Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zang en muziek in de bijbel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zang en muziek in de bijbel

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

door J. Blom,

VERKENNING

Als er van de Heilige Israels geschreven staat, dat Hij woont onder (of troont op) de lofzangen Israels (Psalm 22 : 4), dan is dat voor ons reden genoeg om ons nader te bezinnen op de funktie, inhoud en vormgeving van zang en muziek volgens de Bijbel.

Wellicht heeft u zich wel eens afgevraagd, waarom een mens eigenlijk zingt en waarom hij eigenlijk muziek maakt. Waar komt dat vandaan, en waar dient dat voor? Als we teruggaan in de geschiedenis, dan komt vanzelf de vraag op: aarom heeft b. v. Israël gezongen en muziek gemaakt? En nog verder terug in de geschiedenis: oe kwam Jubal op het idee om muziek te maken (Gen. 4 : 21)?

Dat is dan de eerste keer dat de Bijbel hierover spreekt. Op de vraag: waar haalde Jubal het dan vandaan en waarom vervaardigde hij muziekinstrumenten en waarom maakte hij muziek, geeft de Bijbel geen direkt antwoord. Toch valt er indirekt nog wel een antwoord te vinden.

IN HET PARADIJS

Gaan we er vanuit, dat Adam in het Paradijs bezig was in opdracht van God om verdere ordeningen in de schepping aan te brengen, (hij moest immers de hof bouwen en bewaren en de dieren namen geven volgens Gen. 2 : 15, 19 en 20), dan is in principe aan de mens ook reeds in de staat der rechtheid de mogelijkheid van zang en muziek als ordening van woord, toon en ritme gegeven.

Ongetwijfeld diende dit tot meerdere glorie van God. Bovendien moeten zang en muziek als 'instrumenten' gediend hebben om de betrekking met God te versterken of te leggen. Het feit, dat God zich van instrumenten bediende, bewijst Genesis 3:8.

NA DE ZONDEVAL

Maar wat is er van deze harmonie tussen de Schepper en Zijn schepping na de zondeval overgebleven? Doordat de mens niet genoeg meende te hebben aan het leven in gemeenschap met zijn God en Schepper, maar door wilde stoten tot het "aan God gelijk zijn", heeft hij zich van bovengenoemde onuitsprekelijke gaven om met God in gemeenschap te treden beroofd. Immers, God stelde cherubim met een vlammend zwaard om de weg van de boom des levens te bewaren. Bovendien is er scheiding gekomen tussen goed en kwaad, schoonheid en vuilheid, waarheid en leugen,

Aan dit dualisme van goed en kwaad is de ganse schepping onderworpen: kruid en onkruid, dennebomen en doornstruiken, mirten en distels. Ook muziek en zang zijn door de zonde verscheurd. In muziek en zang is nog iets bewaard van de oorspronkelijke strukturen van de schepping, maar tegelijkertijd klinken er de onderaardse tonen van de chaos in door.

Door muziek en zang is er kontakt mogelijk met de hemel en met de hel. Dat laatste is een produkt van het verbond tussen de mens en de slang.

DOOR GODS GENADE

Dat kontakt met de hemel is iets, vi^aarvan de mens zich beroofd had, maar wat God in onbegrijpelijke genade als een geschenk van boven uit de hemel geeft. Het is niet iets, wat een mens door te zingen en te spelen vanaf de aarde tot stand brengt: ee, het is omdat God gezegd heeft tot Israël: En aldaar zal Ik bij u komen en Ik zal met u spreken van boven het verzoendeksel af, van tussen de twee cherubim, die op de ark der getuigenis zijn zullen... " (Exodus 25 : 22). In Psalm 80 : 2 wordt gezegd: .. . Die tussen de cherubim zit.. . ", of anders vertaald: ie op de cherubim troont. In Psalm 22 : 4 wordt op dezelfde wijze gezegd, dat God troont op de lofzangen Israels. David klaagt dan in deze psalm, dat hij daarvan verstoken is, want God heeft hem verlaten. In nog oneindig diepere zin heeft Christus deze Godverlatenheid aan den lijve ondervonden, nadat Hij en zijn discipelen de lofzang gezongen hadden (Matth. 26 : 30). In die Godverlatenheid citeert Davids grote Zoon Psalm 22 : 1. Welnu, omdat Hij in die Godverlatenheid is afgedaald, kan God tronen en troont God ook op de lofzangen Israels.

GOD TROONT OP DE LOFZANGEN ISRAELS

Dat tronen van God is, zoals we gezien hebben. Zijn genadige tegenwoordigheid. Aan verschillende gebeurtenissen kan dit nader verduidelijkt worden. Op majestueuze wijze wordt deze tegenwoordigheid Gods openbaar bij de inwijding van de tempel van Salomo. Nadat de priesters de ark des verbonds in het heilige der heilige gebracht hadden, bliezen zij op trompetten en begonnen de Levieten te zingen. "Het geschiedde dan, als zij eenpariglijk trompetten en zongen, om een eenparige stem te laten horen, prijzende en lovende den Heere; en als zij de stem verhieven met trompetten, en met cimbalen, en andere muzikale instrumenten, en als zij den Heere prezen, dat Hij goed is, dat Zijn weldadigheid is tot in eeuwigheid; dat het huis met een wolk vervuld werd, namelijk het huis des Heeren. En de priesters konden, vanwege die wolk, niet staan, om te dienen; want de heerlijkheid des Heeren had het huis Gods vervuld. " (2 Kron. 5 : 13, 14).

Blijkbaar neemt God niet alleen het gezang van de Levieten in Zijn dienst, maar ook het trompetgeschal van de priesters. Het komt zelfs voor dat God de instrumentale muziek zonder de zang in zijn dienst neemt. Denk aan de geschiedenis van Saul en David, waarbij David op de harp moest spelen, opdat de boze geest van Saul wijken zou (1 Sam. 16). Of nog duidelijker: lisa de profeet vraagt, als hij in het dal van Edom is, om een citerspeler. "En het geschiedde, als de speelman op de snaren speelde, dat de hand des Heeren op hem kwam. " (2 Kon. 3 : 15).

ZINGT DE HEERE, WANT HIJ IS HOOG VERHEVEN

Wanneer we er verder op letten wanneer en waarvan gezongen wordt, dan valt het op, dat er in het O. T. behalve in de Psalmen alleen gezongen wordt in heilrijke tijden, dus als er reden is om vrolijk te zijn. Dan wordt er gezongen om God groot te maken vanwege Zijn grote daden. Bijvoorbeeld na de doortocht door de Rode Zee: "Toen antwoordde Mirjam hunlieden: Zingt den

Heere; want Hij is hogelijk verheven! Hij heeft het paard met zijn ruiter in de zee gestort" (Ex. 15 : 21). Denk verder aan de lofzang van Debora (Richt. 5). Het verband tussen blijdschap en gezang is voor de Spreukendichter zo vanzelfsprekend dat hij zegt: Die liederen zingt bij een treurig hart is gelijk hij, die een kleed aflegt ten dage der koude" (Spreiiken 25 : 20).

DAT OP UW KLACHT DE HEMEL SCHEURE

Het is overigens begrijpelijk, dat uit de lofzang zo langzamerhand de klaagzang is ontstaan. Het hart dat van vreugde opspringt in God en daarvan getuigt in gejubel en gezang, datzelfde hart kent ook dagen van verdriet, waarop het zich schreiend wendt tot God. Maar ook die klacht laat zich verwoorden in een lied. Dat gaat dan blijkens Psalm 137 zonder begeleiding: Aan de rivieren van Babel, daar zaten wij, ook weenden wij, als wij gedachten aan Sion. Wij hebben onze harpen gehangen aan de wilgen die daarin zijn" (Psalm 137 : 1, 2). Blijkens het vervolg van deze psalm wordt de klacht eerder uitgesproken dan gezongen. Toch moeten we niet uit het oog verliezen dat vele individuele liederen of klachten tot officiële kultusliederen zijn verheven.

ORDENING VAN DE KULTUS

In ieder geval heeft b. v. David zich uitvoerig met de ordening van de muzikale kultus beziggehouden. Uit 1 Kron. 16 blijkt, dat er drie dirigenten waren: Asaf, Heman en Ethan. Zij gaven met c3Tnbalen de maat aan. Verder waren er 24 zangersafdelingen. Door deze koren nu zijn, met begeleiding, de psalmen tijdens de eredienst in de tempel gezongen. Het volk bepaalde zich als regel tot een amen of halleluja. De begeleiding geschiedde door: a) slaginstrumenten (pauken, cymbalen, schellen); b) blaasinstrumenten (herdersfluit (in Staten Vertaling: orgel), trompet, bazuin);

c) snaarinstrumenten (harp (of citer) en luit).

WAT ZEGT HET NIEUWE TESTAMENT?

Wanneer wij nu vervolgens nagaan wat in het Nieuwe Testament over het voorafgaande gezegd wordt, dan is dat erg weinig. Maar als we bedenken dat de (Joden-)christenen in eerste instantie het lied van de Joodse synagoge (waar geen begeleiding plaats vond) hebben overgenomen, dan is die spaarzamelijkheid van het N. T. o. a. aan die sobere praktijk van de eredienst toe te schrijven. Dat die eredienst zo sober was ligt mede verankerd in de verwachting van de spoedige wederkomst van Christus.

Van een regeling van de'eredienst (zoals b. v. onder David en Salomo) was hoegenaamd nog geen sprake, behalve dan de enkele opmerking hieromtrent van Paulus: ik zal wel met de geest zingen, maar ik zal ook met het verstand zingen" (1 Kor. 14 : 15).

Paulus verzet zich hier kennelijk tegen het extatische zingen, dat in de gemeente van Korinthe gepraktiseerd werd. Verder vermaant Paulus de Efeziërs om vervuld te worden met de Heilige Geest; "sprekende onder elkander met psalmen en lofzangen en geestelijke liederen zingende en psalmende de Heere in uw hart" (Efeze 5 : 19). Tot de Kolossenzen zegt hij: leert en vermaant elkander, met psalmen en lofzangen en geestelijke liederen, zingende de Heere met aangenaamheid in uw hart" (Kol. 3 : 16).

Prof. J. A. C. van Leeuwen is van mening dat bij "psalm" wel in de eerste plaats, maar niet uitsluitend, aan de Oudtestamentische psalmen gedacht moet worden. Onder "lofzang" moet een lied van lof en aanbidding worden verstaan (b. v. Openbaring 4 : 11; 5 : 9).

De norm, waaraan deze geestelijke liederen naar vorm en inhoud, maar ook subjektief, wat betreft de gesteldheid van degenen die ze zingen, moeten voldoen, is aangegeven in Kol. 3 : 17: En al wat gij doet met woorden of met werken, doe het alles in de Naam van de Heere Jezus, dankende God en de Vader door Hem. " Deze woorden stellen heel het leven in het licht van Christus.

"Want zijn naam representeert Hemzelf. Alles in de naam van de Heer Jezus wil dus zeggen: in levensverbondenheid met Hem, met Hem in verband gebracht, met een beroep op Hem. Tenslotte moet hierin voor de Christen de maatstaf en de kracht van zijn handelen liggen in iedere situatie. Opnieuw volgt een opwekking tot dankbaarheid: dankende God de Vader door Hem. Ook dit geldt héél het leven. Het vraagt daarom ook de betrachting van de dankbaarheid in iedere situatie. Aan God de Vader komt deze dank toe, als de Oorsprong en Bewerker van het heil. En de dankzegging moet geschieden door Hem, d. i. door de Heer Jezus. Gelijk de gelovigen alles moeten doen in de gemeenschap met Christus, zo is Hij ook, in alles wat Hij voor hen gedaan heeft en is, de grond en oorsprong van hun dankbaarheid. " Aldus prof. dr. H. Ridderbos.

Calvijn geeft als kommentaar bij Kol. 3 : 17: Dewijl hij nu begonnen had te handelen van de stukken des Christelijken levens, en het veel te lang zou geweest zijn alle andere dingen elk bijzonder te verhalen, daarom vat hij het hierin tezamen, dat wij ons leven alzo moeten voegen, dat al wat wij zeggen of doen door de leiding van Christus geregeerd wordt, en strekke tot zijn eer, als tot het rechte oogmerk. " Dat alles is uit de aard der zaak ook van toepassing op onze geestelijke liederen en onze gewijde muziek.

TENSLOTTE

Onder de leden van de gemeente passen geestelijke liederen, geen wereldse en dan niet alleen met de lippen, maar ook van harte (met aangenaamheid, dankbaarheid). "Er wordt", zo schrijft prof. Hoekstra, "door de christenen veel te weinig gezongen. Wanneer ge het eens goed hebt voor uw hart, kiest ge een psalm of een christelijk lied en, gedragen op de vleugels van de melodie, looft ge dan met uw zang uw God. Wat hier onvolmaakt is en gebrekkig, zal eens volmaakt en heerlijk zijn. De zang van den christen is een voorspel voor het lied, dat alle gelovigen zullen zingen aan de oevers van de glazen zee. "

Maar ook als u in duisternis gezeten bent of zelfs in een land van schaduw des doods, vertrouw dan op de Naam des Heeren en zing dwars tegen alles in: "Maar de Heer zal uitkomst geven. " Want Hij troont op de lofzangen Israels.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 1973

De Reformatorische School | 60 Pagina's

Zang en muziek in de bijbel

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 1973

De Reformatorische School | 60 Pagina's