is in hun hart een heimwee dat door niets ter wereld kan worden weggenomen! Er is er maar Een, Die hen helpen kan, en dat is God Zelf. En Hij is het ook, Die hen niet van dorst laat versmachten. Hij heeft hen Zelf dorstig gemaakt, zou Hij ze dan laten omkomen?

Voor hen juist heeft Hij een Fontein ontsloten in Hem, Die sprak: “Mij dorst.” O, Christus heeft gedorst om dorstigen te kunnen drenken. Ja, Hij heeft gedorst opdat uit Hem het water des levens zou vloeien. Hij toch voldeed aan Gods heilig recht en baande de weg tot de gemeenschap Gods. Ja, Hij is het, Die hun dorst lessen kan! Hij immers is tot zonde gemaakt, opdat zondaars zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem!

O, wie zal het heilgeheim, dat in Hem ligt, ten volle kunnen bevatten? Ja, Hij is de fontein vol van levend water. En een fontein is heel wat anders dan een put. Een put toch wordt door de mens gegraven, maar een fontein weit vanzelf op. En is Chritus niet “opgeweld” uit het eeuwige welbehagen Gods?

Neen, geen mensenkind heeft daar iets aan toegedaan. De ganse zaligheid is uit, door, en tot God. Als er lange tijd geen regen valt, kan een put droog vallen, maar een fontein blijft water geven. Dat water raakt nooit op. Is het zo met Christus ook niet? Bij Hem is een overvloed van genade die nooit vermindert. Hoeveel dorstigen er ook zouden mogen zijn, maar Christus is de fontein die men nooit kan leegdrinken. Een put bevat dood en stilstaand water, maar een fontein geeft levend water, dat altijd helder en fris is.

Maar is het zo ook niet met Christus? Hij is de fontein vol van levend water. Als van dat water gedronken wordt, dan moet de dood wijken, dan wordt Gods zalige gunst gesmaakt, en dan wordt het hart vervrolijkt. Maar hoe moet zo’n amechtige, die van dorst versmacht, bij dat levende water komen? Wie zal hem dat water geven? Zelf toch heeft hij geen voeten om te gaan en geen handen om te scheppen. Zal hij dan nog in het gezicht van het water omkomen?

O, neen, hoor maar wat er Staat in onze tekst: “Ik zal de dorstigen geven uit de fontein van het water des levens voor niet.” De Heere Zelf geeft het hen. Hij doet hen drinken tot verzadigens toe. Zij behoeven niets te nemen of te pakken. Het wordt hen gegeven, voor niet!

Het kost ze dus niets. Hij geeft het zonder geld en zonder prijs. Het geeft niet dat zij het geheel onwaardig zijn, want het wordt om niet gegeven! Ach, als wij nog enig koopgeld hebben, dan ergeren wij ons aan dit woord, doch als wij al ons koopgeld zijn kwijtgeraakt, als wij al ons geld in onze zakken teruggekregen hebben; als wij de Heere niets meer aan te bieden hebben dan zonde en schuld; als wij niets anders hebben dan onbetaalde rekeningen, dan wordt het ons zo’n wonder als wij ervaren mogen dat Hij het voor niet, gratis, uit genade geeft. En wat zijn dat zalige ogenblikken als zo onze ziele gelaafd mag worden aan deze Levensbron. Wat smaken wij dan een hartelijke vreugde in God door Christus. Neen, die uurtjes zullen wij niet licht vergeten. En toch, het zijn maar uurtjes. Het is waar, wat wel eens gezegd wordt: “Het is zo genoten en ook zo weer toegesloten.”

Maar welk een liefelijk woord is het dan toch wat wij vinden in onze tekst! Als wij letten op het verband van onze tekst, dan zien wij dat er de jongste dag mee bedoeld wordt. O, straks zal God Zijn kerk thuis halen, en dan zal Hij al die om God verlegenen te drinken geven. Dan zal het Lam, Dat in het midden des troons is, hen weiden en zal hun een Leidsman zijn tot levende fonteinen der wateren. Dan zullen zij storeloos Gods gemeenschap genieten. Dan zal de Heere hen Zijn volle gunst betonen. Wat moet dat onuitsprekelijk zalig zijn, als wij altijd door van dat water zullen mogen drinken.

Kent u iets van dat dorsten naar God? Is Hij voor u het hoogste goed geworden? Velen zijn er die naar de hemel verlangen, maar dat wil nog niet zeggen dat ze om God verlegen zijn geworden. De ware dorstigen kunnen het hier beneden niet meer vinden; zij kunnen zonder God niet meer leven. Zij hunkeren naar Gods gemeenschap en lieve gunst. En als ze daar iets van mogen hebben, dan zijn ze hier al zalig.

Doch straks zal een volle beek van wellust hen elk in liefde dronken maken! Dan zal Hij al die dorstigen geven uit de Fontein van het water des levens voor niet!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 1995

The Banner of Truth | 28 Pagina's

Een liefelijk evangelie voor dorstigen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 1995

The Banner of Truth | 28 Pagina's