Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Heil voor verlorenen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Heil voor verlorenen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

"Want de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken, dat verloren was". Lukas 19:10.

De Zoon des mensen is gekomen!

Zo is ons weer toegeroepen bij de herdenking van Christus' geboorte in de stal van Bethlehem. Hier in de tekst is het de bazuinstoot van het evangelie uit de mond van de Gekomene zelf. Het doel waartoe Hij op de aarde wilde komen, verklaart Hij Zelf: om te zoeken en zalig te maken, dat verloren was.

Is dat niet de hoogste liefde? De Heere had uit de hemel nedergezien op de mensenkinderen, om te zien of iemand verstandig ware, die God zocht.

Maar God zegt: "Ze zijn alle afgeweken, tesamen zijn ze stinkende geworden, er is niemand die goed doet, ook niet één" (Psalm 14).

Zo wordt dus een diepvernederend getuigenis gegeven van elk mens. Zo is ons vonnis rechtvaardig en als gevallen schepselen hebben we allen de dood verdiend. Elk mens ligt verloren door de zonde in het paradijs. De vraag mag wel gesteld worden: Hoe zijn we nu daaronder? Hebben we naar God leren vragen en om genade gesmeekt? Och, van nature zijn we kinderen des toorns; ons hart is vervuld met bittere vijandschap tegen God en de naaste.

Hoe zullen we dan ooit met God verzoend worden? Van onze kant is het afgesneden. Onmogelijk! Daarom ligt elk mens voor eeuwig verloren. IVlaar hoor... de Zoon des mensen is gekomen. Hij zal verlorenen zoeken en zaligmaken. Hij is immers de Zaligmaker! Welk een liefde en ontferming predikt ons de komst van Christus. Wat een blijdschap voor verlorenen in schuld.

Maar weten wij daarvan door het ontdekkende werk van de Heilige Geest? Dan wordt het pas een wonder, dat de Heere Zelf gaat zoeken. Al is er niemand die God zoekt, dan wil God de Eerste zijn om de Hand van Zijn ontferming uit te breiden over het verlorene.

Dat vinden we in onze tekst verklaard. Zacheüs, een overste der tollenaren, een zondig en verloren mens, wordt door de Zoon des mensen opgez; ocht. Zijn geldzucht en goddeloos leven stond de Heere niet in de weg. Al was hij nog zo zwart van zondeschuld: Heden is deze huize zaligheid geschied! Zo roemt Christus het welbehagen Zijns Vaders, dat door Zijn Hand gelukkiglijk moest voortgaan.

Dat zien we hier in Jericho. Zo zal het ook blijven. Dat is naar Gods eeuwige raad en belofte. Het welbehagen is de oorsprong der zaligheid. Het bepaalt ons bij de liefde Gods van eeuwigheid. Dan is het niet desgenen die wil, noch desgenen die loopt, maar des ontfermenden Gods. Daarom ontving Z-acheüs zaligheid.

Daarom werd hij opgezocht. Om niet. Zonder voorgezien geloof en goede werken. Was hij een zoekende? De een zegt van wel; de ander niet. Maar dit is zeker: de Zoon des mensen heeft hem gezocht en zaliggemaakt. Hij, die verloren was, ontving t'ehoudenis. Door de Zoon des mensen nu vol geluk, liefde en blijdschap. Haast u dan en kom af Om zalig niets te zijn in eigen oog voor God. Om de schuld der verlorenheid aan Zijn voeten uit te wenen.

Om door Hem herstelling en verzoening met God te ontvangen. Want de Zoon des mensen is gekomen. Hij is geboren uit de maagd Maria. Het woord van Jesaja is vervuld. De Zoon van God wilde Zoon des mensen worden; Immanuël. God met ons. Welk een diepe vernedering wordt ons gepredikt in die Naam: Zoon des mensen. Maar ook welk een onbevattelijke liefde.

Zacheüs moet afdalen. Hij zat veel te hoog voor Jezus. Maar Zijn opzoekende liefde trekt aan Zijn voeten. En dan moet alles eraan, alles wat voorheen, dierbaar en beminnenswaardig scheen. Daar gaat geld en goed naar de tweede plaats. Dan gaat het om Jezus tot ons deel te hebben.

Die Jezus hier heeft tot zijn deel. Al had hij ook op aard' niet veel Is rijk genoeg, hij heeft een schat In Godes rijk, de hemelstad.

, Jonge mensen en kinderen, denken we nog wel eens aan dat gedicht in het vragenboekje van Ledeboer?

De Zoon des mensen is gekomen. Ja, tot mensen wilde Hij komen; tot verloren schepselen.

Onzer één wilde Hij worden, de broederen in alles gelijk, uitgenomen de zonde. Om te kunnen lijden en sterven en de zaligheid te verwerven.

Dat heil wil Hij ons nu schenken. Hoe groot is Zijn opzoekende liefde en zaligmakende genade. Dan is niemand te slecht ofte diep gezonken. Laat u dan toch met God verzoenen. Nog gaat de Heere door het Jericho van ons leven en roept: "Haast u en kom af, want Ik moet heden in uw huis blijven". Wat doen we met die boodschap?

Doden zullen horen de stem van de Zoon van God. Zacheüs heeft het gehoord. Jezus vraagt niet of we vroom of godsdienstig zijn. Hij zoekt niet degenen, die de wet kennen. Ook niet, die zo precies kunnen vertellen, hoe God een mens bekeert. Ook niet, die beter kunnen preken, dan die God geroepen en gezonden heeft. Die alle gaat de Heere voorbij. Wie dan wel? Het staat zo duidelijk in de tekst: dat verloren was. Dat is een volk, dat de dood voor ogen ziet. Het opzoekende en zaligmakende werk van de Zoon des mensen leert wanhopen aan ons zoeken en zaligmaken. Daarom gaat het vastlopen en wordt het omkomen met zichzelf Maar wat een heilsboodschap voor een volk, dat in hun verlorenheid uitroept: Is er enig middel om de welverdiende straf te ontgaan en weder tot genade te komen? Eer zij roepen, zal God antwoorden. Want de Zoon des mensen is gekomen. Hoe gelukkig zijn ze dan met Zacheüs. Verlost van het grootste kwaad en gebracht te worden tot het hoogste goed. Hij vervult met Zichzelf en door Zijn gemeenschap hebben zij zielevreugd. Dan zijn er geen zorgen en geen zonden; geen strijd en benauwdheid. Dan ontvangen zij moed en kracht en mogen zij zingen van Zijn goedertierenheden. Het is niet onder woorden te brengen wat een verlorene in Hem mag ontmoeten.

De helft is niet aangezegd. En daarom, verwacht het niet van uzelf, maar laat Jezus u zaligen, laat Hij u wassen, reinigen en heiligen door Zijn bloed. Dat toch de ogen voor Hem geopend waren.

Ge zoudt niet langer enige gerechtigheid in u zelf zoeken. Ge zoudt niet langer zonder en buiten Hem kunnen leven. Ge zoudt niet langer buiten Hem kunnen omdolen, maar met al uw gebrek, schuld en tekort tot Hem uitgaan.

Die God is onze zaligheid. Het brengt onbekeerden op de knieën voor Hem, Die Zelf zo laag wilde buigen. Velen mochten als een verlorene belijden: Ik ben niet waardig, dat Gij naar zo één zoudt omzien. Ge zult dan de waarheid verstaan, dat de Zoon des mensen gekomen is om te zoeken en zalig te maken, dat verloren was.

Oudemirdum,

Ds. A. Snoep.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 februari 1988

De Saambinder | 8 Pagina's

Heil voor verlorenen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 februari 1988

De Saambinder | 8 Pagina's