Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Gemeente van Corinthe

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Gemeente van Corinthe

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De hiernavolgende inleiding werd gehouden op de jaarvergadering 1959 te Gouda door onze vriend G. Kortleven en is, op verzoek van de redactie, ter plaatsing in „Daniël" afgestaan.

(Slot)

De eenzijdige verheffing van liet intellect, de leer clat eigenlijk talent alles is, leidde ook tot een zekere emancipatie van de vrouw, wie men, als zij daarvoor cle gave bezat, wilde toelaten om in cle gemeente op te treden.

Maar Paulus stelt daar tegenover de eis, clat cle vrouw in de gemeente zwijge. Ze is na en óm de man geschapen, en gelijk Christus het hoofd is van de kerk, is de man het hoofd der vrouw.

Maar het spreken zelf in de gemeente betaamt de vrouw niet, en is in strijd met cle plaats door God haar gegeven. Eindelijk komt cle intellectuele zelfverheffing uit in de gedachte der Corinthiërs over hun verhouding tot de andere kerken van het Christendom.

Als Paulus verkeerde gewoonten bestrijdt, herinnert hij meermalen aan het feit, dat de Corinthiërs daardoor met al de overige gemeenten in tegenspraak komen.

Meer dan eens legt Paulus in zijn schrijven er de nadruk op, clat hij alom in de gemeente Gods hetzelfde leert, gelijk hij nu aan de Corinthiërs schrijft. Zelfs moet hij het strenge verwijt tot hen richten: „is het Woord Gods van U uitgegaan? Of is het tot U alleen gekomen? "

Hieruit blijkt wel, dat Corinthe geen enkele autoriteit boven of naast zich wil erkennen.

Noch met cle gewoonten der moedergemeente, nóch met die der andere kerken uit de heidenen hield men rekening. Zij stonden niet zo hoog als Corinthe. En daarom was het verachten van Paulus als apostel ook een bedenkelijk symptoon, niet alleen van gebrek aan dankbaarheid jegens hem clie de gemeente had gesticht, maar ook, omdat daarin de zelfverheffing gezien werd, clie leiden kon tot algehele breuk met de andere christelijke kerken.

Ook moest Paulus zeer streng optreden tegen het overtreden van het zevende gebod.

Er waren in Corinthe veel Libertijnen, clie leerden: alles is mij geoorloofd. Dat Libertinisme, misbruik van de vrijheid in Christus, openbaarde zich in onzedelijkheid, of in het lichtzinnig oordelen

ten tijde van Paulus

over zonden tegen het zevende gebod. Het was zelfs zo, clat de gemeente een broeder die met zijn stiefmoeder gehuwd was, ongestraft liet, ja er zelfs geen ergernis aan nam.

Paulus eist clat zij de ban over hem moeten uitspreken, en hem uit het midden van hen wegdoen.

Eerst weigert de gemeente, doch eindelijk komen ze tot het rechte inzicht, en doen wat Paulus eist. Ook in andere zaken nog kwam cle libertijnse trek, die zo licht het gewijde aftrekt tot het niveau van het profane, tot openbaring.

De gemeenschappelijke maaltijden, waar aan de viering van het Avondmaal des Heeren verbonden was, werden tot gastmalen verlaagd, waar men overmatig at en dronk, zodat deze maaltijden meer geleken op de heidense maaltijden dan wel op liefdemaaltijden van des Heeren kruisdood tot de verzoening onzer zonden.

Tot dronkenschap toe moest bestraft worden.

Paulus vermaant ernstig dat men thuis eerst ete, om het symbolische karakter der maaltijden hoog te houden.

Nog een ander ernstig euvel was in Corinthe's gemeente ingeslopen n.1. het partijwezen.

Griekenland was het land van het partijwezen, zowel in de politiek als in de wijsbegeerte.

Men noemde zich gaarne naar de naam van een leraar of volksleider.

En dat gebruik had men nu op kerkelijk gebied overgebracht. Er ontstonden vier partijen.

De één noemde zich naar Paulus, de ander naar Apollos, een derde naar Cephas, en de vierde partij noemde zich naar Christus.

Paulus gaat hier sterk tegen in. Hij zegt: Is Paulus voor U gekruist? Of zijt gij in Paulus' naam gedoopt' Het was op de duur wel te vrezen, clat dit tot scheuring zou leiden.

De ene partij wilde niets te maken hebben met de andere partij. Nu zult u zeggen: dan heeft de vierde partij wel de beste keus gedaan, door zich naar Christus te noemen.

Zo moet het toch immers zijn! Op zichzelf is het natuurlijk goed zich te noemen naar de naam van het enige Hoofd der Kerk, maar niet als het geschiedde gelijk hier, om de Christus voor zich op te eisen, met uitsluiting van de andere gemeenteleden, die hierdoor werden gesignaleerd als niet van Christus te zijn. Opgeblazenheid die naar niemand wil luisteren, zich stellen boven elk gezag van apostel of leraar, dat was het kenmerk van deze mensen. Scherp treedt Paulus tegen al dit drijven op, wijst de gemeente op haar eenheid in Christus, het vernederende voor haar hoog standpunt, om zich naar mensen te noemen, en haar heerlijk voorrecht clat alle dienaren gegeven zijn om aan haar geestelijke bouw te arbeiden.

In menigerlei opzicht is het beeld van Corinthe niet zo rooskleurig te tekenen geweest. Het waren grove gebreken waarover de gemeente moest bestraft worden.

Het leven van velen in zondig intellectualisme en zelfgenoegzaam egoïsme, in libertinisme en vrijdenkerij, in gebrek aan gemeenschapsleven, individualisme en partijwezen zich tonend, deed zovéél zien van het oude griekse volkskarakter, en het echt-corinthisch type.

Toch zagen we ook veel goeds in de gemeente, waarvoor Paulus zijn God ootmoedig mocht danken. En dat goede komt hierin uit, dat Corinthe zich naar cle onderwijzing van cle apsotel heeft geschikt.

Het machtig pleidooi van de eerste brief heeft uitgewerkt, dat het zich noemen naar namen niet meer voorkwam, en de bloedschender tot berouw was gebracht. De gemeente zocht in haar meerderheid weer de liefde van Paulus te herinneren, die zij reeds meenden te hebben verspeeld.

Veertig jaar later schreef Clemens Romanus ook een brief aan Corinthe.

Iets van het oude euvel werd weer in het midden der gemeente gezien.

Men verzette zich tegen de presbyter, in de dienst der gemeente vergrijsd. Maar tegelijk mag bij de bestraffing daarover, met heenwijzing naar cle eerste Corintherbrief, Clemens aan de gemeente een loffelijk getuigenis geven van haar ijver voor de zaak des Heeren.

Corinthe's kerk roept cle kerk van alle eeuwen toe:

In de regeling van uw verhouding tot de wereld: trekt met de ongelovigen niet één juk aan — dient midden in de wereld uw God rein en vrij — kweekt aan de gaven door de Geest u geschonken, verlaagt U niet door naar mensen U te noemen — jaagt de liefde na, want die is de meeste.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 april 1960

Daniel | 8 Pagina's

De Gemeente van Corinthe

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 april 1960

Daniel | 8 Pagina's