Een adventsbede

Een weg is de overbrugging van afstand tussen plaatsen of personen. Samenkomen en omgang met elkaar wordt er mogelijk door. Waar geen weg is. moet deze aangelegd of gebaand worden.

Als David vraagt: Leer mij. HEERE!, UW weg, dan is dit ccn bede om de door God gebaande weg te mogen kennen en cr ook op geleid tc mogen worden en zo tot gemeenschap met de HEERE te komen. Uw weg, als dc weg der waarheid, in tegenstelling met alle bedriegelijke paden, die tot verderf leiden.

Jesaja 35:8 spreekt van een verheven baan en weg, welke de heilige weg zal genaamd worden. Om het verbannen volk terug te brengen naar Sion, dc plaats van Gods woning. Zij leidt door de onbegaanbare wildernis, met alle gevaren van dien. Echter de HF.F.RF. beschermt en bewaart op die wegen.

David en Jesaja wijzen ons heen naar Hem, Die spreekt: k ben de Weg, de Waarheid en het Leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij (Johannes 14:6). Hij alleen overbrugt de afstand, die door de zonde is gekomen tussen een heilig God en een schuldige zondaar of zondares.

Die Weg is van nature voor ons allen verborgen. Door hemels onderwijs, door Geest en Woord, moet deze bekend gemaakt worden. Net zoals bij een neergevelde, schuldige Saulus van Tarsen, een geestelijk blinde, een onwetende. Iemand van wie de HEERE zegt: ij bidt! En de uitkomst? Het behaagde God Zijn Zoon in mij te openbaren (Galaten 1:16). Die Weg stelt Gods Waarheid in het licht, zoals we bij Johannes lezen: ij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als des Eniggeborenen van de Vader, vol van genade en waarheid. Zulk een zien geeft een nawandelen, omdat het héél het hart en leven in beslag neemt.

Calvijn schrijft: „Dewijl David de waarheid er bij voegt, is het de samenstelling van het gebed, dat God Zijn knecht bij het geloof op Zijn beloften houde, en niet toelatc, dat hij her-en derwaarts afdwale".

Er volgt dus uit: erenig mijn hart tot de vreze van Uw Naam. Of: aak het ongedeeld in het wandelen in de weg van het geloof in de Heere Jezus Christus. Dit kan niet met een gedeeld hart tussen Hem en de wereld en zonde. De onreine zal er niet doorgaan (Jesaja 35:8). Het geloof is een genade, die het hart reinigt; de liefde tot de zonde doodt en verbindt aan Christus om in en door Hem de vergeving der zonden te ontvangen en tevens de vernieuwing door Zijn Geest werkt, om in dit nieuwe leven te wandelen voor God.

Jonge vrienden, deze adventsbede is ons allen onmisbaar, om door de HEERE geleerd te worden, om de weg der waarheid van alle leugenpaden Ie leren onderscheiden, om in het verlaten van deze met een ongedeeld hart in de vreze van Gods Naam te mogen wandelen. Alles door de genade van de Heilige Geest.

Het is de énige Weg. die ten leven leidt. Waarop onze voet voor struikelen bewaard wordt. Waarlangs wij met blijdschap tot Sion mogen komen, om daar eeuwig gemeenschap met de God des levens te genieten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen