Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET VIERDE GEBOD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET VIERDE GEBOD

ZONDAG 38

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het vierde gebod onderscheidt zich van de drie voorgaande geboden. De eerste drie geboden beginnen met iets te verbieden, terwijl het vierde gebod begint met iets te gebieden. Bovendien heeft het vierde gebod iets ceremonieels dat de oud-testamentische bedeling geldt.
Als de Heere zegt: „Gedenkt de sabbatdag, dat gij dien heiligt", dan bedoelt Flij daarmee de zaterdag, de laatste dag van de week. De nieuw-testamentische Kerk viert de sabbat op zondag, de eerste dag van de week.
De schriftgeleerden in Jezus' dagen verklaarden het vierde gebod in wettische zin. Zij verloren zich in spitsvondigheden en kleingeestigheden. Zij hadden van de sabbatdag een verbodsdag gemaakt. Op de sabbat mochten er geen aren worden geplukt, het beddeken mocht niet worden gedragen en zelfs zieken mochten niet worden genezen.
Coccejus, die in de dagen van Voetius leefde, beschouwde de sabbat als enkel ceremonie.
Hij achtte alle dagen aan elkander gelijk. Onder invloed van strenge puriteinen is in ons land het wettische element hier en daar weer ingeslopen. Aan de ene zijde moeten we met droefheid de grove schending van de dag des Heeren constateren. Gods dag wordt door de massa van ons volk schrikkelijk ontheiligd. De rustdag is niet gegeven tot verzadiging van ons vlees. De dag des Heeren is voor zeer velen niet een dag van ontspanning, maar een dag van inspanning. Ook gaf de Heere ons geen halve- maar een hele zondag. Er zijn mensen die 's morgens naar de kerk gaan en de rest van de dag de wereld dienen. Anderzijds zijn er mensen die de sabbat zien als een opgave en niet als een gave. Zij maken bezwaar tegen het bereiden van eten op zondag. Zij ontsteken geen electrisch licht in hun woningen en sluiten hun gordijnen. Sabbat betekent naar de letter: ophouden van alle slaafse arbeid. De mens is slaaf geworden van zijn eigen uitvindingen.
Denk maar aan de continu arbeid in het bedrijfsleven.
Wat gebiedt God in het vierde gebod? Antwoord: „Eerstelijk, dat de kerkedienst, of het predikambt, en de scholen onderhouden worden". Het predikambt vormt het middelpunt van de eredienst. Tot de eredienst behoort onder andere de plaats van samenkomst. Ook in stoffelijk opzicht moet er onderhouding zijn.
Kerk en pastorie, de kerkzaal en de consistorie, alles heeft zijn onderhoud nodig.
Tot de eredienst behoren werken van barmhartigheid. zending en evangelisatie. Ursinus noemt ook de scholen. Ze zijn planthoven der gemeente. De jeugd leert er lezen, schrijven, rekenen, enz. Maar zij moet ook onderwezen worden in de kennis en vreze des Heeren.
De opstellers van onze catechismus zagen in onze basisschool een voorbereiding voor het predikambt. Zij zeggen: „Opdat er altijd jonge mensen mogen zijn die men tot de kerkedienst zal kunnen gebruiken".. De auteurs van ons troost- en leerboek spreken echter ook van de hogere scholen, speciaal die waar de toekomstige predikanten worden opgeleid tot de dienst des Woords.
Calvijn zegt: „Zendt ons hout, en wij zullen er pijlen van snijden". Alle hout is echter geen timmerhout. Van vele kansels wordt de leer van vrije genade niet meer gepredikt. Kerken worden afgebroken en moskeeën komen er voor in de plaats. De naarstigheid om tot de gemeente Gods te komen ontbreekt.
De Catechismus vervolgt in het antwoord op vraag 103: „En dat ik, inzonderheid op de sabbat, dat is op de rustdag, tot de gemeente Gods naarstiglijk kome". Het is opmerkelijk dat in deze zondag geen lange rij van verboden zijn opgenomen. Er zijn in de loop der jaren al heel wat gesprekken gevoerd over wat zoal mag en wat niet mag op de zondag. Het is ons niet mogelijk om daarop in te gaan. De meditatie zou veel te lang worden en we zouden de hoofdzaken uit het oog verliezen. Hoofdzaak is het komen tot de gemeente Gods. God vergadert Zijn gemeente op de rustdag. Gods volk mag zich nederzetten en uitrusten in 's Heeren huis.
Iemand zei eens: ,,Van kerkelijk leven wordt ik moe, maar geestelijk leven is uitrusten".
Dan gebeurt het wel eens dat des Heeren kind zijn aardse kruis mag neerleggen in Gods woning. De dichter van Psalm 26 zegt: „Heere; ik heb liefde woning van Uw huis, en de plaats des tabernakels Uwer eer". De Heere verheugt Zijn volk in Zijn bedehuis. Dan wordt het kruis weer opgenomen, nadat ze versterkt zijn.
Ze zetten de reis weer voort door deze aardse woestijn. Deze geestelijke pelgrims zouden zich geen raad weten als het nooit zondag was.
En straks zal het altijd zondag zijn; dan gaat de kerk nooit meer uit.
Het komen tot de gemeente Gods houdt in: het horen van het Woord Gods. Lang niet alle mensen staan daarbij stil. Zij gaan naar de kerk omdat ze gelezen hebben dat dominee X die morgen zal preken. Dominee X is immers zulk een begaafd prediker, hij durft het nog eens te zeggen. Wat zullen de hoorders er weer van langs krijgen. De kanselbijbel zal het ook weten dat dominee X geweest is. Maar in de Bijbel lezen we niet dat door de grote Leraar de rol van de profeet Jesaja is toegetakeld toen Hij sprak te Nazareth.
De gemeente Gods heeft inzonderheid op de sabbat de sacramenten te gebruiken. Nog zijn er gemeenten die precies het tegenovergestelde doen. Zij gebruiken de sacramenten bij voorkeur in de week. Sacramenten zijn tekenen en zegelen voor vermoeide pelgrims. Zij dienen tot versterking van het geloof van Gods volk.
Er mag geen misverstand ontstaan. Mijn zeggen is niet dat er door de week geen kerkdienst mag worden gehouden. Ook niet dat de sacramenten door de week niet bediend mogen worden. Het gaat hier over het woord ,,inzonderheid". De sabbat heeft de voorrang.
Verder lezen we in het antwoord op vraag 103: ..God de Heere openlijk aan te roepen, en de armen christelijke handreiking te doen". We roepen God de Heere openlijk aan door mee te bidden en mee te zingen. Ach, in de kerk zitten veel mensen die niet mee zingen en niet mee bidden. Het is een triest gezicht dat veel jonge mensen tijdens het bidden hun hoofd op de bank leggen en tijdens het zingen hun mond dicht houden. En dan zwijgen we nog maar van de slapers tijdens de verkondiging van Gods Woord.
In het slot van het antwoord op vraag 103 lezen we: ,,Ten andere, dal ik al de dagen mijns tevens van mijn boze werken ruste, de Heere door Zijn Geest in mij werken late, en alzo de eeuwige sabbat in dit leven aanvange".
De zondagschristen wordt met deze woorden veroordeeld. De pelgrim heeft te strijden, de Geest niet te bedroeven en zijn hart open te zetten voor de werking van Gods Geest.
De sabbat hier is een profetie van de eeuwige sabbat: de grote Voorloper is ingegaan in Zijn rust. Hij komt weder om de Zijnen te halen en tot Zich te nemen, opdat zij zijn mogen waar Hij is.
Er blijft dan een rust over voor het volk van God.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 juni 1987

De Saambinder | 8 Pagina's

HET VIERDE GEBOD

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 juni 1987

De Saambinder | 8 Pagina's