Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

TOT HET LAATST NAAR OPENINGEN ZOEKEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

TOT HET LAATST NAAR OPENINGEN ZOEKEN

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

De jonge broeder die mij beide, is nog maar vier jaar getrouwd. Na de geboorte van zijn eerste kind is zijn vrouw bij hem weggegaan. Op één of andere manier was er geen basis meer om samen verder te gaan, door welke oorzaak dat dan ook zo is geworden. En de zegen van een kind dat in de meest intieme beleving van liefde tussen twee mensen werd verwekt, vermocht een breuk niet verhinderen. Onder medeneming van het kind is de vrouw ergens anders gaan wonen. Zij wil scheiden. Hij niet. Hij staat op het standpunt dat hun verbintenis, die niet alleen tegenover de burgerlijke overheid maar ook voor God en de gemeente van Christus werd aangegaan, onontbindbaar is. Er mag veel stuk zijn, in zijn opvatting is er altijd een weg terug naar elkaar. Die weg is vanuit het Evangelie gezien, nooit geblokkeerd, hoeveel er ook is voorgevallen en hoezeer de verhouding ook verstoord kan zijn. Zelfs al zou er sprake zijn van ontrouw en “vreemdgaan”: (hoewel daarvan in hun geval geen sprake is) dan nòg moet in zijn versie een scheiding worden ontgaan. Dan nóg dient eerst de weg van vergeving en hernieuwde trouw te worden beproefd.

De vrouw en haar familie denken hier anders over. Als wederzijds of aan één kant, door welke oorzaak dan ook, de afkeer en verstoordheid zò groot is, dat elke mogelijkheid om wederzijds respect en in hernieuwde liefdevolle verbondenheid verder te gaan of opnieuw beginnen uitgesloten is, moet het huwelijk worden ontbonden. Terug naar elkaar is bij voorbaat tot mislukking gedoemd. De vrouw mist ten opzichte van de man die zij verliet, elk gevoel waarbij voor een herstel van de relatie zou kunnen worden aangeknoopt. “Doorzieken” op de manier waarop het nu al enige tijd gaat, betekent een blokkade naar nieuwe kansen en mogelijkheden, als men daarvan al gebruik zou willen maken. In alle nuchterheid stelt de familie van de vrouw vast dat relaties tussen mensen dermate verstoord kunnen zijn, dat zelfs vanuit het Evangelie geen wonderen meer te verwachten zijn. Uit elkaar, zegt de familie van de vrouw. Nooit van mijn leven, zegt de man. God bracht ons bij elkaar en daarom behoren wij bij elkaar te blijven. Wilt u hierover eens iets schrijven? was de vraag. Onder het voorbehoud dat dat dan niet méér dan een algemene beschouwing zou kunnen zijn, niet helemaal toegesneden dus op zijn specifieke situatie, heb ik toegezegd. Wat de kerk met zo’n situatie aan moet, lag ook in zijn vraag begrepen.

Uitspraken van onze generale synode

Ambtsdragers in de kerken zullen als het op het handelen en begeleiden van huwelijks-stoornissen en echtscheidingen aankomt, allereerst willen kijken naar en rekening willen houden met wat onze kerken in heer breedsle vergadering hierover ooit hebben uitgesproken. Dat moet in eersie instantie ook maatgevend zijn voor degenen die in huwelijksproblémen verzeild raken.

Belangrijk is wat in onze kerkorde Staat in artikel 70 sub 4.

Voor een goed begrip van de daarin voorkomende bepalingen zou bovendien kunnen worden aanbevolen er de acta van de generale synode van onze kerken van 1959 (pag. 199-213) op na te slaan. Op deze synode diende een uitvoerig rapport van deputaten voor bestudering van de kerkelijke houding inzake echtscheidingen en tweede huwelijk, een rapport waarin heel veel Schriftgegevens en historische informatie waren samengebracht.

Twee richtlijnen die de deputaten aan de synode van 1959 voorstelden en die men in artikel 70 van de kerkorde terugvindt, luidden:

1. de kerk zal nooit mogen aandringen op echtscheiding, noch die adviseren; zij zal integendeel moeten wijzen op de noodzakelijkheid van bekering ten opzichte van datgene wat het huwelijk heeft ontwricht ot dreigt te ontwrichten, opdat er verzoening tot stand kome; de kerk zij verkondigster van de vergevende liefde Gods in en door Jezus Christus, en van de mogelijkheid van huwelijksherstel door de vernieuwende kracht van Gods Geest en genade; pastorale bearbeiding en adviezen kunnen hier, onder Gods zegen, leiden tot herstel van gebroken verhoudingen;

2. indien echtscheiding plaatsvindt op volgens de kerk onschriftuurlijke gronden, zal de kerkelijke tucht moeten worden toegepast op de schuldige partij(en).

Met deze twee richtlijnen kan men het eens zijn als men er vanuit gaat dat de Goddelijke openbaring voor het huwelijksleven maatgevend moet zijn. In wat het Woord van God zegt, zal in alle gevallen van kerkelijk handelen bij huwelijksproblemen uitgangspunt moeten worden gekozen.

Voor sommigen betekent dit dat de boodschap, die de kerk mensen in een gebroken huwelijkssituatie heeft voor te houden, op een heel korte formule kan worden teruggebracht. “Gij zult niet echtbreken”, tenzij de zonde van ontrouw in het geding zou zijn. Het evangelie verbiedt echtbreuk, welnu dan dienen man en vrouw hun huwelijk tot elke prijs in stand te houden en zich te bekeren van de dingen, die eenzijdig of wederzijds aanleiding tot verwijdering hebben gegeven. Zij kunnen daarbij worden aangesproken op hun voor de overheid afgelegde trouwbelofte, waarover zij in de samenkomst van de gemeente Gods zegen hebben ingeroepen. Zij mogen daarbij bemoedigd worden door de zekerheid, dat wie in de gezindheid van Christus een nieuw begin probeert te maken, daarin ook zal slagen. God kan helen wat mensen hebben geschonden. Het gebed van de gemeente kan daarbij van grote betekenis zijn.

In de hoop dat er ontvankelijkheid bestaat

Wie zou het met het voorgaande niet eens kunnen zijn? Maar weinigen denk ik.

Maar alles is er niet mee gezegd. In gebroken huwelijksverhoudingen kan de boodschap van het Evangelie in vorenbedoelde zin onder Gods zegen zeker heilzame invloed worden verwacht. Dat zal met name zo kunnen zijn in gevallen, waarin de oorzaken van de gestoorde verhouding goed kunnen worden overzien, waarin de zonden duidelijk kunnen worden aangewezen, waarbij aan de betrokkene(n) dus kan worden voorgehouden op welke punten zij zich onder correctie van het Evangelie moeten stellen. Er kan sprake zijn van ontrouw, van jaloezie, van een al te dominante opstelling van één van de beide partners, van misverstanden, van verschil in inzicht met betrekking tot de opvoeding van kinderen. Als ambtsdragers erin zijn geslaagd achter de gebroken situatie te kijken, wanneer het hun is gelukt op behoedzame en discrete wijze achtergronden en oorzaken te inventariseren, dan kunnen zij vanuit de aanwijzingen die het Evangelie aanreikt, trachten wat scheef ligt, recht te trekken en wat gebroken is, te helen. In de hoop dat daarvoor bij de betrokkenen ontvankelijkheid bestaat.

Tuchtoefenlng

De kracht van het Evangelie is groot. Maar de onwil van het hart evenzeer.

Er zijn geen statistieken beschikbaar waaruit af te lezen valt in hoeveel vastgelopen christelijke huwelijken het Evangelie een nieuw begin mogelijk maakte en waarbij men het onder Gods zegen tot “het einde van de rit” met elkaar onder redelijke of misschien zelfs gelukkige omstandigheden wist uit te houden.

Bij gestoorde huwelijksverhoudingen heeft men erg vaak te doen met mensen die de geestelijke instelling missen om niet alleen de ander maar ook zichzelf onder de kritiek van het Evangelie te stellen. De onwil, de afkeer, het onweerstaanbare verlangen naar een relatie met die ander en wat er verder in het onbekeerbare hart allemaal huizen kan, kunnen zò groot zijn dat de aanspreekbaarheid op het Evangelie minimaal is of zelfs geheel ontbreekt. Dan zal het na herhaalde pastorale vermaning tot tuchtoefening moeten komen.

Oorzaken liggen soms dieper dan aanwljsbare zonden

Met die tuchtoefening ligt het overigens allesbehalve eenvoudig.

De gemeente van Christus wordt namelijk ook geplaatst voor gevallen van gestoorde huwelijksverhoudingen, waarbij de oorzaak dieper ligt dan duidelijk aanwijsbare zonden of tekortkomingen van één of van beide huwelijkspartners. Men kan zich natuurlijk op het standpunt stellen, dat elke onvolkomen situatie in ons leven, dat al ons menselijk falen teruggaat op en voortvloeit uit ons zondige bestaan en dat wij er daarom altijd voor verantwoordelijk kunnen worden gesteld. In zijn algemeenheid is dat juist, maar er is ook grond voor de Stelling dat er met name op het vlak van huwelijksmoeilijkheden gevallen aan te wijzen zijn, die vooral een zorgvuldige beoordeling en niet al te snel een veroordeling vragen. Te denken is aan mannen en vrouwen die rond hun 40ste jaar met hun huwelijk in woelig water geraken, zonder dat de oorzaken direct duidelijk aanwijsbaar en onberedeneerbaar zijn. In hoeveel gevallen hangen de moeilijkheden niet samen met een zekere onvolgroeidheid van de persoonlijkheid van één der partners, hierin uitkomend dat men er niet in geslaagd blijkt te zijn het vermogen te ontwikkelen met de ander en met anderen warme en gelijkwaardige relaties aan te gaan. Men mist de instelling om de ander als een unieke persoonlijkheid te aeeepteren, zonder hem of haar naar eigen model te kneden. Men zou dat gebrek aan sociale intelligence kunnen noemen. Dat kan overigens een kwestie van karakter zijn. De opvoeding van de kinderjaren kan de vorming van de persoonlijkheid op dit punt kwaad hebben gedaan. En nu kan het Evangelie in mensenlevens veel tot stand brengen, maar totale omvorming van het karakter is lang niet altijd haalbaar. Er zijn heel wat gebroken huwelijksverhoudingen die vanuit het Evangelie niet meer onder schot zijn te krijgen. De complexiteit van de verstorende factoren kan zò groot zijn dat herstel onmogelijk is. Al moet daartoe wel het uiterste worden ondernomen.

Tot het laatste naar openlngen zoeken

Tot scheiding mag de kerk nooit aanzetten. Natuurlijk niet. Tot het laatste zal zij naar opening moeten zoeken die de mogelijkheden van herstel bieden. Maar er kan een moment aanbreken waarop langer voortleven in de bestaande situatie onverantwoord en het Evangelie onwaardig is. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer er ook kinderen bij betrokken zijn. Er zijn gezinnen met huwelijksmoeilijkheden, waarbij de situatie thuis zo onhoudbaar wordt (overigens zonder dat vader en moeder vechtend over straat rollen), dat de kinderen aandringen op scheiding, omdat alleen die oplossing weer een leefbaar klimaat voor hen kan scheppen. De kerk mag die oplossing niet aanmoedigen. Wel zal zij zich in een uiterste situatie bij de onontkoombaarheid ervan moeten neerleggen. Met die onontkoombaarheid kan men als kerk bijvoorbeeld al zéér sterk worden geconfronteerd wanneer de verstoring van het huwelijk teruggaat op psychische afwijkingen bij één van de partners. De medische indicaties kunnen zo zijn, dat uiteengaan, gerekend naar alle omstandigheden, als die enige juiste oplossing moet worden gezien, Nogmaals gezegd, de kerk mag die beslissing nooit zeit nemen. Wel zal zij op grond van een zorgvuldige weging van alle omstandigheden in bepaalde gevallen moeten durven concluderen dat andere oplossingen praktisch gezien niet te realiseren waren. En misschien ook niet verantwoord zouden zijn geweest.

Evangelische wijsheid en gewoon menselijk fatsoen

Tot nu toe ging het in dit artikel over wat vanuit het Evangelie kan en moet worden gedaan om versfoorde huwelijksverhoudingen te herstellen, zo, dat ze niet escaleren tot scheiding.

Te weinig zijn we ons in de gemeente van Christus bewust hoeveel huwelijksmisère te voorkomen zou zijn als we ons méér de preventieve werking van het Evangelie bewust zouden zijn. Even terug in deze bijdrage gebruikte ik het begrip “sociale intelligence”. Daaronder is onder meer te verstaan het vermogen - ook bij huwelijkspartners - om aan te voelen welke opstelling men tegenover elkaar moet innemen als er verschillen van mening ontstaan, inzichten in dingen van gemeenschappelijk belang niet meer sporen, inzichten in dingen van gemeenschappelijk belang niet meer sporen, wederzijdse wensen, Verlangens en eisen en het vermogen daarin tegemoet te komen uit balans dreigen te raken, van elkaar méér wordt gevraagd dan geboden kan worden. Wat wordt er dan gezegd en in welke toonzetting wordt er gereageerd? Veel onherstelbaarheid, ook binnen christelijke huwelijken, gaat terug op woorden en kwalificaties waarmee de een de ander de diepste vernedering toebracht, waarbij de ander (of beiden) in het meest eigene van zijn of haar persoonlijkheid werd beschadigd. Een gebroken servies of een spiegel die het moest ontgelden, is minder erg dan dat. In mijn ambtelijk bezig zijn door de jaren heen heb ik menig geval van huwelijksconflicten waarmee ik te maken kreeg, moeten vaststellen dat door diep beledigde woorden men zich in zijn persoonlijke eer en waardigheid zo geschonden en vernederd voelde, dat de weg terug naar elkaar er volstrekt door geblokkeerd was.

Door met elkaar om te gaan, ook in de moeilijke situaties, in een combinatie van Evangelische wijsheid en gewoon menselijk fatsoen kan veel leed worden voorkomen. En is er soms nog veel te herstellen. Maar ja, hoe houdt een mens zich in toom. Daarover zegt het Woord van God overigens ook het een en ander…..

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 april 1996

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's

TOT HET LAATST NAAR OPENINGEN ZOEKEN

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 april 1996

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's