Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de landstreek der Jordaan

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de landstreek der Jordaan

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aan mijn geliefde in Mesech vriend

Geliefde Vriend!

Ge zult er misschien wel genoegen mee kunnen nemen, als ik trachten zal om van al de Oud-Testamentische feesten iets te schrijven. Ik mag bij de behandeling van de 42ste Psalm toch wel iets uitvoeriger zijn dan u, daar we moeten trachten om zowat gelijk klaar te komen.

Welnu, ik had dan gedacht, om allereerst iets te schrijven over de sabbat, aïs de dag der rust, door God ingesteld, en waarvan God de onderhouding aan Israël ernstiglijk heeft geboden. Die sabbat is een instelling voor alle mensen, want het is een scheppingsordinantie. Vóór de wetgeving op Sinaï werd dan ook de heiliging van die sabbat aan Israël streng geboden, zoals we lezen kunnen in Exodus 16, waar ons vermeld wordt, dat de kinderen Israels op de zesde dag dubbel Manna moesten verzamelen, omdat het de andere dag de heilige sabbat des Heeren was. Het vierde gebod van 's Heeren Wet eiste daarna nog eens speciaal de heiliging van 's Heeren dag, en dat in een bijzondere betrekking tot het volk van Israël, daar die Wet op Sinaï aan Israël gegeven werd onder de openbaring van het Verbond der genade. Alleen dat volk werd onder die verbondsopenbaring gebracht en daarin afgezonderd van alle andere volken.

Tevens werd op de Sinaï dan ook de inrichting van Israels godsdienst. voorgeschreven, en alzo kwam er bij de onderhouding van de sabbat een bijzondere bepaling. In Leviticus 23, waar ons de wetten der hoogtijden beschreven staan, lezen we aangaande de sabbat: „Zes dagen zal men het werk doen, maar op de zevende dag is de sabbat der rust, een heilige samsnroeping; geen werk zult gij doen; het is des Heeren sabbat, in al uw woningen."

De wet aangaande de heiliging van de sabbat hield dus niet alleen in, dat Israël geen werk mocht doen, maar bepaalde tevens, dat die dag een dag van heilige samenroeping zou zijn. God heeft dus de sabbat niet gegeven om die ledig door te brengen, maar om zich op die dag te verlustigen en bezig te houden in de dienst des Heeren.

De grondslag van heel het vierde gebod houdt niet anders in, want God heeft de zevende dag geheiligd, niet alleen als een dag, waarop Hij rustte van het werk der schepping, maar als een dag, waarop Hij Zich vermaakte en verlustigde in de werken Zijner handen. Dat gold het werk der schepping, waarin God Zich verlustigd heeft vanwege de uitblinking daarin van al Zijn deugden, in het bijzonder in de schepping van de mens, die als het pronkjuweel van de schepping Gods met Gods beeld versierd was, bestaande in kennis, gerechtigheid en heihgheid.

Nu gaf God echter het vierde gebod op de Sinaï onder de openbaring van het Verbond der genade. Vele voorschriften werden daar tevens gegeven aangaande de inrichting van Israels godsdienst, die een ceremoniële godsdienst was, waarin alle verrichtingen schaduw­ achtig naar Christus wezen. Niet het werk der schepping, maar van de genadige herschepping moest hierin in het bijzonder het voorwerp der verlustiging zijn. Velen gebruiken de sabbat als een wandeldag, en dat onder het voorwendsel van zich in het werk der schepping te verlustigen, , maar ze verstaan de rechte heiliging van de sabbat niet en ontheiligen die dag, die gebruikende tot streling van het vlees, en dan nog onder dat vrome voorwendsel.

Daarbij zal alleen door de verheerlijking van het werk van een genadige herschepping weer een rechte bewondering kunnen worden gevonden van de grootheid van de schepping Gods. Maar dat ter zake.

Uit wat ik nu schreef, blijkt dus wat de rechte sabbatsheiliging inhoudt. Onze catechismus toont dat zo duidelijk aan, als er gezegd wordt, dat ik alle dagen mijns levens van mijn boze werken ruste, de Heere door Zijn Geest in mij werken late, en alzo de eeuwige sabbat in dit leven aanvange.

De geestelijke viering van de sabbat bestaat in niet minder dan een zich verlustigen in de volkomen uitstraling van Gods aanbiddelijke deugden in het werk der zaligheid. O, hier wordt alleen een ware rust en een ware zaligheid gevonden. Hier is een rusten in het volbrachte middelaarswerk van Christus, waardoor Gods recht voldaan is en al Zijn deugden volkomen opgeluisterd zijn. Daarin verlustigt de Vader Zich, daar in die weg naar Zijn eeuwig welbehagen al Zijn deugden pp het allerluisterrijkst uitschitteren. Zo lang de ziel daar niet komen kan, geniet ze ook geen volkomen rust. Dan is ze dienstbaar onder de wet.

Och vriend, de ware rust is nergens anders te vinden dan daar, waar de ziel krijgt te rusten in het volbrachte middelaarswerk van Christus. Een mens kan zich maar niet gewonnen geven voor de weg, waarin God hem zaligen wil. Die weg der zaligheid loopt dwars door de afsnijding van 's mensen eigen werk. Hij moet met al het zijne de dood in, om alleen door het werk van Christus verlost en gezaligd te worden. Maar zo lang hij daar niet komen kan, blijft hij dus een rusteloze, die het wel weten kan waar het met hem heen moet, maar die in alles openbaart, dat hij het toch daar buiten nog blijft zoeken. De ogenblikken kunnen er komen, waarin hij het zo klaar ziet liggen, hoe eenvoudig de zaak eigenlijk is, en dat hem niet minder nodig is dan om in het volkomen loslaten van al het zijne in dile volbrachte arbeid van Immanuël zich eens te verliezen. En dan kan het zijn, dat hij zichzelf als het ware in het loslaten van al zijn tobben en woelen zo wel in de handen Gods zou willen overgeven. O, hij kan het soms zeH zo moe worden in alles, waar zijn ziel zich mee bezig houdt, dat hij soms in zijn binnenste uitroept: Laat ik er toch mee ophouden, want ik moet in deze weg van mijzelf walgen en ben mezelf tot de grootste last!

Maar tegelijk als hij dat zegt, is hij weer net zo hard met hetzelfde bezig en zit hij er weer midden in. Hij vindt geen rust en hij komt niet waar hij wezen moet, en wordt het alzo gewaar, dat God er hem zal moeten brengen.

En dat, vriend, moeten we juist in het oog houden, dat er een daad van Goddelijke afsnij­ ding van 's mensen eigen werk en van zijn leven onder die wettische dienstbaarheid moet plaats vinden, zal er ooit een rusten kunnen worden gevonden in dat volkomen en volbrachte werk van Christus, dat hem alleen in die weg zal worden toegepast. Dat zal hem alleen zich doen gewonnen geven voor zulk een verlossing, die hem daar uit genade alleen door de verdiensten en de gerechtigheid van Christus geschonken wordt. O, dan niet anders meer te kunnen en niet anders meer te willen en in niets anders meer zich te beroemen, dan in dat vrije werk en die algenoegzame kruisverdiensten van de Middelaar. Dat zal rust geven en vrede doen vinden voor de ziel. Dan zal men het met de dichter mogen zingen:

Dit is de dag, schoon uitgelezen. Die de Heer' Zelf nu gemaakt heeft; Dies moeten wij zeer verheugd wezen En verblijd zijn, want God zulks geeft.

Dan wordt de betekenis van de Nieuw-Testamentische sabbat ook pas recht verstaan. Niet de zevende dag als de sabbat na zesdaagse arbeid, maar de eerste dag als de sabbat, want het werk is gedaan door een Ander, en in de heiligmaking volgen de zes dagen van arbeid op de rust, die door het geloof in Christus wordt gevonden.

Maar dan ook wordt de heiliging van de sabbat een vanzelfsheid en zal het openbaar komen, dat in een weg van evangelische heiligmaking die dag Gods volk lief en dierbaar wordt.

Vriend, ik zou er nog'wel heel wat van willen schrijven, want hoe gaat de kerk het toch op prijs stellen, dat God zulk een dag van afzondering gegeven heeft. Het smartelijkste voor David was, als hij niet op kon gaan met de feesthoudende menigte. Mijn brief is echter vol en ik moet het er weer bij laten. Ontvang bij vernieuwing de hartelijke groeten van

Uw liefhebbende vriend uit de landstreek der Jordaan

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 april 1954

De Wachter Sions | 4 Pagina's

Uit de landstreek der Jordaan

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 april 1954

De Wachter Sions | 4 Pagina's