Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Atheïst werd hageprediker

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Atheïst werd hageprediker

Er stond 400 gulden op Junius' hoofd

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een kleine vierhonderd jaar geleden schreef de Leidse hoogleraar FranciscusJunius (1545-1602) zijn autobiografie. De schrijver stond daarna het manuscript af aan een vriend, die het zo interessant vond, dat hij het uitgaf. Het was het verslag van een bewogen levensloop, geschreven door een man die aanvankelijk niets had willen weten van de gereformeerde leer die hij later zou prediken.<br />

De biografie van Junius verscheen in iiet Latijn en is nooit in liet Nederlands uitgegeven. Tocii blijft het de moeite waard om erbij stil te staan. Want Franciscus Junius was een van de hagepredikers, die tijdens vervolgingen het Evangelie predikten. Het ging hem verder bij zijn herinneringen niet om eigen eer, dat blijkt al uit het begin van het werk. Bijschreef: ,,Ik zal de ontfermingen Gods verhalen, wanneer ik de loop van mijn nietswaardig leven verhaal, opdat in mij verheerlijkt worde de Heere, Die mij geschapen heeft. Gij echter, o Heere, open mijn lippen, opdat mijn mond Uw lof verkondige: bestuur mijn geest, dat ik hier en in mijn hele leven getuigenis van Uw trouw en waarheid afleg

Atheïst
Inderdaad, het was niet Junius' opzet geweest om zich bij de gereformeerden aan te sluiten. Hij verhaalde in zijn autobiografie hoe hij op 18-jarige leeftijd, in 1562, in Lyon studeerde. Daar kwam hij in aanraking met de leer van Epicurius, waarin deze de Goddelijke voorzienigheid loochende. Het boeide Junius buitengewoon en al spoedig werd hij een volslagen atheïst. Maar in die tijd kwam hij eens thuis en zag hij de Bijbel liggen, waarin zijn vader gewoon was te lezen. Franciscus opende het boek en zijn blik viel op Joh. 1. Hij schreef later: ,,lk las een deel van dat hoofdstuk en werd onder het lezen zo ontroerd, dat ik eensklaps de Goddelijke kracht van de bewijsvoering, de verhevenheid en het gezag van de Schrift, die alle stroom van menselijke welsprekendheid overtreft, door en door gevoelde. Ik rilde over mijn ganse lichaam, mijn gemoed was verstomd en het deed mij de gehele dag zo aan, dat ik niet wist wat ik van mijzelf moest denken." Zo keerde Junius zich tot dat wonderbare Boek, waardoor de schellen van zijn ogen waren gevallen.

Pamfletten
Junius brak zijn studie in de rechten af en ging theologie studeren in Genève, waar Calvijn nog les gaf In 1565 werd hij predikant in Antwerpen. Daar schreef Junius een aantal pamfletten waarin hij aandrong op afschaffing van de vervolgingen door de Roomse inquisitie, 's Nachts werden deze pamfletten op huizen aangeplakt en de volgende dag door het volk vlijtig gelezen. De regering verbood het al spoedig en vaardigde het bevel uit om de schrijver van die geschriften aan te geven. Junius vertelde dat hij eens zelf onder het volk voor het stadhuis te Antwerpen stond, toen werd afgekondigd dat er een prijs van vierhonderd gulden op het hoofd van de onbekende schrijver gesteld was. Later werd zijn naam wel bekend bij de overheid. Om hem te kunnen arresteren liet men een schilder indringen bij de gereformeerden. Hij kreeg zo toegang tot de geheime samenkomsten en kwam ook onder het gehoor van Junius. Thuisgekomen tekende hij het portret van de prediker en gaf dat aan de vervolgers. Junius kreeg er echter lucht van en slaagde er nog net op tijd in om Antwerpen te ontvluchten.

Vertrouwen
In 1566, het jaar van de beeldenstorm en de hagepreken, preekte ook Junius in de open lucht, in weiden omringd door begroeiing. Maar ook hier werden aanslagen op zijn persoon gedaan. Eens, toen hij met een schip naar de plek van de bijeenkomst zou varen, had de baljuw, die vermoedde dat hij door de grachten zou komen, een verbod uitgevaardigd op de scheepvaart in die stad. Met opzet had hij dat op een ongewoon uur gedaan en Junius had er dan ook niets van gehoord. De baljuw hield met zijn soldaten de boot aan, maar Junius en de opvarenden hadden al direct vermoed waarom het te doen was. Junius had de mensen tot kalmte gemaand en hij had ze gevraagd om net te doen alsof hij niet op het schip aanwezig was. Evenals de anderen stapte hij van het schip af. Met een groet liep hij de baljuw voorbij. Deze, die hem niet kende, dacht dat de predikant zich in het ruim verstopt had en rende naar beneden. Zo ontkwam Junius ook deze keer. In zijn herinneringen schreef hij: ,,Gij, die de Meere dient, vertrouwt maar op de voorzienigheid des Heeren en stelt uw hart gerust door een onbegrensd geloof aan die waarheid. Want de Heere, de Wachter Israëls is getrouw.''

Gespleten voeten...
Een andere maal stond er tijdens een hagepreek een man achter hem, die met een eed gezworen had Junius te zullen doden. Hij had daardoe een jachtspies meegenomen en wachtte zijn kans af. Maar, schreef Junius, ,,Die mens met spies en al heeft God vermurwd, zodat hij Zijn Woord met een bedaard gemoed rustig ten einde toe aanhoorde." Niet alleen met wapens, ook in preken bestreden de Roomsen Junius. Tijdens een bijeenkomst in het open veld drong eens een oud man door de menigte naar Junius toe. Toen hij de hageprediker bereikt had, bleef hij vlak voor hem staan en bekeek hij hem aandachtig, van top tot teen. Vooral Junius' voeten bezag hij nauwkeurig. Eindelijk zei hij: ,,Hé, nu zie ik dat het niet waar is wat ze me over u verteld hebben.'' Junius vroeg wat ze hem dan wel al verteld hadden. De oude man antwoordde: ,,Datu, net zoals de duivel, gespleten voeten hebt."

Bewaard
Het zijn maar een paar herinneringen uit het verhaal dat Franciscus Junius schreef. Verschillende keren had hij ternauwernood zijn leven kunnen redden uit de hand van de vervolgers. Junius beleed dat het niet zijn verdienste was geweest dat hij er in al die gevallen het leven van af had gebracht. De Heere had hem bewaard en gered uit alle nood. Hem wenste Junius te danken, ook in het weergeven van ervaringen uit de tijd toen hij nog als hageprediker het Evangelie verkondigde.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 10 april 1991

Terdege | 72 Pagina's

Atheïst werd hageprediker

Bekijk de hele uitgave van woensdag 10 april 1991

Terdege | 72 Pagina's