Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VERSLAG VAN DE DISCUSSIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VERSLAG VAN DE DISCUSSIE

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Na het referaat van ds. P.D.J. Buijs was er voor de aanwezigen gelegenheid hierop in te haken door het stellen van vragen of het plaatsen van opmerkingen. De morgenvergadering ging met deze ronde van vragen stellen heen. Na de middagpauze kwam het tot beantwoording van deze vragen, waarbij de voorzitter, br. D. Koole, ruim gelegenheid gaf aan de aanwezigen op e.e.a. nader in te gaan. Het leverde een boeiende gedachtenwisseling op, die al met al langer duurde dan we normaal gesproken gewend zijn op onze conferenties. Het was er een teken van dat het comité van voorbereiding raak geschoten had met het presenteren van dit onderwerp.

De vragen

In de vragen en de beantwoording ervan ging het om de volgende onderwerpen:

Objectieve en subjectieve twijfel.

Verschiilende leden van de gemeenten, zeker jongeren, kampen met vragen en twijfels omtrent de feitelijkheid van wat ons in de Heilige Schrift wordt meegedeeld. Het was de overtuiging van de inleider dat de gereformeerde visie op de betrouwbaarheid van wat ons overgeleverd is, altijd weer vitaal is. Vervolgens moet deze objectieve waarheid natuurlijk persoonlijk bij ons ‘aanslaan’. Daarin hebben we zelf ten voorbeeld te zijn. Laten we als ambtsdragers vooral ook náást de jongeren staan in hun vragen en twijfels. Dat geeft herkenning en doet vertrouwen Winnen. Overigens zijn er ook bij ouderen vaak objectieve twijfels; onlangs is dat nog weer eens gevoed door het onderzoek van prof. Herzberg inzake de heilsfeiten uit het O.T. (men zie dagblad ‘Trouw’). We zijn niet altijd even sterk in de apologetiek: de verdediging van de waarheid Gods.

De levende gemeente.

Er is niet zonder meer een koppeling te leggen tussen een gemeente vol activiteiten (hoe belangrijk ook) en een geestelijk levende gemeente. Men zie hiervoor de brief aan Efeze in Openb. 2. Het moet altijd weer gaan om een persoonlijk leven met de Here, dat o.a. op de huisbezoeken zichtbaar wordt.

De vertaalslag.

Zeker jongeren vragen naar de betekenis van oude termen en woorden en gedachten/begrippen. Ze vragen ook naar de beleving van de dingen. Laten we hen meenemen naar de Schrift: ‘voelde’ Abraham zijn geloof van dag tot dag? Anderzijds gaan jongeren ons soms voor in het spreken, oprecht en eigentijds, van de zaken van het echte geloof.

Het op de hoogte van het geloof leven.

Lang niet altijd treffen we dat bij de broeders en zusters van de gemeente aan. Soms kan men aangegrepen worden bijv. door de gelijkenis van het gezaaide zaad uit Matt. 13. Lijken we soms niet op al die vier gestalten? De Geest moet er altijd weer doorheen breken en verder leiden. Mensen leggen niet zo gemakkelijk hun innerlijk bloot. Soms door innerlijke leegte, soms uit bescheidenheid. En weer een andere keer spreken mensen niet met hun mond, maar wel ‘met hun handen’. We moeten niet te snel oordelen. Trouwens … kunnen wij als ambtsdragers nog wel onderling over deze dingen spreken? Soms zitten we zelf ook op een dood punt in ons geloofsleven; dan krijg je het nog wel eens ‘van de andere kant’. Op kerkenraadsvergaderingen is meestal te weinig ruimte (in tijd en in geestelijk opzicht) om er samen over te spreken, evenals op de meerdere vergaderingen. Is alles wat op de kerkelijke vergaderingen besproken wordt, even nuttig? En zouden sommige dingen vlotter kunnen gaan - of wellicht helemaal niet besproken hoeven te worden - wanneer we elkaar meer geestelijk zouden kennen in de kring van de broeders?

Dit was, naar mijn gedachte, een belangrijk moment in de conferentie, waarin we heel persoonlijk elkaar in het hart keken. De aanwezige predikanten werd de vraag gesteld op welke wijze ze hun pastoraat bedrijven: laat het niet alleen opgaan aan die gemeenteleden die oud zijn geworden of ziek; ook anderen hebben onze geestelijke aandacht nodig. Heel praktisch en nuchter was daarbij de opmerking dat de grootte van de gemeente die aan de pastor is toevertrouwd daar dan wel op afgesteld moet zijn…

De kracht van de prediking.

De prediking dient onbekeerden onrustig te maken en zij dient hen die op goede gronden onrustig zijn, de weg te wijzen om de ware rust te vinden. Zij moet, om zo te zeggen, schrik aanjagen én lokken! Niet altijd lijken onze preken, gezien de opnieuw gehoorde opmerkingen over onze prekenserie ‘Uit de Levensbron’, die toon te treffen. Het appellerende voor Jong én oud is een onmisbare pit in de preek. Men kan overigens niet alleen met vroegere schrijvers (zoals in het referaat genoemd) uit de voeten, maar ook met nieuwere; gewezen werd op het pas verschenen boek van ds. CG. Vreugdenhil: Wat is verzoening?

Subjectieve twijfel.

Soms zegt men goddelijke leiding te ervaren, zonder zich echt kind van God te weten. Men kan die ervaring echter toch niet losmaken van het bijbelse kader: zondag 10 komt na zondag 7. Het levert wel een positieve bouwsteen aan voor een gesprek: de Here heeft kennelijk het goede met u voor; waar brengen Gods zegeningen u dan? Ook de Dordtse Leerregels kunnen ons geestelijk daarbij verder helpen; ze wijzen duidelijk de lijn van de middelen naar de Middelaar. Hét kenmerk is toch: Christus! Laten we ons op Hem alleen verlaten. En laten we ook hen die aan de rand van de gemeente komen te verkeren telkens weer getuigend op Hem wijzen en ze overigens ook op de consequenties (geestelijk en kerkelijk) wijzen als ze Hem afwijzen en met Hem de gemeente die aan Hem hangt en uit Hem leeft.

Verband tussen twijfel en beschrijvende prediking.

In iedere preek zit ‘beschrijving’; dat kan niet anders. Maar preken die daarin blijven steken - van welke ‘snit’ dan ook - komen tekort. Ze zijn als een etalage waar je wel in mag kijken, maar niets uit mag nemen. Zonder appèl maak je de mens niet onrustig, en blijft hij/zij in een valse rust of in geestelijke onzekerheid steken. Laten we ook bij het huisbezoek die lijn goed vasthouden. Dat gebeurt wanneer we de Schrift laten spreken en o.a. wijzen op de rijke beloften die ons in de doop zijn geschonken. Want wat is het opvallend dat bij veel mensen, die met vragen over deze zaken rondlopen, hun doop weinig of geen rol speelt! En dat terwijl deze toch als pleitgrond mag fungeren.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 december 1999

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's

VERSLAG VAN DE DISCUSSIE

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 december 1999

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's