Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bevat de Schrift dwalingen?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bevat de Schrift dwalingen?

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In „Introduzione all' Antico Testamento" schreef dr. J. Alberto Soggin, professor aan de theologische fakulteit van deWaldenzen te Rome, het volgende over hen, die geloven dat de Schrift geen dwalingen bevat:

„Zoals de oude Doceten de menselijke natuur van Christus ontkenden ten gunste van de goddelijke natuur (en ze deden dat met de beslist edele bedoeling om de Heere Zelf te verheerlijken) zó ontkent de aanhanger van de verbale (woordelijke) inspiratie de menselijke zijde van de Schrift en met dezelfde bedoeling om de goddelijke zijde van de Schrift te verheerlijken, maar in werkelijkheid plaatsen ze zich daardoor in een doodlopende straat. Het gewijde karakter van de Schrift bestaat voor de christen juist in die ontmoeting tussen God en de mensen, een ontmoeting die in de Persoon van Christus haar hoogste en niet te overtreffen uitdrukking heeft gevonden. De Schrift vergoddelijken zonder rekening te houden met het menselijke karakter daarvan betekent de Schrift stellen boven de Heere, van wie zij getuigt. Daarom moeten wij vanwege duidelijke doctrinaire motfeven dit1 standpunt afwijzen, dat bovendien de kerk plaatst in een absurde apologetische situatie" (pag. 55).

Soggin beschrijft daarna ook de vrijzinnige Schriftopvatting en vervolgt dan:

„De waarheid ligt, zoals zo vaak, in het midden, zoals K. Barth heeft opgemerkt. Beide standpunten komen voort uit eenzelfde rationalisme, uit de opvatting dat alleen de dingen die wetenschappelijk exact en aannemelijk zijn voor de moderne mens, „waar" zijn. Zo vereenzelvigen de conservatieven de inspiratie met de afwezigheid van dwaling (inerranza) en zo proberen zij aan te tonen dat er geen tegenspraak bestaat tusen wetenschap en geloof. De vrijzinnige echter wijst alles af, wat volgens hem niet in overeenstemming is met de wetenschap en de ethische opvattingen van onze tijd en handhaaft alleen datgene wat daar wél in overeenstemming mee is" (pag. 56).

Geen verwoede verdediging tegenover de wetenschap

Ik meen echter dat prof. Soggin beslist onrecht doet aan velen die belijden dat de Schrift geen dwalingen bevat. Zeker, er bevinden zich onder hen mensen, die inderdaad op een rationalistische wijze de Schrift menen te moeten verdeligen. Zelf wens ik echter beslist niet tot die groep gerekend te worden.

Ik geloof eenvoudig dat de Schrift geen dwalingen bevat. En ik zie ook wel dat je, als je dat standpunt aanhangt, soms voor grote moeilijkheden komt te staan. Ik waardeer het, wanneer anderen dan proberen aan te tonen dat die moeilijkheden, die konflikten met de wetenschap, slechts schijnbaar zijn. Maar ik zal mezelf nooit vastbijten in die soms verwoede apologetische pogingen. Als er moeilijkheden zijn die ik niet kan oplossen, dan aanvaard ik die als een kruis voor mijn rede en belijd voor de Heere (en eventueel voor de mensen) de enorme beperktheid van mijn verstand.

Sommigen zullen dat onlogisch vinden, maar het geloof is nu eenmaal niet logisch en evenmin onlogisch. Het staat verre boven elke logica. Het geloof is een gave van God. Het is van hemelse orde. En nog altijd vind ik mijzelf in deze prachtige uitspraak van Pascal: „Het hart heeft zijn redenen, die de rede niet verstaat". Mijn gelovige hart heeft redenen om te geloven dat de Bijbel geen dwalingen bevat, die mijn rede niet verstaat.

Onlogisch

Overigens is het standpunt van prof. Soggin beslist onlogisch. Vanuit dat standpunt gaat de mens zelf uitmaken, wat in de Bijbel waar en wat niet waar is. Sommige wonderen verwerpt men, omdat ze een al te legendarisch karakter hebben. Maar het ene wonder van de opstanding van Christus houdt men nog vast. Waarom? Ik vind dat een gelukkige inkonsekwentie die wellicht voortkomt uit een resterende emotionele binding aan dit centrale dogma van het christendom. Maar zij die later komen, zullen ook die inkonsekwentie opheffen en niets meer van het christendom overlaten.

Bovendien, wat kan prof. Soggin thans zeggen tegen hen, die beweren dat de Bijbel alleen maar de boodschap verkondigt van de éne God tegenover het veelgodendom van die tijd, en dat al het andere maar inkleding is ?Hij kan zich tegenover zulke mensen niet meer beroepen op de Bijbel, omdat hijzelf het voorbeeld heeft gegeven van deze wijze van benadering van de Bijbel. Als hij trouw is aan zijn eigen beginsel, zijn eigen Schriftopvatting, dan kan hij die mensen niet met recht bestrijden.

De taal van de vruchten

Bovendien meen ik dat we hier ook het beginsel mogen toepassen: Uit de vruchten kent men de boom. En wat zien we? Zijn de kerken, waar deze Schriftopvatting is binnengedrongen, tot nieuwe bloei gekomen? Precies het tegendeel; juist die kerken lopen leeg en de gemeenten die vast houden aan de belijdenis dat de Schrift geen dwalingen bevat, mogen rekenen op de steun en het meeleven van de afzonderlijke leden.

Dat zien we ook in de fakulteit van de Waldenzen in Rome. Daar is geen spoor van geestelijk leven meer te bekennen onder de studenten. Er wordt niet eens meer gebeden vóór en na tafel, laat staan uit de Bijbel gelezen.

Ja, dat is bijzonder jammer van de enige theologische fakulteit van de protestanten in Italië.

Wel menselijk, maar niet zondig

Ik wil er nog aan toevoegen dat prof. Soggin ons standpunt niet juist weergeeft, wanneer hij schrijft dat wij de Schrift zouden vergoddelijken zonder rekening te houden met het menselijk karakter daarvan. Wij houden wel degelijk en ten volle rekening met het menselijke karakter van de Schrift. We weten heel goed dat de Bijbel geschreven is door mensen van een bepaalde tijd en in een bepaald land. Daarom bestuderen we hun taal, het Grieks en het Hebreeuws. Daarom verdiepen we ons in de archeologie en speuren naar hun leefgewoonten, denkpatronen en naar hun gevoelsklimaat; en zó proberen wij te begrijpen wat de Heere ons door die mensen, die gewijde schrijvers, zeggen wilde.

Maar het menselijke karakter van de Schrift aanvaarden wil niet zeggen, dat we de Schrift een zondig karakter toeschrijven, en aannemen dat de schrijvers hebben gewerkt met vroom bedrog en legenden en volksgeruchten als echt gebeurd aan ons wilden voorstellen. Wij geloven dat God zich door deze mensen heeft geopenbaard en dat houdt volgens ons in dat de Heere hen gevrijwaard heeft voor dwaling.

Dit artikel werd u aangeboden door: In de Rechte Straat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 november 1973

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Bevat de Schrift dwalingen?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 november 1973

In de Rechte Straat | 32 Pagina's