Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ANTWOORD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ANTWOORD

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

op zeker anonym geschrijf

III.

De anonieme schrijver betrekt ook Hellenbroek in het. geding. Met zekeren ophef deelt hij eerst mee, dat Hellenbroek in zijn vraagboekje handelt over den Raad des Vredes, en vervolgens, dat die Raad des Vredes verschilt van het genadeverbond. En het verschil tusschen den Raad des Vredes en het genadeverbond zou volgens den ongenoemden schrijver bij Hellenbroek dan als volgt zijn:

Les: Raad des Vredes. vraag 3.: is van eeuwigheid; vraag 3: tusschen Vader en Zoon; vraag 2; de wil des Vaders van eeuwigheid om de uitverkorenen door Christus te verlossen en de wil des Zoons om Zichzelve tot een Borg te stellen.

Les; Verbond der genade. vraag 2: terstond na den val opgericht; vraag 4: opgericht met de uitverkorenen; vraag 3: die weg, langs welke God door Christus het eigendom wordt van den zondaar en hij een eigendom Gods.

Men ziet, hij wil hier Hellenbroek voor zijn eigen wagentje spannen, dat is, zijn opvatting van de drie verbonden, en hem tegen Ds, Kersten in het geweer roepen. Een ding is de anonieme schrijver echter vergeten en daar komt het nu juist hier op aan. Dat is dit, cjat het wapen waarmee hij zich sterk waant, de les over den Raad des Vredes, niet van Hellenbroek is. Meer dan 25 jaren na het overlijden van vader Hellenbroek is deze les pas opgenomen in het uitgebreider vraagboekje van hem. Hij leze maar eens wat J, Nupoort ih zijn , , Catechisatie" over het vraagboekje van Hellenbroek op pagina 3-6 van den vierden druk hiervan zegt. Dat had de anonieme schrijver toch zelf eerst eens moeten onderzoeken, vóór hij de dwaasheid beging om maar lukraak te citeeren en als bewijsplaats voor te dragen wat ten slotte heelemaal niet van Hellenbroek is. Dat schrijft er maar op los, spreekt maar apodictisch, doet alsof men de wijsheid in pacht heeft en noemt zich studieclub en ondertusschen geeft men er zich nog niet eens goed rekenschap van wat men schrijft.

Laten we nu echter in plaats van den vermeenden, den echten Hellenbroek eens hooren, We slaan daartoe eens zijn Evangelische Jesaja, pag. 811 van het derde deel op, dan zien we dat hij daar een geluid laat hooren, dat heel wat dichter bij de opvatting van Ds, K. dan bij die van den anoniemen schrijver staat. Hii handelt daar over Jes. 42 : 6: En ik zal U geven tot een verbond des volks, enz. En daar zegt hij sprekend over Christus als het Verbond des volks, dit: , , d. Voor zoover Hij in diezelfde eeuwigheid ook, als het Hoofd der uitverkorenen, zijnde ingetreden in een verbond, een contract van vrede met God, uit kracht van welke de Vader nu ook Zijn God werd in een verbondszin; Hij ook daardoor de oorzaak is geworden, dat alle uitverkorenen, als Zijn lichaam, nu ook als hun Hoofd, worden geoordeeld in dat verbond te staan; evengelijk al Adams nageslacht in het verbond der werken, zoo ook zij in dezen tweeden Adam, als het hoofd van dat verbond, dat Hij tot hun herstelling ingegaan is; en zoo dan is Hij ook te dezen opzichte een Verbond des volks; omdat Hij daarin hen als vervangt en zoo Zijn God ook hun God wordt. Joh. 20 ; 17.

Zoo spreekt Hellenbroek. De anonieme schrijver wijst ook naar Erskine. Laten we die dan ook eens hooren. In zijn verhandeling over Christus het verbond des volks, Jes. 42 : 6, uitgave Malga 1859, zegt hij op pag. 15; Dit wordt bij velen genaamd het verbond der verlossing; niet dat het een ander verbond der genade is, maar ik houde het als een andere aanmerkinge van het zelfde Verbond, Het is met Christus, als den tweeden Adam, opgericht en in Hem met alle de uitverkorenen, als Zijn zaad. Gelijk het met Christus opgericht wordt, is het eigenlijk voor Hem conditioneel, de conditie eene volmaakte gehoorzaamheid ^n een volkomen genoegdoening zijnde. Maar gelijk het met ds uitverkorenen gemaakt is, is hetzelve volstrekt, bestaande in vrije en absolute beloften aan hen. Dat zegt R. Erskine. Mij dunkt, dat hier geen wezenlijk verschil is met de opvatting van Ds, K, , maar wel met die van den anoniemen schrijver, die spreekt van een apart verbond der verlossing, , naast het werk- en genadeverbond. En volgens hem is dat verbond der verlossing of de raad des vredes gesloten tusschen den Vader en den Zoon, waarbij hij niet nader aangeeft in welke hoedanigheid Beide daar bij optreden. Hij kon nog wel eens wat leeren van Fr, Turretinus, die in zijn Instit. Theolog. Elenct, II, pag, 194 bij de behandeling van het genadeverbond van een tweevoudige overeenkomst spreekt, maar dit dan identificeert met twee deelen of graden van een en hetzelfde verbond en daarmee dus in den grond der zaak geen wezenlijk verschil stelt tusschen het verbond der verlossing en der genade. Ook over andere punten zou nog wel eens wat te zeggen zijn. Zoo het punt inzake de zaligheid van jong stervende kinderen van geloovige ouders, waar de schrijver nogal bewijs aan wil ont- ' leenen voor zijn opvatting. Wij merken hierover alleen op, dat dit nooit als een fundamenteel artikel der leer is opgevat. Men moet er dus niet mee willen opereeren alsof het een fundamenteel artikfel van den eersten rang was, waartoe men allicht vervalt als men theologisch niet zoo erg geschoold is, om zijn persoonlijk gevoelen naar voren te brengen. Ook zijn in ons bezit verschillende uitspraken van theologen uit den hervormingstijd, zooals Zanchius, Petrus Martyr, Pareus e.a., die de verkiezing en verwerping doortrekken ook ten opzichte van de jong stervende kinderen der bondgenooten. En hef beweren, ten slotte, dat het verbond der genade gesloten is met de uitverkorenen, in dien zin, dat het bij hen ten volle gerealiseerd wordt en verw'orpene^n ook in het verbond zijn, maar het bij hen niet ten volle gerealiseerd wordt, is o.i. historisch niet verantwoord, noch ook dogmatisch, noch schriftuurlijk. Wij verwijzen daarvoor naar onze artikelen die daarover handelen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 september 1946

De Saambinder | 4 Pagina's

ANTWOORD

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 september 1946

De Saambinder | 4 Pagina's