VRAGENBUS

H. M. te R. vraagt waarom er gesproken wordt van een zedelijke orde in de besluiten Gods.

Antwoord: De souvereiniteit der praedestinatie is vooral gehandhaafd door de supra-lapsariers, terwijl cle infralapsariers meer de nadruk legden op cle verantwoordelijkheid van cle mens. Zij onderscheiden zich in de zedelijke orde, die zij in cle besluiten Gods stellen. Het woord „orde" clat gebruikt wordt is slechts een hulpmiddel voor onze gedachten. Er is geen sprake van tijdsverschil. Dus ook niet van tijdsorde. Beide richtingen, ook wel boven-en beneden-valdrijvers genoemd, leren clan ook, dat de praedestinatie van eeuwigheid is.

Dat er verschil van opvatting in de orde is, schijnt verband te houden met het karakter van de mens (een uitdrukking van wijlen ds. Kersten) want er zijn Godzalige leraars, clie supra-lapsarisch en anderen die infra-lapsarisch denken. Tussen het infra-en supralapsarisme bestaat geen absolute tegenstelling. Deze beide voorstellingen van de praedestinatie, en met name van de orde der besluiten, verhouden zich niet zo, dat de een de ander uitsluit, en aan beide meningen is dan ook in de Gereformeerde theologie het burgerrecht toegekend. Geen enkel Gereformeerd theoloog heeft het bestaan om, zo hij infra-lapsariër was de supra-lapsarische gedachte te veroordelen, of zo hij op het standpunt van Beza en Gomarus stond, over het infra-lapsarisme het anathema uit te spreken. Allen erkennen, dat beide opvattingen steunen op de basis van de Heilige Schrift en dat dit verschil allerminst het fundament der reliegie raakt.

Het supralapsarisme let meer op de denkbeeldige orde, en beschouwt alles van Gods kant. Het infralapsarisme volgt de historische orde, en redeneert van achteren af en van ons menselijk standpunt uit.

Opgemerkt zij nog, dat het merkwaardig is, dat Karl Barth het infralapsarisme afwijst en de supralapsarische denkwijze aanvaardt, als de enige juiste opvatting.

Onder zedelijke orde zou ik willen verstaan een orde, die in verband staat of voortkomt uit de wil (of wet) van degene, die de orde bepaalt. En wie bepaalt de orde? Het antwoord is niet twijfelachtig. De Heere alleen! De vraag was moeilijk. Ik heb getracht er iets bij benadering van te zeggen.

Vervolg Vragenbus

F. S. te N. schrijft mij het volgende: „Ik heb een dienst meegemaakt in de Herv. Kerk, waar de ds. preekte over Lukas 12 vers 4 en 5. Daar toch lezen we: „En ik zeg u mijn vrienden: „Vreest niet voor degenen, die het lichaam doden, en daarna niet meer kunnen doen; maar Ik zal u tonen wie gij vrezen zult; vreest Dien, Die nadat Hij gedood heeft, ook macht heeft in de hel te werpen; ja Ik zeg u, vreest Dien."

De dominee legde het echter zo uit: „Wij moeten niet bevreesd zijn voor de kleine dingen die ons het leven moeilijk kunnen maken, ook niet al zou het ons het leven kosten, terwille van Jezus. Want door bang te zijn voor die dingen slaat de satan zijn slag. Hij is er altijd op uit om ons met de ziel en lichaam in het verderf te storten. Met het woord „Hem" wordt hier de satan bedoeld, de grote onbekende, die altijd gereed staat om zijn slag te slaan."

Nu vraagt hij of ik het met deze verklaring eens ben.

Antwoord: Daar ben ik het niet mee eens. Ik heb er op nageslagen de Statenvertalers, Brakel en Calvijn. En die zijn een heel andere mening toegedaan. Ik heb zitten neuzen in de Nieuwe-Vertaling. Maar ook deze is het met die dominee niet eens. Niet dat ik het met de Nieuwe-Vertaling houd, maar het dacht mij goed ook daar eens in te lezen. Eindelijk kwam ik terecht bij Matthew Henry. En wat schrijft die? Luister, en ik hoop, dat daarmee de vraag beantwoord is.

God moet meer worden gevreesd dan de machtigste mensen: Ik zal u tonen, Wien gij vrezen zult, vers 5, opdat gij de mens minder en God meer zult vrezen. Mozes overwon zijn vrees voor de toorn des konings door te zien op de Onzienlijke. Door Christus te belijden kunt ge de toorn der mensen gaande maken, die toch niet verder gaan kunnen dan u ter dood te brengen (en zonder Gods toelating kunnen zij ook dat niet); maar door Christus te verloochenen zult ge de toorn gaande maken van God, die macht heeft u in de hel te werpen en die macht kan niet worden weerstaan.

Van twee kwaden nu kiest men de minste, en het grootste wordt gevraagd, en daarom: Ik zeg u, vreest Hem. „Het is waar", zeide de vrome martelaar, bisschop Hooper, „het leven is zoet, en de dood is bitter; maar het eeuwige leven is zoeter, en de eeuwige dood bitterder."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen