Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van het Zendingsveld

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van het Zendingsveld

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

(65.)

R. Moffat. Slot.

Drie jaren bleef Moffat in zijn geboorteland. In 1843 keerde hij terug naar zijn post in Koeroeman. Met hem gingen twee stoere Schotten mee om hun krachten en gaven te geven aan de zending. Een van die Schotten was de later zo bekend geworden David Livingstone. Het afgedrukte Nieuwe Testament was reeds gearriveerd in het Beetsjoeanen-land.

Veertien jaren later, in 1857, voltooide de ijverige Moffat de vertaling van de hele Bijbel in het Beetsjoeaans. Welk een arbeid! Die vertaling was uitsluitend eigen werk. Nauwgezet had Robert zich aan die reuzenarbeid gegeven en hij had mogen voleinden. Welk een dankbaarheid was er bij de Beetsjoeanen!

Aan het Bijbelgenootschap schreef Moffat:

, , Laat wie daaraan (d.i. aan de dankbaarheid van het volk) twijfelt, hier komen, en van dorp tot dorp gaan. Wanneer hij de woningen binnengaat, dan zal hij zien, dat Gods Woord gelezen wordt. En wanneer hij aan een oude man of vrouw vraagt, of zij prijs stellen op het bezit van een Bijbel, dan zullen ze antwoorden, dat zij zelf wel niet kunnen, lezen, maar dat zij een kind hebben, dat leren kan, en dat zij zelf kunnen bidden."

Een beschamend voorbeeld voor velen onzer.

Na de terugkeer in Koeroeman, werkte Moffat nog 27 jaren: Wie moet niet verwonderd staan over de ijver van deze man! Hoe moet het zendingsvuur in hem hebben gebrand!

Heinde en verre reisde hij om zendingsstations te planten in het wijd-uitgestrekte land. Als het enigszins kon, nam hij vrouw en kinderen mee op de ossenwagen. Zulke reizen duurden weken en maanden, want met zo'n ossenwagen ging het uiteraard slechts langzaam. De snelheid bedroeg ongeveer 6 km per uur en er werden dagreizen van 8 tot 12 uur gemaakt, naar gelang de bronnen, waar gestopt werd, uit elkaar lagen.

Het doel van die reizen was, om overal in elk heidens dorp een Christelijk centrum te vormen. Er kwamen dus overal voorposten in het veld, die de aanvalsoorlog op het rijk van satan zouden inzetten. Zo kon de woestijn gaan bloeien als een roos.

Moffat was door zijn kinderlijk gemoed, gepaard met een verbluffende onverschrokkenheid, een geboren zendeling. Hij ging, als 't moest, voor niemand uit de weg. Iets van de geest van Luther was in hem: „Hier sta ik, ik kan niet anders."

Bij zijn eerste bezoek aan het beruchte hoofd der Matabelen, Mosilikatse, kreeg hij het gedaan, dat twee hoofden van die beruchte stam met Moffat mee gingen naar Koeroeman. Alles werd getoond: cle irrigatiewerken, de tuinen, de huizen, de smederij. ,

De mannen waren vol lof over hetgeen ze hadden gezien.

Mosilikatse sprak, bij de terugkeer: „Gij hebt mij gevoed, beschermd, gedragen in uw armen."

Moffat begreep niet wat dit betekende.

„Wel", sprak het opperhoofd, „deze zijn mijn beste dienaren; zij zijn mijn ogen en oren en wat gij hun gedaan hebt, dat hebt ge mij gedaan."

Lange gesprekken voerde de zendeling met het opperhoofd, maar van een winnen voor het Koninkrijk Gods was geen sprake.

Zo diende Moffat de zendeling wel 50 jaren. Veertig jaar bewoonde hij hetzelfde huis te Koeroeman.

Omstreeks 1870 begonnen de krachten van de man af te nemen en werd besloten Afrika te verlaten. In 1871 vertrok Moffat met zijn trouwe Mary, met smart, in het hart naar Engeland. Twee kinderen zetten het werk in Koeroeman voort.

De volgende winter stierf de voorbeeldige vrouw. Het grootste gedeelte van haar leven had ze in den vreemde doorgebracht, in dienst van het zendingswerk.

Nog twaalf jaren was Moffat weduwnaar. Hij schaamde zich het Evangelie niet. Eens was hij gast bij de Lord Mayor (burgemeester) van Londen. Er werd receptie gehouden en tal van hoge functionarissen waren aanwezig. De oude zendeling werd toegesproken door de burgemeester, die de gasten memoreerde, dat de oude aanzittende grijsaard vijftig jaren had gearbeid in het land van de diamanten.

En wat was de tegenspraak van Moffat ?

„Ik heb geen verstand van diamanten. Ik heb die ook niet gezocht. Ik heb andere edelstenen zoeken te vinden, en wel de zielen der Beetsjoeanen te winnen, om te schitteren aan de kroon van de Verlosser."

In 1883 stierf Robert Moffat. Hij had de hoge leeftijd van 88 jaar bereikt. Zijn veelvuldige arbeid had zijn leven dus niet verkort.

In 't kort wordt van Moffat gezegd, dat hij bezat: de standvastigheid van een strijder, de evenwichtigheid van een wijsgeer en de onbevangenheid van een kind Gods.

Na zijn dood schreef een Engels blad:

„Zijn naam zal in herinnering blijven zolang de Zuid-Afrikaanse kerk bestaat, en zijn voorbeeld blijft onder ons een aansporing voor anderen en een blijvend bewijs van wat een Christen-zendeling kan zijn en kan doen."

M. NIJSSE.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juni 1951

Daniel | 12 Pagina's

Van het Zendingsveld

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juni 1951

Daniel | 12 Pagina's