Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verwoestend vuur

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verwoestend vuur

Bambang Saharjo: „Een bosbrand lijkt voor plantage-eigenaren een alibi om wat overgebleven is nog sneller te kappen"

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wereldwijd nemen bosbranden in aantal en hevigheid toe. Soms werken ze louterend, maar veel vaker lopen ze uit de hand en is de schade niet meer te herstellen. Hoofdverantwoordelijke is de mens. Door slecht rentmeesterschap worden veel bossen steeds brandgevaarlijker. Bovendien dreigt een nieuwe El Niño.

„Tropische bossen branden niet. De temperatuur is er laag, zon twintig graden, het is er met 95 procent zeer vochtig en er staat geen wind. Bambang Saharjo, een Indonesische bosbrandenspecialist, gooit een sigaret op de bosbodem. De bladeren vatten geen vlam. Saharjo pakt de sigaret weer op, verkruimelt hem tussen zijn vingers en loopt door.
Toch heeft het tropische bos nog nooit zo gebrand als de afgelopen jaren. In de Amazone zijn honderdduizenden vierkante kilometers bos verloren gegaan en op Kalimantan heeft in 1997 en 1998 een bosgebied gebrand dat groter is dan Zwitserland.
Niet alleen tropische bossen zijn de laatste tijd verschroeid. In het Middellandse-Zeegebied woedden vorig jaar de hevigste branden ooit en in de Verenigde Staten zijn meer dan 75.000 bosbranden geteld. Twee keer zoveel als normaal. Het lijkt wel of de aarde in brand staat. Altijd is er wel ergens een bos of savanne waar vuur woedt.

Verjonging
Niet altijd is dat vuur ook zo slecht voor de natuur. In de noordelijke bossen vormt vuur een natuurlijk onderdeel in de cyclus van dood en verjonging. Sommige dennenbomen laten pas hun zaden los uit zaadkegels als die door vuur zijn opengeschroeid. Bizons worden door vuur aangetrokken om in de nog warme as hun vachten te ontdoen van teken. Sommige kevers registreren met infrarode zintuigen op wel vijftig kilometer afstand de hitte van een bosbrand en vliegen eropaf om in een nog nasmeulende boomholte eitjes te kunnen leggen.
Zo ontstaat in deze boreale bossen een gevarieerd patroon van jong en oud bos. Zolang de mens dat tenminste toestaat. Maar mensen houden niet van vuur. Ze bestrijden het liever dan dat ze het leiden. Soms begrijpelijk, als huizen en hele dorpen dicht bij het jagende vuur staan.

Aboriginals
Toch zijn het de mensen die verantwoordelijk zijn voor het oplaaiende vuur. In vroeger tijden liet men een stuk bos gewoon branden na blikseminslag. Er was immers ruimte zat. Maar ook toen er meer mensen waren, vonden indianen en aboriginals het belangrijk bos af en toe plat te branden. Op die manier werd immers voorkomen dat al het organische materiaal (bladeren, takken) zich zou opstapelen en het, tijdens een langere droogte, heviger zou branden dan in een bos waar minder biomassa lag. Daarom werd er preventief en gecontroleerd gebrand.
Maar aboriginals wonen niet meer in het bos, een bos mag niet branden en mensen willen overal hun huis kunnen bouwen. Dat vraagt om moeilijkheden, zeker nu het klimaat verandert en veel landen langere en hevigere droogtes krijgen.

5,2 miljoen hectare
De Duitse hulporganisatie GTZ heeft onderzoek gedaan naar omvang, oorzaken en gevolgen van de branden. Met radarbeelden werd alleen al op Kalimantan 5,2 miljoen hectare bosbrand gemeten. Dit getal werd door het Indonesische Ministerie van Bosbouw verontwaardigd van tafel geveegd. Zo erg was het allemaal niet, wierp men tegen. Honderdduizend hectare, hooguit.
Ondertussen werd de 5 miljoen hectare wel bevestigd door universiteiten, wetenschappelijke instituten en het Wereld Natuur Fonds. Het GTZ was zelfs nog voorzichtig geweest, zo werd gereageerd. De werkelijke schade was veel erger.

Houtkap
Wat waren de oorzaken van de branden in 1997 en 1998? In de Nederlandse media doken berichten op over arme boeren die het bos moedwillig in brand zouden steken. Echter, niet deze boeren, maar plantagehouders waren vooral verantwoordelijk voor het vuur dat over de archipel raasde en rookpluimen van vijfduizend kilometer trok, tot ver in Maleisië, Thailand, Singapore en de Filipijnen. Met name rondom oliepalmplantages brak het vuur uit. Hier werden overtollige bladeren en takken verbrand en werd de grond geschoond, zoals het in Indonesië al lange tijd gebruikelijk was.
Natuurlijk waren er ook boeren die hun land in brand staken, waarna het mis ging. Vooral bij de transmigranten, uit Java vertrokken boeren die het in Kalimantan en Sumatra opnieuw probeerden. Op deze eilanden waren de omstandigheden echter anders dan op Java. Eeuwenoude brandtechnieken, zoals de Dayak op Kalimantan ze toepasten, werden in de wind geslagen en overal werd het vuur oncontroleerbaar.
Een andere, niet te onderschatten factor was de houtkap. Vooral waar het dichte bos was aangetast door de aanleg van kapwegen en opengezaagde pekken vatte het bos vlam.
Hier veranderde het microklimaat weer, legt Bambang Saharjo uit. „De temperatuur klom hier naar 35 graden, de luchtvochtigheid daalde naar 50 procent en er ontstond wind. En de grote hoeveelheid omgevallen bomen en takken diende als aanmaakhout voor de kachel, die door de openingen van het bladerdak verhit en uitgedroogd raakte.

El Niño
Kan een door vuur aangetast bos zich weer herstellen? Saharjo schudt somber zn hoofd. „Normaal gesproken wel. Als het verder met rust gelaten wordt en als er wat ongeschonden bos naast ligt, van waar uit planten- en diersoorten weer kunnen terugkeren. Maar vuur lijkt eerder een alibi voor plantage-eigenaren en houtkapmaatschappijen om het overgebleven bos nog sneller te kappen. Het is immers toch al kapot, zo denkt men dan.
Het vuur dat in de tropen woedde, zag er aanvankelijk niet angstaanjagend uit. Het kroop laag en langzaam over de grond, in tegenstelling tot de hoge en hevige kronenvuren in de noordelijke bossen, en verkoolde slechts het onderste gedeelte van de stammen. „Maar juist die aantasting is zo desastreus, zegt Saharjo. „De bomen kunnen er niet tegen en sterven. Dan, na een maand of een paar jaar, vallen ze om en vallen er nog grotere gaten, waarna nog meer droogte en hitte ontstaat. En dat is nu gaande, in de Amazone, in Afrika en vooral in Indonesië. Dit jaar of volgend jaar wordt een nieuwe El Niño verwacht. Dat betekent bij ons een lange, zeer droge periode met harde noord-noordoostenwinden. Dan zal alles wat hier op de bodem van het gewonde bos ligt uitdrogen en opwarmen. Wanneer dan het vuur uitbreekt, zal Indonesië de grootste bosbranden krijgen die het ooit heeft meegemaakt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 29 augustus 2001

Terdege | 96 Pagina's

Verwoestend vuur

Bekijk de hele uitgave van woensdag 29 augustus 2001

Terdege | 96 Pagina's