Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KAN ER OVER ELKE TEKST GEPREEKT WORDEN?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KAN ER OVER ELKE TEKST GEPREEKT WORDEN?

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een vraag

Zo luidde de vraag die in de redactievergadering werd gesteld. Het antwoord is heel eenvoudig: neen. Er zijn teksten in de Bijbel waarover niet gepreekt kan worden. Eigenlijk moeten we het probleem anders formuleren. Er zijn verzen in de Bijbel die men niet tot tekst kan kiezen. De lezer zal vragen, hoe dat komt. Dat hangt ermee samen dat er dingen in de Bijbel worden verteld, die dienen als toelichting op zaken of punten die verkondigingsstof bevatten. Een bekend voorbeeld in dit verband is Psalm 14:1 a: De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God! Ook al zou men vers 1 b erbij nemen: ”Zij bedrijven gruwelen en afschuwelijke misdaden, niemand is er die goed doet”, dan heeft men in dat hele eerste vers nog niet een tekst die bepreekt kan worden. Net zomin als men over een vraag van een catechismuszondag kan preken, evenmin kan men over de vermelding van het feit dat iemand zondigt, of over wat iemand in zijn zonde zegt, preken. Daarin zit, wat we in de predikkunde noemen, geen verkondigingsspits. Om dit laatste gaat het. Ter verduidelijking noemen we het voorbeeld van de lans. Daaraan zit een lang stuk hout (of welk ander materiaal ook), maar het gaat om de spits. Deze is niets zonder het hout. Het hout dient het doel niet zonder de spits. Het hout is niet nutteloos of overbodig. Dat kan men ook zeggen van die bijbelverzen, die men niet tot tekst kan kiezen. Ze vervullen wel een functie in het geheel. Ze maken wel deel uit van wat gezegd moet worden. Ze zijn dat echter niet, als ze op zichzelf gesteld en uit het verband losgemaakt worden. In het geheel van Psalm 14 heeft vers 1 een eigen plaats. Samen met andere verzen kan het als tekst gekozen worden. Dat is alleen mogelijk, omdat er in die psalm meer staat dan dit ene vers. We noemen nu met name de verzen 5-7. Ik zou niet graag de opdracht krijgen (of geven) om te preken over 1 Timotheus 5:23: ”Drink voortaan niet (alleen) water, maar gebruik een weinig wijn voor uw maag en voor uw gedurige ongesteldheden”. Bij een bepaald onderdeel van de ethiek kun je naar zo’n tekst verwijzen. Er een hele preek over maken, is echter nog wat anders. Ook hier ontbreekt de verkondigingsspits. We noemden twee zeer bekende voorbeelden. Er zouden ook andere bijbelverzen genoemd kunnen worden. Waar het ons vooral om gaat is dat deze verzen deel uitmaken van een groter geheel. Binnen dat grotere geheel kunnen ze meeklinken, hetzij als tegenstem, hetzij als verduidelijkend onderdeel.

Verscheidenheid in de tekstkeus.

Achter de vraag die op de redactievergadering ter sprake kwam, lag echter nog iets anders. Dat moet ook gemeld en besproken worden. Het is deze vraag, of niet ten onrechte bepaalde gedeelten van de Bijbel, en dan met name oudtestamentische gedeelten onbepreekt blijven. Is er wel voldoende verscheidenheid in de tekstkeus en wordt er wel aandacht besteed aan minder bekende bedeelten van de Bijbel? Hoe dat in de praktijk ervoor staat, weet ik niet. Ik heb geen systematisch overzicht van teksten die wel en niet bepreekt worden. Ik waag me dan ook niet aan een oordeel hierover.

Wel zou ik erop willen aandringen om regelmatig uit alle bijbelboeken te preken. Een predikant legge zichzelf die verplichting op. Dan bewaart hij zichzelf voor eenzijdigheid en zijn gemeente komt met heel de Bijbel in aanraking. Natuurlijk, er zijn gedeelten uit de Bijbel die niet passen in de lijdensweken of bij de feestdagen. Tussen de zondag na Pinksteren en de adventstijd is er echter heel wat ruimte voor oudtestamentische stoffen, uit onderscheiden boeken.

Soms is een serie preken aan te bevelen. Deze moet echter ook weer niet te lang worden. Vijftien preken uit het boek Spreuken of uit het Hooglied lijkt mij wat te veel achter elkaar. Wie zich daartoe gedrongen voelt, kan de keus op zijn minst over twee jaar verdelen. Ook wat de tekstkeus betreft moet er verandering zijn, zoals dat geldt van de spijs op de huiselijke tafel.

Een beperkte serie is goed denkbaar en wordt vaak ook dankbaar beluisterd en verwerkt.

Voor de praktijk.

Het is echter evenzeer mogelijk dat een predikant zichzelf de taak oplegt in de genoemde periode van het jaar telkens een of twee preken uit opeenvolgende bijbelboeken te houden. Dan merkt de gemeente dat de dominee zich inspant om haar met heel de Bijbel vertrouwd te maken.

Een andere mogelijkheid is een bepaald bijbelboek (of als het om een groot boek gaat, een deel daarvan) in een bijbelstudiekring te behandelen, om in een volgend jaar enkele hoofdstukken daarvan te bepreken. De omgekeerde volgorde is ook denkbaar, maar voor de predikant waarschijnlijk tijdrovender.

Ik wil niet zeggen dat beperking in de tekstkeus enkel uit gemakzucht voorkomt. Er kunnen zoveel factoren meespelen. Wel zou ik tot verscheidenheid willen aansporen, zó dat elk bijbelboek op zijn tijd aan de orde komt. Als men telkens één tekst per bijbelboek neemt, is het ook niet zo erg als er eens teksten bij zijn, die de predikant minder liggen. De volgende week heeft hij toch weer een ander boek om zijn keus uit te maken.

Het is voor predikant en gemeente verrassend en verrijkend om steeds weer andere, minder bekende bijbelgedeelten uit te leggen of uitgelegd te krijgen. Ik zou er vooral op willen aandringen dat een predikant elke zomer een bepaald bijbelboek (met name dat waaruit men minder gauw zijn tekst haalt) speciaal bestudeert met het oog op de preken na de zomer.

Hoe men uit het Oude Testament over Christus preekt is een onderwerp dat in de kring van de predikanten thuishoort. Het behoeft niet in ’Ambtelijk Contact’ besproken te worden.

Wel zou ik willen zeggen dat het voor een predikant stimulerend kan zijn om op bepaalde teksten te worden gewezen. Het is niet zo, dat elk gemeentelid het recht heeft de tekst van zijn of haar keus behandeld te krijgen. Wel denk ik dat het goed is dat een predikant zijn best ervoor doet om teksten, waarop gemeenteleden hem attent maken, of waarmee zij moeite hebben, na verloop van tijd te bepreken. Dat stimuleert het luisteren en het meeleven. Een predikant heeft tijd nodig om met een bepaalde tekst klaar te komen. Het is geen eis om aanvragen tot behandeling van een bepaalde tekst te voldoen. Wie zal echter een vriendelijk verzoek afwijzen? Zo kan een predikant tot de keus van een tekst komen, die hij anders nooit zou hebben bepreekt.

Verscheidenheid is gewenst. Bezig zijn met minder bekende of geheel onbekende teksten is - op zijn tijd - noodzakelijk.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 april 1991

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's

KAN ER OVER ELKE TEKST GEPREEKT WORDEN?

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 april 1991

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's