Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BRIEFWISSELING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BRIEFWISSELING

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Beste luid jes,

Om over de Remonstrant Uitenbogaert te schrijven moet ik beginnen bij de Utrechtse pastoor Hubrecht Duijfhuijs. Deze had met Rome gebroken, en preekte in zijn kerk in zijn koorkleed, doch bediende niet meer de mis. Zijn gemeente was niet gereformeerd, hij mengde het oude heidendom naar de leer van Erasmus met het humanisme. Over cle diepere leerstukken, als rechtvaardigmaking, erfzonde en verkiezing preekte hij niet. Ook li, et hij de Catechismus links liggen. De man trok door zo ruim en zo „evangelisch" te preken, natuurlijk veel volk. Dat ivas nog 'ns een man! Bij liem kon je nog blijven ademhalen (zo meenden velen) en hij was niet zo stijl en stroef als de gereformeerde predikanten. Men schreef toen 1578. dus de tijd kort vóór de Dordtse Synode. Het is licht te denken, dat Duijfhuijs de onderwijzing des Geestes niet kende. Want zonder wedergeboorte kan niemand het Koninkrijk Gods zien. En blikken wij in dat Koninkrijk niet met verlichte zielsogen, dan genezen wij onze zondebreuk graag op het lichtst, en komt de genade Gods voor ons oog niet in het juiste Schriftuurlijk licht te staan. Zo kwam deze pastoor er dan ook toe om van een voorwaardelijke verkiezing te spreken, ivaarin God de genade aanbiedt en ons verkiest, op conditie van ons geloof, van onze toestemming. God dus afhankelijk van de mens! Ook kon men de genade nog verliezen, maar de gereformeerde vaderen leerden juist, dat de genade onwederstandelijk en onverliesbaar was. Dat ivas en is immers het rijke evangelie: de zondaar uit louter genade vrijgesproken en voor altoos behouden. In dat ivcderbaringsproces moet echter al het onze volstrekt zijn waarde verliezen om in Christus alleen behoudenis tc vinden. En heel de geschiedenis der kerk door is dat voor de natuurlijke mens het struikelblok gebleken en U en ik ivillen ook niet gaarne een arme, verloren zondaar zijn. Tenzij wij het geheim zien dat daar achter ligt.

Reeds in de eerste eeuw der christelijke kerk, na de tijd der Apostelen, kwam steeds weer de leer op, dat de mens de deugd moest betrachten om Gode aangenaam te zijn; de heidenen konden zich maar geen zaligheid denken zonder de werken der wet!

En dat is nu in ons land op vele kansels nog zo.... bekering wordt gepredikt, geloof, genade... ja, het luistert zo nauw of Gods recht ivel wordt uitgestald en verdedigd (je zoudt toch voor je souvereine Koning opkomen, nietwaar? ), maar.... dan sluipt de oude Pelagius de kansel op en mengt wat me dewerkende wilskracht van de mens in de preek. En dan houdt het op een gereformeerde preek te zijn.

„Dat raakt de eer van mijn Koning, " zei een oud vrouwtje in Kralingen in de kerk van Ds van der Groe. Er was een ring-predikant op getreden en toen hij van de preekstoeltrap daalde, stond moedertje klaar en hield haar knokige vingers onder zijn neus: „mannetje, mannetje, hoe durf jij op de preekstoel van die godzalige van der Groe te klimmen? " (Dit is historisch).

Zeg nu niet, dal is weer zwarigheid en narigheid, neen, het gaat in de ware leer om de volstrekte souvereiniteit en de glorie Gods — Hij op 't allerhoogst verheven, de zondaar ten diepste vernederd. Laat u deze grondslag der leer nimmer ontfutselen, beware de Heere ons er bij.

Welnu, Uitenbogaert, die later predikant in de gereformeerde kerk zou worden, hoorde in zijn jeugd pastoor Duijfhuijs gaarne. Duijfhuijs zal ook wel sierlijk hebben gesproken, een genot om te horen. Zilveren geheelde schalen, maar hij legde er geen gouden appelen van de ware leer op.

Ds Uitenbogaert is de voorman der Remonstranten geworden. In zijn hart is hij nooit de gereformeerde leer geheel toegedaan geweest, al had hij zelfs op stadskosten in Gerieve bij de grote reformator Beza gestudeerd. Uitenbogaert ivas wijfelend. Hij hinkte op twee gedachten, zoals wij nog zullen zien. Pas altijd op voor die wijfelaars, de zogenaamde „zoekers." Zij blijven altijd boven de waarheid staan, nooit komen zij er eens onder. En daarom, ter opscherping, wij kunnen een verstandelijk behagen hebben in de waarheid die ons geleerd wordt, en ik prijs dat zeer. Hadden ivij dat allen maar. Evenwel, de onderwijzing van de H. Geest moet ons hart de zaken doen beleven, dan gaan de ogen open, dan ontstaat het ware licht in Gods Waarheid. Dan komt er bevinding. Daarover behoef ik nu niet te schrijven, ik duid het maar aan. Weet, dat in iemands bekering heel de heils naarheid Gods als volstrekt nieuw voor ons wordt. Eerst spreken wij er over. Dan, er uit. Nu, D.V. een volgende maal meer over de student Uitenbogaert. Met vriendelijke groet,

P.S. Zie hiervoor, als ge kunt Triglands Kerkelijke Geschiedenissen, een dikke oude foliant, oude duitse letter, maar kostelijk! En Dr H. Visscher over Het Remonstrantisme, uitgave Bout, uitverkocht.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 augustus 1951

Daniel | 8 Pagina's

BRIEFWISSELING

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 augustus 1951

Daniel | 8 Pagina's