Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Echtscheiding en pastoraat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Echtscheiding en pastoraat

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

KLEINE KRONIEK

In Ambtelijk Contact, het maandblad / ten dienste van ouderlingen en diakenen van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland, is de lezing opgenomen die dr. H. J. Selderhuis gehouden heeft op de landelijke voorjaarsconferentie voor ambtsdragers (20 april j.l. gehouden in Amersfoort).

Eerst beschrijft hij de problematiek: in 1995 werden 75.000 huwelijken gesloten, maar kwamen ook 38.000 echtscheidingen tot stand. Ook binnen de kerken neemt de huwelijksproblematiek toe. Van groot belang is het dat huwelijksmoeilijkheden in het pastoraat eerder gesignaleerd worden.

Over de concrete invulling van pastoraat bij dergelijke conflictsituaties maakt Selderhuis de volgende notities:

„Bedacht moet worden, bij wat we nu ook ondernemen, dat alles afhankelijk is van de situatie, dat wil zeggen ieder geval is weer anders en vereist een andere aanpak. Eén van de grote bedreigingen voor het pastoraat is het gevoel van machteloosheid, het gevoel van, nou ja, ik zal d'r heengaan maar d'r zal toch wel niets meer aan te doen zijn. De vele gevallen van echtscheidingen, het gemak waarmee mensen soms uit elkaar gaan, het vroege stadium waarin famihe, vrienden en maatschappelijke instelHngen soms zeggen: zet er maar een punt achter, kan ook een verlammende werking op het pastoraat hebben. Daarbij wordt er dan van uitgegaan alsof pastoraat op hetzelfde niveau werkt als andere vormen van zorg. Vergeten wordt dat pastoraat meer is dan intermenselijke contacten, maar dat er hier een heel duidelijk verticale dimensie aanwezig is. Ambtsdragers komen met een boodschap van Boven, zij komen met de boodschap van verzoening, zij komen met het evangelie van schuldbelijden en van onschuldig schuld dragen, zij komen gewapend met het gebed. Denk dus niet te snel: dit wordt niets meer. Wie zich ervan bewust is vertegenwoordiger en gezant van Christus te zijn, hoeft niet op wonderen te rekenen, maar mag wel in de verwachting van wonderen aan het werk gaan. Daarbij moet er intensief en vertrouwensvol gebed zijn voordat we de mensen opzoeken. Met bewogenheid mogen we aandringen op verzoening en daarbij mag je, ja moet je als ambtsdragers soms heel direct zijn in je vragen. Natuurlijk moeten we oppassen dat we niet kwaad worden of gaan dreigen, maar mensen mogen wel heel concreet gewezen worden op het zondige van hun handelwijze en de desastreuze consequenties als ze op hun weg van verharding verder gaan. Het vraagt van ambtsdragers heel veel invoehngsvermogen om te weten wat ze moeten zeggen en wat ze niet moeten zeggen. Maar wees open en voorkom dat, als je straks weer buiten staat, je bij jezelf denkt: ja eigenlijk had ik dit ook nog moeten zeggen.

Zeker, er zijn situaties waarin gewoon niets meer te redden valt en je je als kerkeraad gewoon bij de ontwikkelingen hebt neer te leggen. Maar goed, er zijn ook situa- ties waarin nog wel wat gedaan kan worden. Wanneer een man en een vrouw nog wel bereid zijn om gesprekken aan te gaan, is het zaak ze zo snel mogelijk in contact te brengen met een professionele instelling. Je moet als ambtsdrager vooral niet gaan proberen relatieproblemen te gaan oplossen, want daarvoor ben je niet aangesteld en de meesten van ons zijn daar ook niet bekwaam voor. In veel gevallen zal er bij dergelijke instanties een wachttijd zijn, zodat er in die tijd veel ambtelijke aandacht zal moeten zijn. Maar ook als de hulpverlening gaande is, moet de ambtsdrager het pastorale contact met echtpaar en gezin onderhouden.

Wat naar mijn idee ook meer zou kunnen gebeuren is het inschakelen van wijze zusters uit de gemeente. Een vrouw die in grote onmin met haar man leeft, zou het moeilijk kunnen vinden slechts met ambtsdragers en dus slechts met mannen te moeten praten. Hoeveel begrip en openheid zal zij ontvangen en welke perspectieven zal dat openen als zij de gelegenheid krijgt haar moeiten met een vrouw te bespreken. Het spreekt voor zich dat wanneer een zuster uit de gemeente wordt ingeschakeld er tussen haar en de betrokken ambtsdrager goede afspraken over het contact worden gemaakt.

Er kunnen zich situaties voordoen waarin het goed lijkt dat man en vrouw tijdelijk uit elkaar gaan. Een dergelijke stap heeft grote risico's in zich, maar kan ook heel heilzaam werken. Wanneer iets dergelijks zich voordoet moet er dus naar woonruimte gezocht worden en zullen er extra kosten zijn. U begrijpt dat er hier een bijzondere taak ligt voor de diakonie.

Nog ongenoemd bleef de gemeente van Jezus Christus. Wanneer het betrokken echtpaar daarmee instemt, zouden ook enkele broeders en zusters uit de directe omgeving ingeschakeld kunnen worden. In feite zou het natuurlijk mooi zijn, dat de gemeenschap der heiligen onder ons zo zou functioneren dat we als gemeentehd dergelijke moeiten bij de ander al hadden gesignaleerd, maar helaas is dat in veel gevallen niet zo.

Wanneer een dergelijk traject een keer is opgestart, vergt het veel tijd en inspanning van de betrokken ambtsdragers. Hij krijgt veel te horen en te verwerken; het betekent gewoonweg een offer voor hemzelf en voor zijn eigen gezin. Een kerkeraad zal in zo'n geval zo'n broeder op ander vlak moeten ontzien.

Tucht?

De vraag is nu of mensen die met huwelijksproblemen zitten en van wie de kerkeraad dat weet, ook Avondmaal kunnen vieren. Het zal u duidelijk zijn dat er op deze vraag niet zo maar een antwoord te geven is. Elk antwoord is afhankelijk van de mate waarin de huwelijksrelatie verstoord is en afhankelijk van de wijze waarop de huwelijkspartners met elkaar omgaan en bereidheid tot verzoening vertonen. Kerkeraden zullen in dezen wijs en barmhartig moeten optreden, omdat er situaties denkbaar zijn waarin, als beide partners Avondmaal vieren, het een heel positieve uitwerking op de toestand in hun huwelijk kan hebben. Anders Ugt het natuurlijk wanneer een echtscheidingsprocedure al is opgestart. Hiermee wil ik de overgang maken naar de situatie waarin merkbaar wordt dat het helemaal misgaat of waarin de echtscheiding zelfs al een feit is.

De normen

Onze kerkorde bevat een vrij lange lijst van bepahngen voor de omgang met echtscheidingszaken. Voor ons vandaag is vooral van belang dat feitelijk slechts overspel als legitieme echtscheidingsgrond erkend wordt. Daarbij wordt opgemerkt dat het niet voldoende duidelijk is uit de Schrift of kwaadwillige verlating ook als zo'n geldige grond kan worden aangemerkt en om die reden wordt kerkeraden geadviseerd in dezen grote voorzichtigheid te betrachten. Zo hebben wij dus anderhalve echtscheidingsgrond. Ons probleem in de kerken is echter dat er talloze gevallen zijn waarbij geen overspel plaatsvindt en ook de één niet bij de ander wegloopt, maar mensen domweg niet meer met elkaar verder willen en de zaak zo muurvast zit dat gesprek onmogelijk is en er toch een echtscheiding wordt aangevraagd. Ook in zulke situaties voorziet de kerkorde, want bepaling 4g van art. 70 zegt dat, indien echtscheiding plaatsvindt op volgens de kerk onschriftuurlijke gronden, de kerkelijke tucht moet worden toegepast op de schuldige partij (en). Voor de kerkeraad rest dus slechts de taak erachter te komen wie de schuldige aan deze onschriftuurlijke echtscheiding is. Vanuit verschillende gemeenten is hoorbaar dat het prachtige dingen zijn die daar geformuleerd zijn, maar dat er nauwelijks mee te werken valt. Immers wie is de schuldige? Zijn er zoveel situaties waarin er maar één schuldige is? Als de vrouw een echtscheiding aanvraagt, is zij dan schuldig? Weet een kerkeraad wat zij bij die man allemaal te verduren heeft gehad? Zal zij dat vertellen of ook uit schaamte juist willen verzwijgen? Het mag duidelijk zijn dat ondoordacht en overhaast optreden bij mensen heel wat schade kan aanrichten. Het is dan ook nog maar de vraag of er überhaupt regels voor deze kwesties op te stellen zijn. Geen geval is gelijk aan het andere. Elk geval heeft zoveel aspecten, zoveel karakters, zoveel gebeurtenissen, zoveel woorden, zoveel kinderen, zoveel familieleden, zoveel roddels, zoveel gebeden, zoveel geestelijk gepraat, zoveel stil verdriet, zoveel bitter onrecht, zoveel machteloosheid, dat een kerkeraad ieder geval op zich heeft te beoordelen."

Zo wijst Selderhuis op de mogelijkheden én de grenzen van het pastoraat. Overigens is het geen gering probleem wanneer we in de praktijk met kerkordelijk vastgelegde regels moeilijk uit de voeten kunnen. Niet elke situatie is letterlijk of in elk geval zijdelings terug te vinden in de Schrift. Er zijn omstandigheden waarin het huwelijk totaal op de klippen gelopen is zonder dat er sprake is van overspel of kwaadwillige verlating. Denk bijvoorbeeld aan voortdurende geweldpleging. Pastoraat zal behoedzaam een weg zoeken, geijkt aan bijbelse norm, waarlangs mensen kunnen gaan. Inderdaad: geen geval is gelijk aan het andere.

J.H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juli 1996

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's

Echtscheiding en pastoraat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juli 1996

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's