TROUW AAN ISRAEL 7 (SLOT)

Wat chiliasme is

Onder bovenstaand opschrift schrijft ds. C. Sonnevelt een hoofdstuk (blz. 206-220)in het boek “Trouw aan Israel.” Met de samenvatting van dit hoofdstuk willen wij de uitgebreide bespreking van dit boek besluiten. Ds. Sonnevelt bespreekt eerst de vraag wat chiliasme is. Het woord komt van het griekse woord ‘chilioi’ wat duizend betekent. Chiliasme is de leer van het duizendjarig rijk. We lezen op blz. 206 en 207 het volgende: “In de kerk- en dogmengeschiedenis spreken we van chiliasme wanneer men leert dat Christus lichamelijk op aarde zal komen om daar Zijn Koninkrijk op te richten en om Zijn heerschappij uit te oefenen samen met de heiligen of met een aantal heiligen die Hij daartoe heeft opgewekt uit de dood. Dit koninkrijk, waarvan het centrum doorgaans in Jeruzalem gedacht wordt, zal niet alleen een tijd inluiden van geestelijke bloei voor Jood en heiden, maar ook van grote vrede voor de volkeren en van materiële overvloed voor deze aarde. Die voorspoed zal zo groot zijn dat wel gesproken kan worden van een nieuwe bedeling, die een overgangstoestand zal zijn tussen nu en het hiernamaals. Zij zal pas ten einde komen wanneer de duizend jaar ten einde lopen, Christus weer heen zal gaan en de satan ontbonden zal worden. Na een korte maar hevige vervolging zal Christus wederkomen (in feite voor de tweede keer!) en zal het oordeel plaatsvinden na de opstanding der doden (in feite de tweede opstanding!)”.

Opmerkelijk zijn de dubbele wederkomst en de dubbele opstanding. Er wordt wel onderscheiden tussen pre-chiliasme en post-chiliasme. Pre-chi-liasme wil dan zeggen dat de eerste wederkomst plaats heeft voor het duizendjarig rijk en post-chiliasme wil zeggen dat er een tijd zal komen van grote bloei voor de kerk uit Israel en de volken, maar dat Christus pas na die tijd zal wederkomen. Ds. Sonnevelt acht het onjuist in het laatste geval te spreken van chiliasme of zelfs van gematigd chiliasme.

Openbaring 20:1-10

Het chiliasme baseert zich op een bepaalde uitleg van Openbaring 20:1-10. Zesmaal wordt in dit Schriftgedeelte gesproken over ‘duizend jaren’. Maar wat dient verstaan te worden onder het duizendjarig rijk? Chiliasten leggen Openbaring 20 op een bepaalde manier uit en verbinden dit Schriftgedeelte met oudtestamentische profetieën, ondermeer met Jesaja 65. Het is niet eenvoudig deze gedeelten uit Gods Woord te verklaren. Ds. Sonnevelt noemt een aantal regels op die ons helpen om Openbaring 20 te verstaan.

We dienen te letten op het geheel van de bijbel. Buiten Openbaring 20 vinden we nergens een gedeelte dat spreekt van Christus Die met heiligen of opgestane martelaren zou regeren. De Heere Jezus en de apostel Paulus hebben niet gesproken over een periode van duizend jaar waarin overvloed aan voorspoed en zegen zou zijn. De apostel Johannes schrijft in het evangelie en in zijn brieven niet over een duizendjarig rijk. Dat zou je wel verwachten als hij dit duizendjarig rijk zou leren. Het boek Openbaring is geschreven in symbolische taal, meer dan enig ander bijbelboek. Dit moet ons zeer voorzichtig maken alles letterlijk te verstaan. Het boek Openbaring is geen chronologische weergave van de gebeurtenissen uit de eindtijd, maar een thematische weergave. In Openbaring 19 wordt gesproken over het laatste oordeel: de hoer en de valse profeet zijn geoordeeld. In hoofdstuk 20 verdwijnt ook de satan in de poel des vuurs. Openbaring 20 is een korte samenvatting van de gehele oorlog die Christus voerde tegen de vorst der duisternis. In Openbaring wordt ons getekend hoe de gemeente Gods lijdt onder de vervolgingen. Openbaring 20 had betekenis voor de christenen die toen leefden. Openbaring is geen puzzelboek maar een troostboek. We moeten Openbaring 20 lezen in het licht van heel de Bijbel en niet zozeer heel de Bijbel in het licht van Openbaring 20. Het duizendjarig rijk heeft een begin en een einde, maar er wordt ons weinig meegedeeld over de aard en de geschiedenis van dit rijk.

Exegese van Openbaring 20:1-10.

Het getal duizend ziet op een lange, door God bepaalde tijd. De binding van de satan in vers 3 is geen totale binding, maar heeft dit doel dat hij de volken niet meer kan verleiden, satan kan de loop van het Evangelie niet stuiten. De verzen 4-6 tekenen het zogenaamde duizendjarig rijk, maar dit vindt plaats in de hemel en niet op aarde. De tronen die Johannes zag stonden immers in de hemel. Hij ziet de zielen, niet de lichamen van hen die onthoofd zijn: zo heersen zij als koningen met Christus In vers 5 en 6 is sprake van de eerste opstanding, maar dit kan gezien worden als een geestelijke opstanding (blz. 216). In vers 5 is sprake van mensen die als doden geleefd hebben, zij krijgen wel hun lichaam terug, maar zullen tot het ware leven niet komen. Van Gods kinderen wordt gezegd dat zij leefden en heersten als koningen met Christus de duizend jaren. Dat betekent dat zij tot hun doel zullen komen. Zij zijn herschapen tot profeten, priesters en koningen, hier in beginsel en eenmaal volkomen. In de verzen 7-10 is sprake van de laatste eindstrijd, waarbij Gog en Magog zich keren tegen de legerplaats der heiligen.

Dogmatiek.

Ds. Sonnevelt reikt ook enkele sleutels aan vanuit de dogmatiek. Christus heeft de zaligheid aangebracht op Golgotha toen hij uitriep: “Het is volbracht.” De meeste Joden denken daar anders over. Christus is nu reeds Koning. Hij is niet alleen het Hoofd van Zijn gemeente, maar heeft ook ontvangen alle macht in hemel en op aarde. Maar Hij regeert op een verborgen wijze. Het duizendjarig rijk is dus de Christusregering die begon toen Jezus ten hemel voer. De kerk zal altijd kerk onder het kruis zijn. Zij zal in de wereld verdrukking hebben. Ds. Sonnevelt schrijft op blz. 219 en 220: “De hoop van Gods ware kinderen ligt niet zozeer in een duizendjarig rijk, waarin de zonde en geveinsdheid toch nog een plaats zullen hebben, maar veeleer in de volle liefdesgemeenschap die genoten zal worden wanneer Christus komt om Zijn Bruidsgemeente thuis te halen. Op die dag zullen hemel en aarde worden vernieuwd en zal de aarde de plaats zijn waar Gods heerlijkheid ten volle zal uitschitteren. Tot die dag zal Hij voortgaan met Zijn werk, onder jong en oud. Hij zal Zijn Naam voortplanten van kind tot kind als de God des verbonds Die trouwe houdt en eeuwig leeft. Dat geeft hoop, ook voor Israel. De Heere heeft het Joodse volk niet verstoten. Er is te allen tijde een overblijfsel geweest naar de verkiezing van Zijn genade, en zo zal het blijven. Ja meer, de Heere zal Zich bij vernieuwing wenden tot Israel als volk en velen brengen tot de zaligheid in Christus. Op grond van Gods Woord mogen we een rijke toekomstverwachting voor Israel hebben. Voor die verwachting hebben we echter Openbaring 20 niet nodig. Het woord van de apostel Paulus in Romeinen 11 is duidelijk genoeg: ‘Want indien hun verwerping de verzoening is der wereld, wat zal de aanneming wezen anders dan het leven uit de doden?’(vs. 15).”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen