SAEUL
(Luxemburg)
I
't Wordt avond, en de dorpsklok luidt. De klanken vullen 't stille dal. Loom komt het vee de weiden uit en zoekt de nachtelijke stal. De klanken vullen 't stille dal. De sparren staken 't stil gepraat, liet vee gaat langzaam naar de stal. Geen koe loeit meer, geen schaap dat hiaat. De sparren staken 't stil gepraat, nu straks de nacht hen zwart omsluit. Geen koe loeit meer, geen schaap dut hiaat. 't Wordt avond en de dorpsklok luidt.
II
De vree de vleugels openvouwt. De kleine vensters worden blind. Hoog op de bergen slaapt het woud. Hel dorp ligt als een sluimrend kind. De kleine vensters worden blind en binnen vlamt de lampenschijn. Het dorp ligt als een sluimrend kind. Ver weg brengt d' oorlog dood en pijn. En binnen vlamt de lampenschijn rondom de dis met jong en oud. Ver weg brengt d' oorlog dood en pijn . . . De vree de vleugels openvouwt.
M. Nijsse.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 september 1965
Daniel | 16 Pagina's