Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tragedie van een gereformeerde familie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tragedie van een gereformeerde familie

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Om haar heen een hecht gezin, in de hemel een trouwe Vader, op tafel Zijn Woord als het onwankelbare levensfundament. Dat was het klimaat waarin Willy Meerse opgroeide. Op 80-jarige leeftijd legde ze het schriftelijk vast, voor haar nageslacht. Een herinnering aan de rotsvaste overtuiging van de gereformeerden van weleer. „Wat ons lief en dierbaar is, hebben ze overboord gegooid.

„Mn ouders waren hardwerkende mensen die de handen vol hadden aan hun boerderij, eerst in Smilde, later in Witteveen. Alle gemakken die we nu kennen, waren er nog niet. Geen machines, geen elektriciteit, maar we waren gelukkig en hadden plezier met elkaar. Als s avonds het werk gedaan was, ging de peterolielamp aan en kwamen de oude verhalen.
Vader en moeder hebben ons in liefde opgevoed, ons gewezen op de enige Weg. Op zondag gingen we twee keer naar de kerk. Doordeweeks naar catechisatie en jeugdvereniging. Dat was allemaal vanzelfsprekend. Niemand die daar vragen bij stelde.
Met het uitbreken van de oorlog brak ineens een heel andere tijd aan. Net als alle gereformeerden waren wij overtuigd Oranjegezind. In Drenthe sympathiseerden velen met de NSB. Oom Jans, een vrijgezelle broer van mn moeder, waarschuwde ons om buitenshuis niet te veel te zeggen. Je voelde je ineens heel raar. Ongemerkt begon je de buren te observeren. Zouden ze wel te vertrouwen zijn?
Hendrik was al een paar maanden onder de wapens. Wat waren we blij toen er een levensteken van hem kwam: een brief uit Middenmeer. Enkele weken later stond hij totaal onverwacht voor de deur, nog in zn soldatenuniform. Moeder viel van schrik flauw, zo in zn armen.

Niet moedeloos
Op 24 juli 1940 vierden vader en moeder hun 25-jarig huwelijk. In huiselijke kring, want moeder tobde al jaren met haar gezondheid. In de zomer bleek dat ze kanker had. Toen ik na de operatie in het ziekenhuis in Assen bij haar kwam, zei ze: Willy, kom eens bij me, ik word niet meer beter. Ik was helemaal overstuur en heb de hele weg naar huis gehuild.
Nog een paar weken is ze thuis geweest. Vader heeft haar zelf verpleegd. Die mensen hielden zo ontzettend veel van elkaar, maar daar houdt de dood geen rekening mee. Toch was ze niet moedeloos. Moeder was een christin, die het alleen van haar Heere en Heiland verwachtte. Daarom kon zij ons loslaten. Op 11 november is ze overleden, nog maar 53 jaar oud, in het volle vertrouwen op haar Zaligmaker.
De zorg voor het gezin kwam automatisch naar mij toe. Ik was de oudste van de zes. Naarmate de oorlog vorderde, gingen de Duitsers zich steeds bruter gedragen. Ooms en neefs werden opgepakt. We kregen de eerste onderduikers, jongens die niet voor de Duitsers wilden werken. Je hoorde berichten over jodenvervolging. In grote groepen werden die mensen naar Westerbork gebracht. Onze Bines, die net als vader een nogal joods uiterlijk had, werd op een dag aangehouden door een Duitser. Waarom hij geen ster droeg. Die jongen was totaal van streek. Vanaf die dag heeft vader hem thuis gehouden. Op de boerderij was genoeg te doen.

Tarwepap
Bijna vanzelf raakten we betrokken bij het verzet. Wij kenden Kees Veldman goed. Zn schoonouders waren buren van ons. Via hem en anderen kregen we mensen in huis, sommigen voor kortere, anderen voor langere tijd. Op den duur waren het er zo veel, dat een deel in de schuur sliep. Elke dag kookte ik acht en een halve liter tarwepap. Die ging er schoon door. Omdat we op een boerderij woonden, hoefden we geen honger te lijden. Toen het brood op de bon ging, zijn we zelf gaan bakken: tarwe- en roggebrood. Ook boter en kaas maakten we zelf.
Er werd weinig over gesproken, maar je besefte goed dat het gevaarlijk was om onderduikers te hebben. Oom Kees uit Eindhoven stierf in een concentratiekamp. Oom Marien uit den Haag ook. Zn zoon Hans werd een week later gefusilleerd. In een afscheidsbrief vertelde hij zijn familie dat hij met de dominee nog het Avondmaal had gevierd. Nadat hij Jezus had beleden als Zijn Heere en Verlosser, is hij naar het vuurpeloton gegaan.

Trouwdag
We waren allemaal ontdaan van het bericht, maar het leven ging verder. Ep en ik wilden gaan trouwen. Na eindeloos getouwtrek en het invullen van allerlei papieren kregen we vergunning. Op 27 april 1943 was het zo ver. Op een landbouwwagen zijn we met zn allen naar het gemeentehuis van Westerbork gegaan. De kerkelijke bevestiging viel samen met die van een ander stel. De volgende dag hebben we in Beilen fotos laten maken. Het ging allemaal een beetje provisorisch.
We zijn bij mn vader op de boerderij gaan wonen. Ik kon in die tijd niet bij hem weg. Ep werkte overdag op het bedrijf van zn eigen vader. In oktober werd onze Bettie geboren. Zo vlug als mogelijk kwam ik weer van bed, want mn hulp kon niet gemist. Vaak zaten we met een man of twintig aan tafel. Het eigen gezin, Rotterdammers die bij ons te werk waren gesteld, onderduikers, onder wie twee Italianen, die uit een Duits kamp waren ontsnapt, een oom en tante die bij ons geëvacueerd waren, soms mensen uit het westen die om voedsel aan de deur kwamen. „Laat die ook maar meeëten, zei vader dan.

Knokploeg
Kees Veldman had intussen een eigen verzetsgroep gesticht: de knokploeg Noord-Drenthe. Die ondernam acties vanuit boerderijen in de omgeving. Ook bij ons kwamen ze regelmatig, altijd laat in de avond. Een jongen die Freek werd genoemd, speelde vaak nog even op het orgel.
In de zomer en de herfst van 44 waren ze druk met de distributie van gedropte wapens. Eind oktober ging het fout. Bijna alle jongens van de knokploeg zijn gepakt. De dagen daarop werden overal mensen gearresteerd. Op 27 oktober was het onze beurt. Mn zusje Bina was net bezig om de matten naar buiten te gooien, ik was de kachel aan het poetsen. Ineens stonden de Duitsers in huis. Van schrik heb ik de kacheldoek in mn gezicht geduwd. Die lui begonnen ons meteen te ondervragen. Waar mn broers en de onderduikers waren? Ze wisten alles.
Ik werd naar boven geduwd en moest wijzen waar we de radio hadden. Dat wilde ik niet, maar ze gooiden alle kleren uit de linnenkast en haalden hem zo te voorschijn. Ik kreeg opdracht om mn gezicht te wassen. Met tien minuten zouden ze me ophalen.

Uit elkaar
Ik ben naar beneden gevlogen, heb Bettie uit het hobbelpaard gerukt en ben er op een fiets vandoor gegaan, over een landweggetje achter ons huis. In een flits zag ik mn vader en een paar buurmannen met de handen omhoog staan.
Wonder boven wonder ben ik ongezien bij mn schoonouders aangekomen. Voor Ep was het ook niet meer vertrouwd. Met Bettie zijn we op de fiets naar een oom in Diever gegaan, daarvandaan naar een oom die boswachter was in Doldersum. Een paar dagen later naar een neef in Noordwolde. Uiteindelijk ben ik ondergedoken bij een achternicht in Drijber. Bettie is naar mn schoonouders gegaan. Ep zat overal en nergens. De hele familie lag uit elkaar.
Vader en vier buren hebben ze in de Asser gevangenis opgesloten, waar ze vreselijk zijn gemarteld. Hun doodvonnis was al getekend, maar op 11 december zijn ze bevrijd. Mensen van de ondergrondse hebben, onder leiding van Freek en Kees Veldman, de gevangenis gekraakt en 29 ter dood veroordeelden uit hun cellen gehaald. Freek kwam het me zelf vertellen. Van hem hoorde ik ook dat vader in Friesland zat.

Bevrijding
De laatste maanden waren het zwaarst. Overal werden razzias gehouden. Ook bij mn schoonouders is het hele huis doorzocht. Die hadden een joodse onderduiker, een stille man, die op weg naar een vernietigingskamp uit de rijdende trein is gesprongen. Zijn vrouw en hun zoontje, die de sprong niet aandurfden, heeft hij nooit teruggezien. Hijzelf is gespaard gebleven, ook bij die razzia. Ze hebben hem niet gevonden.
In maart, toen het wat rustiger werd, heeft mn schoonmoeder voorgesteld dat ik bij hen zou komen. Dat is ook gebeurd. De bevrijders kwamen snel naderbij. Op een dag kwam een pantserwagen met Canadezen het erf op rijden. We waren vrij. De NSBers namen overal de benen, ook de NSB-families die in onze boerderij zaten.
Alle waardevolle spullen waren weg. Het huis leek wel een stal, maar we leefden allemaal nog. Willem van der Veer, een geheim agent die verzetsmensen in Drenthe instrueerde, heeft mn vader opgehaald. Ik herkende hem amper. In de gevangenis hadden ze hem ontzettend geslagen. Hij was ziekelijk en stil, maar we mochten hem nog hebben. Neef Piet is vlak voor de bevrijding in Goes doodgeschoten. Willy, een nicht uit Den Haag, kwam om bij een bombardement. Mn tante was geknakt door verdriet. Eerst haar man verloren, toen haar zoon doodgeschoten, nu haar dochter overleden. Toch hield ze zich in al dat leed vast aan haar God.
Andere geest
Na de bevrijding zijn we naar het Groninger land getrokken. We probeerden onze kinderen op te voeden zoals we zelf zijn opgevoed, maar langzamerhand kwam er een andere geest, ook in de kerk. De jeugd wil zaterdagavond feesten en op zondag uitslapen. Was het eerst vreemd als jongelui gingen samenwonen, nu is het heel gewoon. God de Heere wordt niet meer erkend, Zijn wet kennen ze niet meer. Wat de ouderen lief en dierbaar was, is overboord geworpen. Kinderen zijn geen geschenk meer, maar iets wat je neemt als het uitkomt.
Wie weet nog wat Pasen inhoudt? Dat de Heiland moést sterven, voor onze zonden. Pas is mn broer overleden. Die heeft een vreselijke lijdensweg gehad, maar toen de dominee daar kort voor zijn dood iets van zei, was zijn antwoord: „Dit is niets in vergelijking met wat Jezus voor mij gedaan heeft.
Ik voel me vaak eenzaam in mn eigen kerk. Velen twijfelen aan de betrouwbaarheid van de Bijbel. De gemeenschap van vroeger vind je alleen nog bij enkele oudere mensen. Het enige wat we als ouderen nog kunnen, is bidden. Onze zorgen in de handen van Jezus leggen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 mei 1999

Terdege | 88 Pagina's

Tragedie van een gereformeerde familie

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 mei 1999

Terdege | 88 Pagina's