Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

LEER MIJ BIDDEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LEER MIJ BIDDEN

VERSLAG BONDSDAG —12

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

VERSLAG BONDSDAG -12

Zaterdag 30 mei 1981. Plotseling is Den Haag vol met bussen. De dag ervoor was de staking van , de I-I.T.M. afgelopen en reden alle bussen en trams weer. Nu komen Uit alle delen van het land bussen met kinderen van de jeugdldubs naar de bondsdag —16, die gehouden wordt in het Congresgebouw. Een groot aantal jongeren en hun begeleiders stapt naar binnen. Om kwart over tien begint de bondsdag voor —12 in de Carousselzaal.

Leer mij bidden

De heer C. L. M. van Noort opent met het laten zingen van het Gebed des I-Ieeren vers 1 en 2. Daarna leest hij uit Lukas 18 de twee gelijkenissen over het gebed. Daarna bidden we.

In zijn openingswoord wijst de heer Van Noort er op dat het thema van de bondsdag een vraag. is. Het is een gebed' om te leren bidden. Leren, jullie weten wat dat is. Je leert op school. Leren doe je als je iets niet weet of kunt, Wat? Leren bidden? Dat kan ik allang. Zelfs voordat ik naar sohool ging zei ik al kindergebedjes op.

Maar luister eens wat de Bijbel over bidders zegt: Twee mensen, twee bidders gaan naar de tempel; een farizeeër en een tollenaar. Wat bidden ze? De farizeeër staat in de binnenste voorhof — iedereen kan hem zien — hij heft

zijn handen en hoofd op en bidt: „O Gcd, ik dank U dat ik niet ben gelijk de andere mensen, rovers, of gelijk deze tollenaar. Ik vast tweemaal per week; ik..... ik........”

Ook de tollenaar staat in de tempel, slaat zich op de borst en bidt: „O God, wees mij zondaar genadig." Twee gebeden, maar welk gebed is nu goed? Wat is bidden? Bidden is spreken met God. In je gebed leg je al je vragen en noden aan God voor. Je vraagt om uitkomst, maar je verdient dat niet.

Wat vraagt de farizeeër aan God? Niets!! Hij vertelt alleen hoe goedi hij is. De tollenaar vraagt om genade. Het is een gebed uit zijn hart. De Iieere Jezus zegt dat we moeten bidden zonder ophouden. Zoek je binnenkamer op, waar je alleen met God bent. Vind: je bidden moeilijk? Dat mag je ook aan God vertellen: „Heere, leer mij bidden." Het openingswoord wordt afgesloten met de opmerking: „Gevouwen handen zijn sterker dan gebalde vuisten." Met gevouwen handen verwacht je de hulp van een Ander. En: „Zalig hij die in dit leven, Jakohs God ter hulpe heeft.”

Er wordt een telegram verstuurd naar de koningin. Samen zingen we het Wilhelmus.

Een ander land

Mevr. G. Fahner-Vos vertelt een verhaal over Neagom, een jongen uit Laos. Hij vlucht met vader, moeder en oma uit zijn eigen land, verlangend naar een vrij land. Na een moeilijke en gevaarlijke tocht bereiken ze een vluchtelingenkamp in een buurland, waar toch ook nog moeilijkheden zijn. De dominee uit het kamp spreekt, over een land v/aar het goed is. „Daar is God Koning. Je mag bidden om een plekje in dat land”.

Koorzang

Na de samenzang en kollekte komt het kinderkoor „Benjamin" uit Soheveningen het. podium op. Onder leiding van hun dirigent dhr. R. v. d. Werf zingt het drie liederen. Het tweestemmig zingen klinkt prachtig: „Gote God wij loven U" maar ook „Heer ontferm. Uover ons" (de Hmongs, alle vluchtelingen ). „Men roept — uit alle delen van de wereld — om bijstand en bevrijding uit doodse donkerheid". „Roept uit aan alle stranden, het Evangeliewoord.”

Het laatste couplet wordt samen gezongen: Roept uit aan alle stranden, verbreid van oord tot oord, verkondig alle landen het Evangeliewoord!

Uit een klankbeeld horen we dat er op dit. ogenblik miljoenen vluchtelingen op de wereld zijn. Zij vluchten uit hun land waar ze geboren zijn voor oorlog, voor hongersnood of omdat hun leven gevaar loopt. Voor één van de vele groepen vluchtelingen hebben wij een grote aktie gevoerd. We hebben veel geld bij elkaar gebracht voor de Hmongs in het kamp Vinai. Dang Neng Tor, 13 jaar, woont in dit vluchtelingenkamp. Hij vertelt over de vlucht: angst, soldaten, geel poeder, de woeste rivier, waarin 23 mensen van zijn groep 'de dood vonden. Vang Lee is een jongen van 15 jaar. Ook hij moest vluchten. Na een gevaarlijke tocht bereikt een gedeelte van zijn groep het kamp Vinai. Daar worden ze opgesloten; ze mogen er niet uit. Toekomst? Vang Lee kan nu naar school omdat, jongens en meisjes uit Nederland veel geld bij elkaar brachten. Hiervan worden schooltjes gebouwd, leermiddelen gekocht en bijbels in de H.mong-taal verspreid.

Enkele dia's tonen hoe de j.v.'s aan de aktie hebben gewerkt. Dan de opbrengst —16: 161.561, —. De +16 had al ƒ 254.305, — bijeengebracht zodat de aktie totaal ƒ 415.866, — opgebracht heeft. Een geweldig bedrag. Na het klankbeeld zingen we de „aktiepsalm", psalm 113 : 2.

In zijn slotwoord wijst ds. Driessen. o.a. op Daniël. Hij had een vaste plaats om te bidden. „Heb jij ook zo'n plaats? Vraag eerbiedig: Heere wilt U mij leren bidden.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juni 1981

Daniel | 28 Pagina's

LEER MIJ BIDDEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juni 1981

Daniel | 28 Pagina's