Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rapport van de adviescommissie inzake de gewijzigde echtscheidingswetgeving en huwelijken van gescheidenen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rapport van de adviescommissie inzake de gewijzigde echtscheidingswetgeving en huwelijken van gescheidenen

De instelling van het huwelijk.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het huwelijk is een instelling van God, het is Zijn scheppingsordinantie. Het vormt het fundament van de menselijke samenleving, , zoals de Heere die in Zijn schepping heeft gewild en verordend.

Het wezen van het huwelijk blijft onaantastbaar zolang de menselijke geschiedenis in Gods voorzienigheid voortgaat. Het blijft van kracht 'als ordinantie van God. Hij Zelf gaf Zijn wetten ervoor en gebood dienovereenkomstig te leven. Gods Woord leert ons tevens wat de structuur is van het huwelijk, n.l. het lichamelijke en geestelijk één zijn van één man en één vrouw. In die eenheid, die het huwelijk openbaart, is de man het hoofd der vrouw en is zij hem „als hulp, die tegenover hem zij" geschonken. Beiden hebben him eigen en verschillende aard en zijn als zodanig door de Heere samengevoegd tot één vlees. Hun roeping is samen in een geestelijke gemeenschap met hun Schepper en Formeerder te leven en Hem te dienen als profeet, priester en koning tot Zijn eer. Maar ook om elkaar te helpen en bij te staan in alle dingen en zo elkaar in liefde te dienen.

Dit houdt tevens in, dat het huwelijk in zijn wezen onontbindbaar is. De Heere Jezus heeft deze onontbindbaarheid in Matth. 19 zeer nadrukkelijk, als in de schepping gegrond, gehandhaafd. En waar het God Zelf is, die in het huwelijk twee mensen samenvoegt, dan sluit dat in, dat de mens dan ook niet de bevoegdheid heeft die. band te verbreken en te scheiden (Matth. 19 : 6b).

Christus wijst in genoemd gedeelte van Gods Woord, hetwelk handelt over het oude gebruik van de Joodse mannen om zich door het geven van een „scheldbrief" van een eerbare te ontdoen, dit gebruik als strijdig met Gods instellingen af. M, en meende n.l. dat men door de scheldbrief aan de eerbare vrouw haar volle vrijheid teruggaf, zodat het huwelijk ontbooden zou zijn en de wouw een nieuw huwelijk zou kunnen aangaan. Maar de Heere Jezus ontkende dat een dergelijke scheidbrief het 'huwelijk zou kunnen ontbinden. De Heere Jezus veroordeelde hiermede vooral de mannen, die zich op een dergelijke manier van een eerbare vrouw wilden ontdoen (Calvijn). Deze' daad van de mannen was in geen geval voor God te verontschuldigen. Zonder overspel van man en/of vrouw was het huwelijk dan niet ontbonden. Zowel de man, die d'an toch met een andere vrouw huwde, deed overspel, alsook een andere man die „de verlaten vrouw" huwde. De „verlatene", was echter pas vrij als de man, die haar verstoten had, met een ander gehuwd was of gestorven was. Dan mocht dus een andere man deze vrouw ook huwen zonder dat er van overspel sprake was.-

Duidelijk is ook dat de eenheid in het huwelijk alleen tussen twee mensen, van verschillend geslacht, met uitsluiting van elke derde, bestaanbaar en denkbaar mag heten. God bestemt in het huwelijk twee bepaalde mensen voor elkaar om samen die diepste eenheid te vormen, die in het mensenleven denkbaar is, en daarom ook zowel het monogame als het onontbindbare karakter ervan in zich verenigt.

In het huwelijk is de vruchtbaarheid een zegen des Heeren, die Hij langs de weg van Zijn opdracht: „Zijt vruchtbaar en vermenigvuldigt", tot openbaring brengt. Alleen in de weg van gehoorzaam vervullen van die goddelijke opdracht wordt zegen verkregen. De Heere verleent deze zegen voor zover Hem dit behaagt en op Zijn wijze, zodat ook kinderloze huwelijken tot een zegen gesteld kunnen worden. We hebben in deze woorden zowel de opdracht als de zegen, die erin ligt opgesloten, als de woorden Gods aan te merken, waaraan de mens niet mag af- of toedoen.

Het huwelijksformulier stelt dan ook op grond van Gods Woord als doel van het huwelijk:
1. dat de een de ander trouw zal helpen en bijstaan in alle dingen, die tot het tijdelijke en eeuwige leven behoren;
2. dat de kinderen opgevoed zullen worden in de waarachtige kennis en vreze Gods, Hem tot eer en tot hun zaligheid.
3. dat een iegelijk alle onkuisheid en boze lusten zal vermijden en met een goede en geruste consciëntie moge leven.

Burgerlijke huwelijksvoltrekking

Na de val in het paradijs blijft de opdracht in het huwelijk, samen de Heere te dienen in liefde en 'trouw. Het aanvaarden van de opdracht mag alleen plaatsvinden in een officiële huwelijksvoltrekking, zoals deze geschiedt in een geordende burgerlijke maatschappij. In bet Nieuwe Testament wordt ons niets vermeld over de wijze, waarop het huwelijk werd gesloten. In de apostolische tijd en in de naapostolische tijd werden de huwelijken der christenen gesloten op de manier, die in het Romeinse rijk gebruikelijk was. De Christelijke kerk stelde geen nieuw recht op voor de huwelijkssluiting, maar erkende de bestaande rechtsorde van het land, waarin men woonde. Wel werd de huwelijkssluiting bekrachtigd met enige kerkelijke handelingen, die mede het oog hadden op het uitoefenen van opzicht en tucht over deze vefbintenis voor het leven.

Kerkelijke huwelijksbevestiging. Ook de Reformatie oordeelde dat het huwelijk als soheppingsordinantie behoort tot het gebied van het maatschappelijk leven, waarover de overheid als dienaresse Gods aangesteld is om dit te ordenen. De kerk heeft daarbij de taak de overheid voor te lichten en te adviseren en een zegen af te bidden over de gesloten huwelijken. Zo schreef Voetius, dat de geldigheidsverklaring ervan behoort tot de politieke orde van de overheid en de taak van de kerk is het doen van de voorbede voor het voor de overheid gesloten huwelijk. Toch houdt de kerkelijke bevestiging meer in dan alleen een voorbede te doen, want de kerk heeft ook de herderlijke taak om toezicht te houden op het sluiten van de huwelijk ken. In deze huwelijksbevestiging spreekt de kerk uit, dat het voor de burgerlijke overheid voltrokken huwelijk een christelijk huwelijk is.

Er kan voor de kerk aanleiding zijn om in sommige gevallen te waarschuwen geen huwelijk aan te gaan of zelfs alle medewerking te weigeren. De kerkeraad kan een huwelijk niet tegenhouden dat voor-de burgerlijke overheid wordt voltrokken, maar kan wel door het weigeren van de kerkelijke bevestiging duidelijk maken, dat dit geschiedt zonder zijn instemming. De kerkeraad moet toezien, dat de leden der gemeente huwen met inachtneming van de geboden Gods. Is dit niet zo, dan is het dus de taak van de kerk te waarschuwen en te vermanen of zelfs in bepaalde gevallen bevestiging van. een dergelijk huwelijk in de kerk niet toe te staan. In het uiterste geval moet de kerk zelfs kerkelijke censuur toepassen.

AI wordt dan de publieke rechtsorde niet overtreden, er kan wel een overtreding zijn van de zedelijke orde, die Gods Woord stelt voor het sluiten van een huwelijk.

In dit verband moge in het bijzonder worden gewezen op het zevende gebod: Elk voorechtelijk geslachtsverkeer is een inbreuk op de heiligheid van het huwelijk en is een overtreding van het gebod des Heeren, alsook een ernstige inbreuk op het gezag van de ouders, die hierdoor mede in hun vrijheid tot vrijwillige medewerking aan het huwelijk kunnen worden bemoei

De kerk heeft er op toe te zien, dat geen kerkelijke huwelijksbevestiging zal plaatsvinden voordat, wanneer bovengenoemd kwaad openbaar gekomen is, schuld is beleden. Inzonderheid is schuldbelijdenis nodig indien er tussen degenen die een kerkelijke huwelijksbevestiging aanvragen reeds een openbare vorm van samenleving is geweest, waarbij men als man en vrouw heeft samengeleefd zonder wettelijke verbintenis (het zgn. vrije huwelijk), ook al is er geen sprake van een geboren kind of een kind dat verwacht wordt.

De commissie ziet het als de taak van de kerk tegen het opkomend kwaad van deze samenlevingsvorm als strijdig met Gods Woord ernstig te waarschuwen.

(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 januari 1978

De Saambinder | 8 Pagina's

Rapport van de adviescommissie inzake de gewijzigde echtscheidingswetgeving en huwelijken van gescheidenen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 januari 1978

De Saambinder | 8 Pagina's