Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

RELIGI - - - EUS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

RELIGI - - - EUS

DE BIECHT Wat de Bijbel leert

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voorop staat de bijbelse waarheid dat alleen God zonden vergeeft!

"Wie kan de zonden vergeven dan alleen God?" (Mark.2:7).

Deze bijbelse waarheid wordt met voeten getreden door de stellige declaratie van de priester: "Ego te absolvo" = "Ik spreek u vrij". Een dienstknecht van Jezus Christus kan en mag nooit in deze stellige vorm 'vrijspreken' en 'zonden vergeven', omdat hij geen hartenkenner is! Hij kan nooit weten of de biechteling een waarachtig berouw of een waarachtig geloof heeft. Dat weet de alwetende God alléén, Die de harten doorgrondt!

Daarom kan een dienaar van Christus alleen op voorwaardelijke wijze de vergeving uitspreken: "Indien gij waarachtig berouw hebt, en indien gij uw toevlucht neemt tot Jezus Christus alléén, de enige Zaligmaker, zo verkondig ik u de vergeving der zonden in de Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes."

De Schriftplaatsen die Rome voor haar biechtsacrament aanhaalt, spreken geen van allen van een belijdenis aan een priester om daardoor de absolutie of vrijspraak te verkrijgen.

Rome wijst in het bijzonder naar Joh.20:22-23:

"En als Hij dit gezegd had, blies Hij op hen, en zeide tot hen: Ontvangt de Heilige Geest. Zo gij iemands zonden vergeeft, dien worden ze vergeven; zo gij iemands zonden houdt, dien zijn ze gehouden".

Tot wie richtte Jezus deze woorden? Tot de discipelen! Aan hen draagt Jezus op het Evangelie der verzoening te verkondigen. Zij worden uitgezonden om te prediken!

"En in Zijn Naam moet gepredikt worden bekering en vergeving der zonden onder alle volken, beginnende van Jeruzalem" (Luk.24:27).

Deze zending gaat gepaard met de gave van de Heilige Geest. Het lijkt mij dan ook zonneklaar dat hier zeker geen sprake kan zijn van zondenvergeving, want nergens in de Bijbel wordt aan de Heilige Geest toegeschreven dat Hij zonden 'vergeeft', wel dat Hij van zonden 'overtuigt'! Dus nooit kan het de bedoeling zijn geweest dat de discipelen hier de macht zouden ontvangen om zonden te vergeven.

Zij werden gezonden om in Jezus' Naam bekering en vergeving der zonden te 'prediken' onder alle volken. De apostelen en hun medearbeiders hebben Jezus' opdracht ook op deze wijze verstaan. Dit blijkt uit het feit dat zij vergeving van zonden en eeuwig leven verkondigden op het geloof in Jezus Christus.

Lees daarover Hand.2:37-38; 3:19; 5:2932; 10:38-39: 10:42-43. Nergens lezen wij dat de apostelen de mensen uitnodigden om hun zonden aan hen te komen belijden en dat zij hen de absolutie gaven. Integendeel, wij lezen dat zij predikten: "Indien iemand gezondigd heeft, wij hebben een Voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de Rechtvaardige" (Joh.2:1).

Hoe pijnlijk toch dat Rome dit beslist afwijst! (zie c.3 van Conc.Trente). Rome heeft blijkbaar geen begrip voor de volkomenheid der verlossing, verzoening en vergeving, welke Christus door Zijn verzoenend lijden en sterven heeft aangebracht. Rome heeft de macht om de zonden te vergeven van de ene Middelaar Jezus Christus overgedragen op de priester, die als middelaar tussen God en mens fungeert.

DE ELEMENTEN VAN DE BIECHT EN DE SCHRIFT

1. Het berouw.

In de 'Katholieke Katechismus voor Volwassenen' staat daarover het volgende geschreven:

"Dat is de inwendige spijt en de afschuw over de zonde die men gedaan heeft, met het voornemen, voortaan niet meer te zondigen. Dit berouw wordt volmaakt berouw genoemd, als de beweegreden de door God geschonken liefde is (berouw uit liefde). Een zodanig berouw heeft de kracht, de dagelijkse zonden te vergeven; ook schenkt het vergiffenis van zware zonden, als het samengaat met het vaste voornemen om ze alsnog in het sacrament te belijden. Het berouw wordt onvolmaakt genoemd, als het voortkomt uit het bewustzijn hoe lelijk de zonde is, of uit angst voor de eeuwige verwerping en andere straffen (berouw uit vrees)".


De vergeving der zonden zou eeuwig onbereikbaar blijven, indien wij haar moesten verdienen met 'ons' berouw!


Maar zo leert de Bijbel toch niet!

Hoe zou vergeving van zonden geschonken kunnen worden op grond van berouw? Zeer zeker, wie de Bijbel leest zal toestemmen dat God van ons vraagt dat er droefheid is over de zonde en dat wij ons voor God verootmoedigen. Maar wie kan een zo volmaakt berouw aanbieden, dat in overeenstemming zou zijn met de grootte van de schuld? Wanneer iemand op 'berouw' zijn hoop op vergeving moet bouwen, zal hij niet verder komen dan tot wanhoop en vertwijfeling. Maar wanneer een zondaar op Jezus ziet, zal steeds een hartelijk leedwezen over de zonde worden gewekt.

Nooit kan berouw kracht hebben om zonden te vergeven!

Nooit kan berouw de grond zijn van vergeving van zonden!

Dat doet Rome nu in haar biecht. Daardoor zet Rome het Evangelie opzij, dat ons leert dat Jezus Christus het enige Zoenoffer is voor onze zonden. De vergeving der zonden zou eeuwig onbereikbaar blijven, indien wij haar moesten verdienen met 'ons' berouw!


Wie zou met een goed berekende en uitgetelde zondenlijst voor God kunnen bestaan?


2. De Schuldbelijdenis.

De 'Katholieke Katechismus' leert: "Het is daarom noodzakelijk dat de boeteling de zware zonden (doodzonden), die hij zich na zorgvuldig gewetensonderzoek herinnert, zodanig belijdt dat de concrete situatie wat aantal, soort en omstandigheden betreft, voldoende duidelijk wordt. Volgens het gebod van de kerk is iedere gelovige na het bereiken van de jaren des onderscheids verplicht, zijn zware zonden minstens eenmaal per jaar oprecht te belijden. Het belijden van de dagelijkse zonden (kleine zonden) die ons niet uitsluiten van de gemeenschap met God, is niet noodzakelijk, maar wordt door de Kerk als nuttig aanbevolen" (p.367).

Het is toch een onmogelijke opgave om een juiste en nauwkeurige opsomming te geven van alle zonden. Trouwens, reeds de gedachte aan zo'n opsomming ontspringt niet aan een diep zondebesef. Wie zondaar voor God is geworden, zal in zijn leven een zo grote opeenstapeling van zonden zien, dat hij niet zal weten waar hij beginnen of eindigen moet.

David roept het uit: "Wie zou de afdwalingen verstaan? Reinig mij van de verborgen afdwalingen" (Ps.19:13).

En in Ps.38: "Want mijn ongerechtigheden gaan over mijn hoofd; als een zware last zijn zij mij te zwaar geworden" (vers 5). We zien hier dat David vanuit een waarachtig zondebesef tot het inzicht komt dat het getal der zonden niet te berekenen valt. Wie zou met een goed berekende en uitgetelde zondenlijst voor God kunnen bestaan? Roept Mozes niet uit: "Gij stelt onze ongerechtigheden voor U, onze heimelijke zonden in het licht Uws aanschijns." (Ps. 90:8).

De Bijbel wil een zondebelijdenis die niet blijft staan bij een optelsom, maar die het ganse hart voor de Heere uitspreekt. Een belijdenis die zo diep is dat we onze volstrekte verdorvenheid zien en met de tollenaar gaan bidden: "O God, wees mij zondaar genadig".

3. De Voldoening (Penitentie).

De Katholieke Katechismus leert:

"Door de voldoening moet de door de zonde aangerichte schade en de door de zonde verwerkte ergernis voor zover mogelijk op passende wijze weer worden goedgemaakt. De penitentie dient tevens om zich te oefenen in het nieuwe leven; ze is een geneesmiddel tegen de zwakheid. Daarom moet de penitentie, voor zover dat mogelijk is, in een zekere verhouding staan tot de zwaarte en de aard van de zonden. Ze kan bestaan in gebed, in offer in versterving, in dienst aan de naasten en in werken van barmhartigheid.


Wat mogen wij dankbaar zijn dat wij met al onze zonden bij Jezus Christus terecht kunnen.


Hoe kan aan een heilig God voldoening gegeven worden door goede werken, als aan onze beste werken nog de smet der zonde kleeft?

Overduidelijk is Gods Woord dat leert dat vergeving van zonden uit louter genade en zonder enige verdienste van de kant van de mens geschonken wordt, alleen om de verdienste van Jezus Christus!

Paulus getuigt: "God bevestigt Zijn liefde jegens ons, dat Christus voor ons gestorven is, toen wij nog zondaars waren" (Rom.5:8).

In Titus 3:4-5 staat er geschreven: "Maar wanneer de goedertierenheid van God onze Zaligmaker, en Zijn liefde tot de mensen verschenen is, heeft Hij ons zalig gemaakt, niet uit de werken der rechtvaardigheid die wij gedaan hadden, maar naar Zijn barmhartigheid".

Is er een duidelijker oordeel denkbaar over Rome's leer van voldoening door goede werken m.b.t. de vergeving der zonden?

4. De Absolutie.

De 'Katholieke Katechismus1 leert: "De biechtvader ven/uit niet alleen de taak van een rechter, maar ook van geneesheer. Hij moet handelen als vader en als broeder. Hij vertegenwoordigt Jezus Christus, die aan het kruis Zijn bloed vergoten heeft voor de zondaars… Bij de absolutie moet hij in de Naam van Jezus Christus de vergiffenis van zonden schenken" (p.368).

Jakobus 4:12 zegt: "Er is een enig Wetgever, Die behouden kan en verderven. Doch wie zijt gij, die een ander oordeelt?"

De Bijbel heeft de macht om te behouden en te verderven nooit aan mensen overgedragen!

Wat mogen wij dankbaar zijn dat wij met al onze zonden bij Jezus Christus terecht kunnen. Zijn bloed reinigt ons van alle zonden! Bij Hem is vergeving. Volkomen! Uit genade, door het geloof!

Met David mogen wij het uitjubelen: "Loof de Heere, mijn ziel, en vergeet geen van Zijn weldaden; Die al uw ongerechtigheid vergeeft, Die al uw krankheden geneest, Die uw leven verlost van het verderf. Hij doet ons niet naar onze zonden en vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden. Want zo hoog de hemel is boven de aarde, is Zijn goedertierenheid geweldig over degenen, die Hem vrezen.


Zo ver het oosten is van het westen, zo ver doet Hij onze overtredingen van ons


Zo ver het oosten is van het westen, zo ver doet Hij onze overtredingen van ons" (Ps.103).

Dit artikel werd u aangeboden door: In de Rechte Straat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 oktober 1994

In de Rechte Straat | 40 Pagina's

RELIGI - - - EUS

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 oktober 1994

In de Rechte Straat | 40 Pagina's