Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE GEMEENTE EN DE THEOLOGIE - DE THEOLOGIE EN DE GEMEENTE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE GEMEENTE EN DE THEOLOGIE - DE THEOLOGIE EN DE GEMEENTE

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Theologen, ambtsdragers, broeders en zusters,
Dat zeg ik 20 in opklimmende orde van belangrijkheid. Om de broeders en zusters, om de gemeente gáát het.

Als het daar in de theologie 00k om gaat, is zij heilzaam.

Als het daar in de theologie niet om gaat, is zij gevaarlijk.

Maar het kan ook nog omgekeerd: een theologie die alleen maar naar de gemeente kijkt, haar naar de mond praat, is ook gevaarlijk.

Theologie moet naar het hart van de gemeente spreken. Dat is wat anders. Dat is spreken vanuit de toonhoogte van het Woord. Dat is spreken volgens de maatslag van het geloof.

Theologie en gemeente - er is noodgedwongen wat afstand tussen die twee. Want de theologie heeft ook kenmerken van vakmanschap, die maken dat haar spreken voor de niet-getrainde daarin op het eerste gehoor niet doorzichtig is. Maar is dat effect er niet evenzeer als een willekeurige theoloog (om geen anderen te noemen) luistert naar twee meubelmakers die over hun ambacht spreken?

Echter - wanneer het daarmee gezegd is, deugt het niet. De afstand tussen theologie en gemeente mag geen gesloten grens worden. Het is de kerk die daarover mag - en moet - waken. Het is goed zoals het bij ons geregeld is. De theologische opleiding staat onder toezicht van door de kerk geroepen curatoren. Kerkelijke vergaderingen, de particuliere synodes en de generale synode hebben het laatste woord over de opleiding tot dienaar des Woords en over de beoefening van de theologische wetenschap.

Hoe dat kan gebeuren? Al op de Dordtse Synode van 1618/1619 was daar een mooi voorbeeld van dat toezicht dat de kerk uitoefende - en dan doel ik even niet op de manier waarop de leer van de kerk daar met veel theologische adviezen in het centrum van de aandacht stond (Dordtse Leerregelsl). Nee, ik doel op een conflict dat daar ter tafel kwam tussen twee professoren van de Franeker Academie, Lubbertus en Maccovius. De synode wist met wijsheid te spreken, zodat de zaak ‘minnelijk werd afgedaan’ (Acta 4 mei 1919, 152e zitting). Daarbij diende evenwel een commissierapport ad hoc, dat niet werd weersproken, en dat zei dat Maccovius weliswaar geen grote dwaling viel te verwijten, maar dat hij te berispen was ‘over zijn te scholastieke manier van doceren en zijn eenzijdig supralapsarisme’.

Het gaat nu niet om wat daar inhoudelijk aan de orde was, maar om het feit dat de synode feitelijk de theologie vermaande niet in speculaties zich te verwijderen van het geloof waar de gemeente van leven moet.

Het ging dus ook over de manier waarop het ambacht van de theologie werd beoefend. Je kunt zeggen: dit was een signaal van de kerk, dat de theologie te ver uit het zicht geraakte. De herkenbaarheid van de taal van het geloof was in het gedwing.

De kerk trekt terecht aan de touwtjes van de theologie, wanneer de theologie de taal van de kerk niet meer spreekt!

Maar er is ook iets omgekeerds, dus de zaak bezien vanuit de theologie in de richting van de kerk. Ik denk aan het woord van de Here Jezus met het 00g op zijn discipelen: “Daarom is iedere schriftgeleerde, die een discipel geworden is van het Koninkrijk der hemelen, gelijk aan een heer des huizes, die uit zijn voorraad nieuwe en oude dingen te voorschijn brengt” (Matt. 13:52). Jezus gaat in de laatste periode van zijn aardse opdracht zijn discipelen in het bijzonder onderrichten ten aanzien van het Koninkrijk der hemelen. Zíj zullen de schriftgeleerden zijn. Dat blijkt ook uit de strafrede die we van de Here Jezus vinden in Matteüs 23 en die juist gericht is tegen de Farizeeën en schriftgeleerden. Tegen hen zegt Jezus dan immers: “zie, Ik zend tot u profeten en wijzen en schriftgeleerden…” (vs 34).

Hoe zorgvuldig omschrijft de Here Jezus de taak van deze schriftgeleerden: “die onderwezen zijn in het Koninkrijk. Zij zijn gelijk een heer des huizes die uit zijn voorraad nieuwe en oude dingen te voorschijn brengt”. Ik ga dat woord nu niet helemaal uitleggen. Het gaat op dit moment om één aspect: de nieuwe en de oude dingen. Daar zit de baanbrekende boodschap van het evangelie in. Hoe nieuw is alles geworden en wordt het nog met Jezus Christus! Het evangelie van het Nieuwe Testament, van de vervulling. Het is schokkend geweest, en dat moet het nog zijn - de kerk en de theologie dienen er samen nog regelmatig van te beven. Het doorbreekt de dood van de zonde en van het denken. En het geloof alleen snapt het!

Maar er zit ook de rust van het bekende in. Ook oude dingen worden uit de voorraad opgediept! Er was niet zomaar sprake van een theologische revolutie. Het oude ging niet overboord. Het nieuwe maakt dat geleerd mag worden met nieuwe ogen naar het oude te kijken. Zo is het Nieuwe Testament gekomen door deze schriftgeleerden van het Koninkrijk als werktuigen in de handen van de Heilige Geest. En zij zelf kregen ogen die de oude schatten opnieuw leerden koesteren.

Daarin leren we iets van de stijl van God die ook de stijl van de theologie moet zijn. De pedagogiek van de theologie. Zo moet het toegaan tussen kerk en theologie, tussen theologie en kerk. Dat is niet saai, dat is niet angstig. Dat is niet doods. Dat is levend en nieuw.

Maar tegelijk is het oud. Want het geloof is de regel van de herkenbaarheid, het geloof dat zich hecht aan Christus, en dat zich hecht aan Zijn Woord en zich daar gelovig aan laaft, met verstand en hart.

Wat hebben we vandaag gedaan? Theologie bedreven? Nee. We hebben samen naar de Here gezien, met de vraag in ons hart: Here, hoe wilt u gediend worden? Door ons als theologen, als ambtsdragers, als gemeenteleden. En tenslotte zijn we daarin allemaal ambtsdragers. Geroepen door het Woord.

En dat Woord is niet van de theologie - het is van de kerk.

En zo is Christus niet gegeven aan theologen, maar aan de gemeente (Ef. 1:22).

En zo is de Heilige Geest niet gegeven aan theologen, maar aan de gelovige gemeente (Ef. 1:13).

Opdat we samen zullen worden voorbereid voor onze hoogste roeping: de lof te zingen van het Lam.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 november 1994

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's

DE GEMEENTE EN DE THEOLOGIE - DE THEOLOGIE EN DE GEMEENTE

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 november 1994

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's