Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GEWIJDE GESCHIEDENIS N.T.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEWIJDE GESCHIEDENIS N.T.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Handelingen 8 : 26—40.

DE KAMERLING EN FILIPPUS.

1. De opdracht aan Filippus.

2. De gezegende ontmoeting.

3. De wonderlijke scheiding.

De kamerling uit het Morenland is door genade geworden een ernstige zoeker, een heilbegerige hoorder en een oprechte belijder.

Daarin is hij een beschamend voorbeeld voor vele rechtzinnige belijders die trouw naar de kerk gaan maargeen zoekers zijn, omdat ze niets missen. Die wel hoorders zijn, maar helaas niet heilbegerig. Die wel een belijdenis hebben, maar in dat belijden de ware oprechtheid missen.

Voor de Moorman komt de hemel in beroering en ontvangt de bekende Jeruzalemse diaken, die ook Evangelist is, een hemelse opdracht.

Gods wegen zijn vaak wonderlijk en raadselachtig.

Filippus moet een vruchtbaar arbeidsveld verlaten en heengaan naar de weg die van Jeruzalem afdaalt naar Gaza, welke woest is.

Met een bezwaard hart was die kamerling naar Jeruzalem gegaan, waarschijnlijk was hij een proseliet.

Hij was een zoon van Cham en kwam uit dat tussen Egypte en Abessinië lag'. Ethiopië

In de tempels te Maroe kan hij geen bevredigingvinden voor de vragen zijner ziel.

Ook in Jeruzalem werd hij teleurgesteld.

De wet-en schriftgeleerden hebben zijn bezwaard gemoed nog meer met inzettingen belast.

De offerdienst in de tempel heeft hem bepaald bij de grote waarheid: Geen verzoening dan door voldoening.

Teleurgesteld vangt hij de terugreis aan.

De koningin van Scheba had eenmaal de grote naar de aardse Salomo niet tevergeefs gemaakt. reis

Deze man is diep teleurgesteld.

Toch is er in al de donkerheid een lichtpunt.

Waarschijnlijk voor een grote som gelds heeft hij een overzetting gekocht van het Hebreeuws Oude Testament in het Grieks.

Nu kan hij Gods Woord lezen.

Hg doet het overluid.

Filippus die aan de hemelse opdracht niet ongehoorzaam is geweest hoort hem de profeet Jesaja lezen en vraagt: Verstaat gij ook hetgeen gij leest?

Daardoor kwam er contact tussen een rijke Moorman en een eenvoudige Israëliet.

De Moorman zit vlak bij de heilbron maar die bron moet worden geopend.

De Heere gebruikt daarvoor geen engel evenals bij de herders van Bethlehem.

De kerk is gekomen in een staat van mondigheid, en nu treden de engelen achteruit.

Een mens, die een zondaar is en de schat der verzoening heeft gesmaakt, kan uit ervaring het rijke Evangelie brengen.

Dat kan een engel niet.

Een engel kan veel mooier zingen dan de beste zanger op aarde.

Denk maar aan het „Ere ztf God in de hoogste hemelen, vrede op aarde in de mensen een welbehagen."

Maar weet ge, wat een engel niet kan zingen:

„Zo ver het West verwijderd is van 't Oósterl, Zo ver heeft Hij om onze ziel te troosten, „Van ons de schuld en zonde weggedaan."

Filippus doet zijn mond open en gaat spreken het Lam Gods, dat Zijn mond niet opendeed. over

De Heilige Geest opent het Evangelie van Jesaja en het hart van de Moorman.

Toen het hart van Lydia geopend werd gaf zij acht op hetgeen Paulus sprak.

Dan wordt de prediking levend en krachtig en wordt hartveranderende en verstandverlichtende genade geschonken.

Dan wordt de heilbegerige hoorder ook een dader des Woords die gemeenschap zoekt met de Rotssteen deieeuwen.

W£.t is het werk Gods eenvoudig en aantrekkelijk.

Vele predikers van onze tijd gaan de Waarheid verdogmatiseren en vertheologiseren, zodat een eenvoudige ziel stenen krijgt voor brood.

Het oordeel blijft niet uit, want de Heere laat zich niet in zielloze vormen binden en houdt Zijn Geest in.

Zeker, de dogmatiek is de ruggegraat voor de exegese maar als er geen behoefte is aan de toepassende bediening van Gods Geest dan krijgen de onbekeerden eelt op hun ziel en Gods arme volk zit te verkleumen.

Als de Heere de Schriften opent worden de van de Emmaüsgangers brandende. harten

Dan is ons kerkgaan geen harde plicht, maar een innerlijke lust en stemmen we in met Ps. 84: „Hoe branden mijn genegenheên, om 's Heeren voorhof in te treen; mijn ziel bezwijkt van sterk verlangen."

Dan zullen we evenals de Moorman met zegen voor ons hart de middelen der genade, Woord en Sacrament gebruiken.

En al is het dan dat de Geest des Heeren Filippus wegneemt; en al is het, dat de weg een woeste weg is die dwars door de woestijn loopt, het hindert de Moorman niet, want hij reisde zijn weg met blijdschap.

De Heere neemt Zijn knechten, die ons tot zegen waren wel eens weg, opdat we niet in het schepsel zouden eindigen.

Voor Gods ware volk is dat niet zo erg, want ze leren zingen: „In God is al mijn heil, mijn eer."

Ds A. DE BLOIS.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 december 1950

Daniel | 12 Pagina's

GEWIJDE GESCHIEDENIS N.T.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 december 1950

Daniel | 12 Pagina's