Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De troostrijke leiding des geestes

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De troostrijke leiding des geestes

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Want zocelen als er door de Geest Gods geleid worden, die zijn kinderen Gods. (Rom. 8 : 14).

Gods kinderen zijn onderscheiden van de kinderen der wereld, wiens deel in dit leven is, ook van degenen die genoemd worden hypocrieten welke in de zichtbare kerk onder de goeden vermengd zijn, hoewel ze zich houden voor kinderen Gods, en een gedaante van godzaligheid vertonen. Toch zijn ze geen ware, oprechte kinderen, maar bastaarden.

Het kindschap der ware gelovigen vindt zijn oorzaak in de verkiezende liefde des Vaders (1 Joh. 3 : 1). Ziet hoe grote liefde ons de Vader gegeven heeft, namelijk dat wij kinderen Gods genaamd zouden worden. De verlossende liefde des Zoons is de enige grond van hun aanneming tot kinderen, zo is er dan nu geen verdoemenis voor degenen, die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest. De Geest Gods, genoemd de Geest des levens in Christus Jezus maakt Gods kinderen vrij van de wet der zonde en des doods, want ook zij waren van nature der verdoemenis onderworpen. Kinderen des toorns gelijk al de anderen.

Welk een treffende en betrouwbare onderscheiding; naar het vlees zijn, of naar de Geest, in het vlees zijn, of in de Geest.

Vleselijk denken of geestelijk denken. Het vleselijke bedenken is geesteloos, daarom levenloos, goddeloos, onbuigzaam en onbehagelijk in doen en laten voor God, wandelende naar het vlees op de weg des doods, zonder leiding, volgende het verdorven inzicht van een verduisterd of algemeen verlicht verstand. Daarom is hun spreken over God, hun bidden tot en hun schrijven over God, vleselijk, onbehagelijke vroomheid met een bij-en nasmaak dcor Paulus eigen drek genoemd.

Het geestelijk denken en het wandelen naar de Geest is het genadevoorrecht der kinderen Gods, want zovelen als er door de Geest Gods geleid worden, die zijn kinderen Gods. Door Gods Geest geleid worden is het gevolg van het kindschap.

Zij alleen, maar ook zij allen, staan onder Zijn onfeilbare leiding. Want „zovelen' schrijft de apostel, zowel de zuigeling in de genade als de geoefende vader worden door Hem geleid op cle smalle weg der genade tot de heerlijkheid der aanschouwing.

Daarom vooral ook in deze tijd is ons nodig te letten op cle onfeilbare getuigenissen der Heilige Schriften ten deze, want vele geesten zijn uitgegaan en onder leiding van de geest uit de afgrond wordt op allerlei wijze de ware leiding des geestes nagebootst. Op Anniniaanse grondslag uit deze hoek waaien de winden van allerlei leer, gebracht door predikers, wolven in schaapsklederen, waardoor duizenden worden verleid. Ja, zo het mogelijk ware zouden Gods uitverkoren kinderen worden afgeleid van de weg des levens. Doch hoewel zij kunnen vallen, ook ten deze is van afvallen geen sprake, want 's Heeren goedheid kent geen palen, God is recht, dus zal Hij door onderwijzing hen die dwalen, brengen in het rechte spoor.

Het genademiddel waardoor Gods Geest Zijn uitverkoren kinderen wederbaart en leidt is Zijn eigen Woord; Zijn wederbarend werk gaat aan Zijn leidend werk vooraf. Welke schriftuurlijke en daarom betrouwbare getuigenissen hebben onze vaders van Zijn levendmakend werk ons overgegeven in de vijf artikelen, hoofdst. III—IV art. 12. Genoemd een gans bo-

ven natuurlijke, een zeer krachtige en tegelijk zeer grote, wonderlijke, verborgene en onuitsprekelijke werking, niet minder noch geringer in lu-acht dan de schepping of de opwekking uit de doden.

Al diegenen of zovelen in wier harten God op deze wonderbare wijze werkt, worden krachtig wedergeboren en geloven dadelijk.

Het geschonken geloof verlicht hun verstand om God te kennen in Zijn algenoegzaamheid, Jezus in Zijn dierbaarheid, en zichzelf in hun vloekwaardigheid, hun wil wordt gebogen om God te dienen, al was er geen hemel tot beloning en geen hel tot straf. Oprechte droefheid over de zonde en naar God vervult hun hart, alzo leidt Gods Geest, naar Jer. 31 : 9, Zijn kinderen met smeking en geween tot de waterbeken der verzoening en vertroosting, doch in een rechte weg waarin zij zich niet zullen stoten.

Deze weg is het rechte pad der tuchtiging of opvoeding waarvoor hij de spiegel der wet gebruikt tot rechte en grondige kennis van hun zondeschuld, zondesmet, onmacht en val, opdat zij een welgevallen krijgen aan de straffen hunner ongerechtigheid.

Alzo leidt Gods Geest ze in het dal deiwanhoop waar geen deur of mogelijkheid aan hun zijde is om zalig te worden, doch dit Achors dal wordt hun, o eeuwig wonder, tot een deur der hope.

Zalige stonde, een geopende deur in Hem die de weg, de waarheid en het leven is, dierbaar heilgeheim. Sion door recht verlost!

De Geest Gods leidt Zijn kinderen uit zichzelf tot geloofsvereniging en omhelzing van Christus. Om Zijnentwil, uit eeuwige liefde worden ze tot Zijn kinderen en erfgenamen aangenomen.

Dan delen ze in Vaders liefde en gunst en dat in Hem die ons geworden is wijsheid van God en rechtvaardigheid en heiligmaking en verlossing.

Hoe leren Gods kinderen in een weg O van verarming en ontkrachting zich afhankelijk kennen aan Zijn onmisbare leiding. Hij leidt ze op het smartelijke doch nuttige pad der zelfkennis, opdat ze hoe langer hoe meer hun zondige en verdorven aard Ieren kennen. Opdat de bediening der verzoening door de verhoogde Hogepriester hun nodig blijve en de troost Zijner voorbede hun harten vervulle door cle inblijvende Trooster, de Geest des gebeds. Kortom, Hij leidt Zijn kinderen op de weg der vernieuwing van heerlijkheid tot heerlijkheid opdat ze tot de voorgestelde volkomenheid, namelijk naar Gods evenbeeld vernieuwd na dit leven geraken, want

Gelijk een duif door het zilverwit En 't goud dat op haar veed'ren zit Bij 7 licht der zonnestralen Ver hoven andere vooglcn pronkt Zult gij door 'f Godd'lijk oog belonkt Weer met uw schoonheid, pralen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juli 1960

Daniel | 8 Pagina's

De troostrijke leiding des geestes

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juli 1960

Daniel | 8 Pagina's