Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Evangelisch (10)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Evangelisch (10)

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

In een aantal artikelen maken we kennis met de evangelische beweging. We hebben enkele keren stilgestaan bij de bijzondere gaven van Gods Geest. In dit artikel willen we nog één keer letten op deze bijzondere gaven door er enkele kort te benoemen. Moeten we ernaar verlangen dat deze gaven binnen onze gezindte ingang vinden?

De bijzondere gaven van de Heilige Geest staan in nauw verband met onbijbelse opvattingen over de doop met de Heilige Geest, zo zagen in het vorige artikel. De nadruk op de Geestesgaven in onze tijd is vaak ingebed in een theologie die haaks staat op Gods Woord en onze belijdenisgeschriften. Dat moet genoeg zijn om er huiverig tegenover te staan. We gaan daarom niet uitvoerig in op de verschillende bijzondere Geestesgaven. Eerder is daar in De Saambinder al over geschreven. We verwijzen naar het al genoemde boek van dr. Van Vlastuin Profeti en tongentaai en het heldere boekje De Geestesgaven van ds. C. Harinck (Den Hertog, Houten, 2006). Enkele bijzondere Geestesgaven, profetie, tongentaai en gebedsgenezing, willen we nu kort benoemen en beoordelen.

Profetie

Het was een onvergetelijke gebeurtenis voor Petrus. Uit de hemel hoorde hij een stem van de "hoogwaardige Heerlijkheid". De Vader sprak tot Zijn Zoon: Deze is Mijn geliefde Zoon, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb. Wanneer Petrus zijn brief schrijft, beseft hij heel goed dat zijn hoorders zo'n stem nooit hebben gehoord. Toch roept hij hen niet op om daarom te vragen. Een rechtstreekse stem uit de hemel hebben zij niet nodig, want "wij hebben het profetische Woord dat zeer vast is en gij doet wel dat gij daarop acht hebt, als op een licht schijnende in een duistere plaats" (2 Petr 1:19).

In de kerkgeschiedenis zijn er bewegingen geweest die zich wel beriepen op rechtstreekse ingevingen van Gods Geest. In de tweede eeuw was er Montanus, die zich als een profeet opwierp. In de tijd van de Reformatie waren het de Wederdopers die aan de Bijbel niet genoeg hadden en zich beriepen op openbaringen buiten het Woord om. In onze dagen horen we in de evangelische beweging steeds meer over de gave van de profetie. Een bijzonder woord, rechtstreeks door God gegeven, kan richting geven in moeilijke situaties, kan troosten in verdriet, kan vermanen en corrigeren als een gemeente verkeerde beslissingen neemt. Daarom klinkt in pinksterkerken de oproep om zich open te stellen voor profetie. "Ieder christen kan profeteren en mag zich hiernaar uitstrekken", zo stelt pinkstervoorganger Kees Goedhart.

Staat dit soort van profetie in het verlengde van wat we in de Bijbel over de profeten lezen? Men wil doen geloven van wel. De uitspraak van Mozes: "Och of al het volk des Heeren profeten waren" (Num 11:29) wordt graag aangehaald. En ook op teksten als 1 Korinthe 14:3 en 29 wordt een beroep gedaan. Ondertussen schrijft de columnist van het evangelische blad Uitdaging: "Ik hoor in gemeenten soms meer tijd besteden aan spontane profetieën dan aan luisteren naar Gods geopenbaarde Woord." En: "Wat ik aan profetieën voorbij hoor komen is doorgaans een uiterst slap aftreksel van wat de Schrift zegt. Of staat er haaks op."

Openbaring

De geschiedenis leert ons dat het staan naar profetieën vaak leidde tot ontsporingen. We moeten er dus zorgvuldig mee omgaan, zo zeggen charismatische leiders. We moeten die kant niet op, zo stellen we daartegenover. Hedendaagse profetieën zijn namelijk iets anders dan bijbelse profetieën. In de bijbeltijd gebruikte God profetieën, dromen en visioenen om Zijn wil te openbaren. De verborgenheden van het Koninkrijk der hemelen werden daardoor geopenbaard. Zo werd de gemeente onderwezen in de wil van God. Door de profetie sprak God tot het geheel van de gemeente. De profeten waren dus Gods mond tot de gemeente.

Dit buitengewone middel is niet meer nodig nu Gods Woord compleet is. Daarom wijst Petrus in zijn brief met zoveel nadruk op het profetische Woord, dat zeer vast is. Kan de Heere Zijn kinderen ook nu nog verborgenheden openbaren? In de weg van een nauw gebedsleven wil de Heere Zijn kinderen door Zijn Woord wel verborgenheden bekendmaken. Dan ontvangen ze echter geen nieuwe openbaring, maar licht over de Schrift voor een bijzondere situatie. Dat is een wezenlijk verschil met de profetie zoals die in sommige evangelische kringen gezien is. Met alle kracht moeten we eraan vasthouden dat er geen nieuwe openbaringen zijn buiten het Woord om. Dan doen we tekort aan de genoegzaamheid van Gods Woord.

Tongentaal

In de al genoemde Alpha-cursus neemt tongentaai een grote plaats in. De gave van het spreken in tongen heeft vele mensen rijk gezegend, zo schrijft N. Gumbel. Hoe kun je deze gave ontvangen? Het gaat erom, zo lezen we, dat je samenwerkt (!) met Gods Geest. Open je mond, spreek tot God in elke taal die je wilt, behalve je moedertaal of een andere taal die je kent. Aldus deed Gumbel het zelf en zo ging hij in tongen bidden. De evangelische predikant ds. D. van Keulen bidt regelmatig in tongen, zo vertelde hij in een interview. Wat hij dan bidt, weet hij zelf niet. Voor hem is dat geen probleem, want "je weet wel tegen Wie je het zegt." "Het spre­ ken in tongen heeft mij geholpen met m'n gevoel voor de dag te komen naar God toe."

De uitleg van de teksten over het spreken in tongen is ondertussen niet zo eenvoudig. De verklaringen zijn heel verschillend. Enkele zaken vallen wel op: in de Bijbel is het spreken in 'andere tongen' een werkelijke taal, maar dan een andere taal dan de moedertaal. Het zijn geen onverstaanbare klanken! Zo spraken de discipelen op de Pinksterdag in verstaanbare taal. Inderdaad gebruikt Lukas in Handelingen 2:4 en 11 voor 'andere talen' een Grieks woord dat ook wel 'tong' betekent. Maar daarmee was het nog geen tongentaai! Dat bewijst Handelingen 2:6. Daar lezen we opnieuw dat de samengestroomde menigte de discipelen hoorden spreken 'in zijn eigen taal'. Daar wordt een het Griekse woord 'dialektos' gebruikt. We herkennen dat woord wel. Een dialect is een bestaande taal.

Vreemde talen

Over de uitleg van het spreken in 'vreemde talen' in 1 Korinthe 14 is al veel te doen geweest. In evangelische kringen wil men in dit hoofdstuk graag de tongentaai lezen. We gaan op de exegese van 1 Korinthe 14 niet verder in, dat zou te ver voeren in deze artikelen. Dr. Van Vlastuin concludeert in zijn boek Profetie en tongentaai kernachtig: "De tongentaai in de gemeente van Korinthe verschilt niet van de vreemde talen op de pinksterdag." Daarmee staat hij in de lijn van onze kanttekeningen die we ook nu graag volgen. Bij 1 Korinthe 12:10 tekenen ze bij de uitdrukking 'menigerlei talen' aan: "Namelijk die zij niet geleerd hebben, maar die zij door een bijzonder wonder en Goddelijke onderwijzing en ingeven kunnen spreken." Tongentaai is dus niet een onverstaanbaar gebrabbel, zoals de tongentaai in pinksterkringen wel is. Daar kan het zomaar gebeuren dat de zaal gonst van onverstaanbare klanken die worden uitgestoten.

Tenslotte merken we nog op dat het spreken in andere talen in het Nieuwe Testament een heel duidelijke functie had, vergelijkbaar met die van de profetie. In een tijd dat Gods Woord nog niet compleet was, gebruikte de Heilige Geest de apostelen om Zijn raad te openbaren. Dat kon ook gebeuren door het spreken in andere talen. In het bijzonder had deze gave een plaats in de doorbraak van het Evangelie buiten de grenzen van het Jood- se volk. In die zeer speciale tijd was het spreken in andere talen een teken dat God nu ook tot de heidenen kwam het de boodschap van genade. Nu de middelmuur des afscheidsels (Ef 2:11-22) gebroken is, mogen we niet meer streven naar deze bijzondere gaven.

Gebedsgenezing

Ook over gebedsgenezing zou veel te zeggen zijn. Kunnen er in onze tijd bijzondere wonderen van genezing gebeuren? Ze gebeuren! Verschillenden van Gods kinderen kennen uit eigen leven voorbeelden dat de nood van een ernstig ziek familielid werd opgehouden en dat de Heere op het noodgeschrei grote wonderen deed. Nooit mogen we klein denken van de almacht Gods. Ook in zendingssituaties zijn voorbeelden bekend dat de Heere op een bijzondere wijze Zijn macht toonde, waardoor stamhoofden en toverdokters hun onmacht moesten erkennen.

Een heel groot probleem met genezingscampagnes als die van Jan Zijlstra is dat zulke wonderen georganiseerd worden. Als we hierover wat nadenken, vervult een huivering het hart. Jan Zijlstra organiseert een campagne en kiest een stad uit om op te treden. Een sporthal of andere grote zaal wordt afgehuurd. En precies op die datum zal de Heilige Geest Zijn bijzondere gaven schenken. Want Jan Zijlstra had op die dag tijd. En dat alles gebeurt tijdens een massale bijeenkomst die lang van tevoren wordt aangekondigd als een genezingscampagne. Zijlstra komt niet om het Evangelie te preken, maar om te genezen. Opzwepende muziek, lichteffecten en luid uitgeroepen leuzes brengen de zaal haast in vervoering. Zij die zulke bijeenkomsten hebben meegemaakt, voelden zich niet zelden ongemakkelijk door de beklemmende sfeer die er heerste. En, zo blijkt vaak tijdens de bijeenkomsten. Zijlstra komt ook om veel geld op te halen voor zijn peperdure, gloednieuwe kerkgebouw langs de A4 bij Schiphol. Is er ergens in Gods Woord een klein spoortje te vinden dat de apostelen de gaven die ze van de Heere kregen op die manier gebruikten?

Genezen

Worden er mensen genezen tijdens de bijeenkomsten als die van Jan Zijlstra? Ik zou het niet ronduit durven ontkennen. En vanzelf gunnen we mensen genezing. Wie zou niet blij zijn als iemand die jarenlang in een rolstoel zat, nu weer kan lopen? Toch heersen er de nodige reserves rond zulke campagnes. Verschillende mensen die puur als toeschouwer zijn gaan kijken, hielden vele vragen over. Want vooral mensen met vage klachten worden 'genezen'. En als ze genezen zijn, verlaten ze onmiddellijk via een zijdeur de zaal. Nadien worden wel verklaringen van artsen voorgelezen, maar ook daar zetten deskundigen nogal eens kanttekeningen bij.

In haar studie Gebedsgenezing; boerenbedrog of serieus alternatief? (Uitg. Ten Have, Kampen, 2008) geeft Joke van Saane een kritische beschouwdng over gebedsgenezing. Een grootscheeps onderzoek leerde haar dat slechts een kwart van de mensen die actief zochten naar gebedsgenezing zich daadwerkelijk genezen voelde. Maar over de andere 75 procent had de gebedsgenezer toch ook verklaard dat ze in Jezus' naam genezen waren? Interessant zijn ook de psychologische verklaringen bij gebedsgenezing die Van Saane geeft. Genezingsdiensten worden bezocht door mensen die bevestigd willen worden in hun geloof. De liederen, de preek en de bijbelteksten die voortdurend herhaald worden, geven mensen het idee dat er een oplossing voor hun problemen is. Ze lezen getuigenissen van anderen die wonderbaarlijk genezen zijn. Door dit alles geloven ze in genezing en daarom zien zij ook genezing gebeuren, zelfs als deze ontmaskerd wordt als bedrog. Men wil de gedachte eenvoudig niet toelaten dat de gebedsgenezer faalt, want dan wordt ook hun hoop de bodem ingeslagen.

Van Saane vraagt ook aandacht voor het zogeheten 'placebo-effect' van genezingsdiensten. Een placebo is een pil of poeder dat geen genezende bestanddelen bevat. Het werkt niet, maar het helpt wel. Het idee een geneesmiddel te slikken is soms al genoeg om zich wat beter te voelen. Rond genezingsdiensten hangt een zeer sterke sfeer van verwachting en hoop. Degene die naar voren gaat om genezen te worden, wil ook graag laten zien dat hij er echt in gelooft. Hij zal een sterke neiging hebben om te zeggen genezen te zijn als de gebedsgenezer hem de handen heeft opgelegd.

Tekenen en wonderen

Zijn de genezingen onder Zijlstra het werk van Gods Geest? Ik durf het niet te zeggen. De grote nadruk op het wonder zorgt er in elk geval voor dat er geen aandacht is voor het grootste wonder in het leven van een mens: de wedergeboorte. Dan wordt niet het geloof in genezing geschonken, maar het geloof in God. Laten we bij dit alles niet vergeten dat Gods Woord ook spreekt over mensen die aan een dichte hemeldeur zullen kloppen. Zij hebben in de naam van Jezus tekenen en wonderen gedaan, zo zeggen ze. En toch horen ze iets ontzettends: Ik ken u niet, vanwaar gij zijt. Zonder personen te willen veroordelen, moeten we zeggen dat een grote reserve ten opzichte van de hedendaagse gebedsgenezing schriftuurlijk is. (wordt vervolgd)

Middelburg,

ds. J.M.D. de Heer

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 mei 2008

De Saambinder | 16 Pagina's

Evangelisch (10)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 mei 2008

De Saambinder | 16 Pagina's