Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het wonder van vrije genade

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het wonder van vrije genade

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

En de kamerling antwoordde Filippus. Hand. 8 : 34.

Gods ware volk weerspiegelt op de aarde het eenzijdige Godswerk van soevereine genade. Alzo zijn ze leesbare brieven van Christus. Van al de door Gods genade wedergeborenen kan gezegd worden: „Onverdiende zaligheid, heb ik van mijn God genoten, ik roem in vrije gunst alleen". Hoewel het waar is, dat de Heere in de bediening van vrije genade door de prediking Zich vrijmaakt van iedere hoorder en de eis van bekering drukt op ieder- mens, geeft dat niet de vermogens aan de mens om in eigen "ermogen zich te bekeren. Dat ZQU een vsrloochening van de doo.dstaat betekenen. Daarom moet met alle liefde, die er is tot onze medemens op weg naar de eeuwigheid gewezen worden op het wonder van vrije genade. Anders wordt juist in de oproep, waarin de mens dat vermogen wordt aangepraat, de mens liefdeloos bedrogen voor de eeuwigheid. Al wordt dan in alle toonaarden het lied der genade voorgezongen.

Het is God, Die Zelf werkt. De noodzakeUjkheid van genade voor een ellendige, schuldige, en verloren zondaar. De Heere werkt een wonder, in de mens, zonder dat er van de.mens zelf wat in aanmerking komt.

De geschiedenis van de tekstwoorden wijst naar de vervulling van Gods raad in de toebrenging van de heidenen. De Heere spreekt daarvan in Zijn Woord: „Ik zal Rachab en Babel vermelden onder degenen, ' die Mij kennen".

nen". Hij zal zeggen tot het noorden: geef, en tot het zuiden: houdt niet terug. De grote schare zal bestaan uit alle talen en volken. Het wonder der genade bepaalt ons bij een Moorman. Zijn natuurlijke huidskleur is zwart. Maar al is daarmee onderscheiden een kleur van de wereldbevolking, hij is in niets onderscheiden van wat alle mensen gemeen hebben. Ook hij is een Adamskind en vanwege de zonde onderworpen aan de drievoudige dood. Dat leeft hij met alle mensen uit, al is dan de uiterlijke uitleVing van ieder mens niet gelijk. Toch leeft hij onder de vloek en het oordeel Gods. Een vraag komt steeds maar weer terug bij het beluisteren en lezen van vele verhandelingen over het Woord van God. Waarom wordt toch in de aanspraak van de hoorder of lezer daaraan voorbijgegaan? Is de rijk­ dom van de genade dan niet aanwezig? Is het bloed van Christus dan'niet genoegzaam? Is de mens, die leeft onder de boodschap van het Woord van God, dan niet verantwoordelijk, ja, zelfs veel meer dan hen, die het Woord nooit hoorden?

Al deze vragen kunnen met een volmondig ja worden beantwoord. Maar dat alles verlost de mens niet van zijn doodstaat en de ont-' zaggelijke gevolgen van deze, zonder de geschonken genade Gods. Daarom moet er ook op gewezen worden dat genade niet in eigen Ia-acht kan worder aa»/; ^"»; !repen of door goede werken wordt ver ^^'^'rven. Genade is en blijft een daad van Goos soevereine genade. Hierdoor alleen wordt d i mens van dood levend gemaakt.

Maar de vruchten van dj levendmaking k\mnen niet verborgen blijven. Het geschonken nieuwe leven openbaart zich naar buiten in de vruchten van geloof ei bekering. Duidelijk leert de Heere dat in de geschiedenis van de Moorman.

Hij was een kamerling en gesnedene, een onvruchtbaar gemaakte. Hij is naar de natuur in een onherstelbaar vruchteloos bestaan te- _rechtgekomen. Zo leeft hij zijn onvruchtbaar leven uit om eigen schuld. Hij heeft daar buiten de genade Gods geen last van. In het zelfgekozen leven voelt hij zich thuis en heeft geen begeerte van .zichzelf om daar van verlost te worden. Toch zal de Heere deze vruchteloze man, door genade, vruchten doen voortbrengen, welke de Heere aangenaam zijn. Hij is de schatbewaarder van zijn koningin. Hij dient deze met zijn gehele hart. Hij koestert zich in de schatten van een ander, maar hij weet niet dat hij een arme, verloren zondaar is. Toch zal de Heere in de weg van de doorleefde armoede hem doen delen m de schatten en rijkdommen van Christus. Daarin mag hij zijn hoogste verlustiging vinden. De Moorman, deze zwarte zondaar, is van eeuwigheid geliefd en in Christus verkoren. Hij is door Gods . eeuwige Geest van dood levend gemaakt en zal geleid worden tot de noodzakelijke zaUgmakende kennis van het Lam Gods." Hij heeft zijn geboortegrond' daartoe moeten . verlaten. Hij heeft Morenland vaarwel gezegd. De schatten, 'eer en rijkdom hebben de nood van het leven niet kunnen oplossen. Alles is ongenoegzaam geworden voor de eeuwigheid.

Met een innerlijke droefheid naar God en een hartelijk afscheid van zijn vorig leven is hij uitgedreven om van de nood van zijn ziel verlost te kunnen worden. Hij trekt naar Jeruzalem om te gaan bidden. Hij heeft een rein begeren om te leven naar de inzettingen des Heeren. Hij zoekt om in de betrachting van de eis des Heeren zijn ziel en God te bevredigen. Hij heeft dit in Jeruzalem niet gevonden. Door de ware ontdekking van zichzelf is hij bij de ijdele vormdienst als een teleurgestelde en ellendige met de last van zijn zonden uit Jeruzalem gedreven. Als een wonder van de onderhoudende en onderwijzende genade heeft de Heere hem in de weg der middelen het Woord Gods doen overhouden. Zijn leven is verklaard in Psalm 119: , Uw Woord kan mij, ofschoon ik alles mis. Door zijnen smaak, en hart en zinnen stre­

len. Zie hem zitten op de wagen. Een óm God vej; legen méïis, met een uitgereikte schuldbrief, met een aanvaarde schuldbrief, die van zijn zijde nooit te voldoen zal zijn. Toch schreeuwt zijn ziel naar de levende God. Wie zal het voor hem oplossen? Wat deze Moorman niet opgelost kan krijgen, zal God Zelf oplossen. Daarin komt zijn genadeleven openbaar. De godsdienstige mens lost het zelf wel op en grijpt in eigen vermogen, wat nooit van God werd toegerekend of geschonken. Het ware genadeleven leert door waar geloof te omhelzen wat van de hemel wordt geschonken.

De Heere zal de levensnood en de levensvragen oplossen in de weg van de genademiddelen. Daartoe zendt de Heere Zijn dienaars. Filippus mag en moet en wil daartoe de weg gaan, die de Heere hem aanwijst.

De woeste weg waarop de Moorman en Filippus elkaar ontmoeten, is voor de genade een zeer vruchtbare weg. De Heere doet daar Zijn kinderen elkander ontmoeten. Op de woeste weg ontmoeten elkander de ware vromen, ver van de wereld en wereldse plaatsen. Daar krijgt God de eer en de gemeente

Gods de zaligheid. Het is gebonden aan h'et levende Woord Gods en aan de levende bediening van Christus. Het is het zaligmakend onderwijs door de Geest Gods. Dan valt het vlees erbuiten en verbindt de genade. Twee door God aan elkander gebonden mensen hebben elkaar van God gekregen. De heilige bladeren uit de profetie van Jesaja zijn geopend. De Heilige Geest moet ze openen voor beiden. De één in het ontvangen van de waarheid en de ander in het ontvouwen van de waarheid.

Verstaat gij wat gij leest? Wat verstaat de Moorman wel? Dat hij een gevonniste zondaar is voor God. Dat de zonde om' voldoening vraagt en de ; schuld om betaling, dat God om Zijn récht komt. Het Woord Gods wijst naar het Lam, de Moorman leest van het Lam, hij tracht te begrijpen de bediening van het Lam, maar hij kan er met zijn verstand niet uitkomen. Voor zulkeen krijgt de bediening der genade zijn waarde. Zij snakken naar onderwijs van de hemel en ontvangen ook onderwijs. Hierin onderscheidt zich de genade van de beschouwende kennis van de godsdienstige mens. De beschouwende kennis is een dodelijke vrucht van de val. Zij doet dan met de waarheid wat het zelf gepast Vindt. Men bekeert zich dan zelf, en verlost zichzelf, en men komt er altijd met zichzelf weer uit. De waarheid, die gelezen wordt, wordt door de mens zelf toegepast. Door niets is het af te nemen en als gerusten te Sion en zekeren op de weg naar Samaria leeft men rustig verr der. Zij spreken een wee uit over de noodzakelijkheid tot zelfonderzoek. Want zij zijn kinderen Gods en hebben er deel aan, zo menen ze.

Bij de Moorman moest in zijn leven wat geschonken en geopenbaard worden. Aan .de Moorman moest Christus verklaard en geschonken worden. Het geschonken en het door Gods Geest werkzaam gemaakte geloof mag dan eigenen. Ziet de van alle hoogten ontdane zwarte zondaar gewillig luisteren naar de prediking van Filippus. Hij mag verstaan de bediening van het Lam. In de voorstelling van Hem, verlangt zijn ziel naar Hem. In Hem is het leven. Zijn prijs is volkomen, Zijn gerechtigheid is voldoenend. In de verkondiging van de enige Naam gegeven tot zaligheid mag hij beluisteren de gave Gods. De komende, geopenbaarde, werkzame, genoegdoenende Jezus is de noodzakehjke maar ook geschonken en aanvaarde Persoon des Middelaars.

In Hem gevonden worden is zijn begeerte, daarom kan hij afdalen in het water om zijn ondergaan te aanvaarden, maar dan ook uit de dood ^verrijzen om d^ toegerekende gerechtigheid van Christus als de Zijne door het geloof te omhelzen. Voorwaar, zulken reizen hun weg met blijdschap.

D.

Ds. P. Blok.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 juni 1979

De Saambinder | 8 Pagina's

Het wonder van vrije genade

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 juni 1979

De Saambinder | 8 Pagina's