Jaaroverzicht 1960

Met elke jaarwisseling is het gewoonte terug te zien op hetgeen in het afgelopen jaar zo al heeft plaats gegrepen. Niet om wonden, die in dit vervlogen jaar geslagen zijn, opnieuw open te rijten, doch veel meer om temidden van alles wat ons overkwam, de trouw des Heeren op te merken. Temeer krijgt dit betekenis, wanneer wij inleven, dat wij door de zonde alle ellende, smarten en allerlei tegenheden ons onderworpen hebben. De profeet riep bij het opmerken daarover uit: „Het zijn de goedertierenheden des Heeren, dat wij niet vernield zijn, dat Zijn barmhartigheden geen einde hebben; zij zijn alle morgen nieuw. Uw trouw is groot", KI. v. Jer. 3 : 22, 23.

Hoe gelukkig is het, wanneer wij temidden van zoveel dat diep kan smarten, daarvan met de profeet iets mogen beleven. Dan zullen wij niet klagen uit medelijden met onszelf, waartoe wij zo spoedig geneigd zijn, doch in ootmoed voor Hem buigen. Die het alles in Zijn hand heeft en op het volmaaktst weet, wat ons nodig is, ja, op Zijn tijd dezulken dan doet ervaren, dat Hij wel beproeft, doch niet boven vermogen, en de uitkomst daarbij zeker schenken zal.

Dat onze hoop dan ook voor het toekomende op de Heere zij. Die wel kastijdt, doch niet uit lust tot plagen, maar opdat wij Zijn heiligheid deelachtig zouden worden.

Wanneer wij nu in herinnering willen brengen wat in het vervlogen jaar zoal heeft plaats gegrepen, gaan onze gedachten allereerst terug naar hen, die ons door de dood ontvielen.

Wij denken daarbij allereerst aan het ons zo plotseling ontvallen van onze geliefde vriend en broeder Ds. J. W. Kersten, die in de volle kracht van zijn leven temidden van zijn werk, zonder dat iemand dat kon vermoeden, ons zo ineens werd ontrukt, daar de Heere hem, naar wij zo van harte geloven mogen, opnam in Zijn heerlijkheid. Hoe spoedig is hij Zijn vader opgevolgd om van alle moeite en smart, ja, van zichzelf verlost, nu God te mogen dienen in Zijn tempel dag en nacht. De Heere mocht zijn vrouw in al haar zwakheid en de smartelijke beproevingsweg die zij moet doorgaan, sterken en het met haar en haar kinderen, die nog zo jong zijn, wel maken, zoals Hij dat alléén maar kan.

Verder gedenken wij de ouderlingen, die onze gemeenten ontvielen, n.l. I. Lindhout te Tholen, H. ter Maaten te Bameveld, Th. Zoethout te Lemmer, P. Louisse te Hoedekenskerke, A. Brons te Nijkerk, J. van Vliet te Amsterdam (O, A. Witte te Nieuwdorp, T. Huisman te Gouda, M. van Pelt te Sprang Capelle, en van de diakenen W. Timmermans te Veen.

Met hoeveel toewijding hebben deze broeders getracht, ieder op zijn wijze en op de plaats waar de Heere hem had gesteld, het ambt te bedienen in al de jaren, dat ze daarin werkzaam waren, sommigen van hen zelfs tientallen jaren.

Ook ontviel ons, zover mij bekend de enige overgebleven kerkmeester van Meliskerke, J. de Korte, alsook de onvergetelijke kosteres van Meliskerke, Suzanna Olieslager-Verhage. Hoe hebben beiden zich in al de jaren van hun arbeid zich voor het welzijn der kerk gegeven. De Heere mocht de achtergebleven weduwen en verdere betrekkingen rijkelijk in de droefheid ondersteunen, en de ledige plaats met Zichzelf willen innemen.

Ook gedenken wij hierbij, hoe één onzer studenten, de heer G. Schipaanboord, zeer smartelijk getroffen werd door het ontvallen aan hem en zijn kinderen, van zijn zeer geliefde vrouw en zo zorgzame moeder. De Heere sterke hem en zijn kinderen, en doe ervaren, dat Hij in de voor ons dikwijls zo onbegrijpelijke wegen Zich nooit vergist, doch ook dat Hij het daarin wel kan maken, zoals niemand dat kan, dan Hij alléén.

Ook werden enkele predikanten in het afgelopen jaar door ziekte aangegrepen, waardoor zij hun arbeid enige tijd niet konden verrichten. Zo werd enkele weken volkomen rust voorgeschreven aan Ds. P. v. d. Bijl van Barneveld. Ds. C. Hegeman van Genemuiden en Ds. P. Blok, terwijl Ds. H. Rijksen van Gouda daarbij moest worden geopereerd. Allen mochten gelukkig weer herstellen en hun geliefde arbeid voortzetten.

Erger was het met Ds. M. Blok van Rijssen. Zeer lange tijd was hem rust en nog eens rust voorgeschreven, en al was het dat hij wel enigermate herstel bemerkte, zo werd er bij hem door zijn behandelende geneesheren zeer aangedrongen emeritaat aan te vragen, wat hem met ingang van 1 jan. a.s. door de classis Kampen ook is verleend. Wat een zware beproevingsweg moet deze geliefde broeder hier­ in doormaken, temeer daar hij wat zijn leeftijd aangaat, nog in de kracht van zijn leven is. Het is onze bede, dat de Heere het met hem wel maken wil, en betonen een God van wonderen te zijn.

In de ambtelijke dienst van Woord en sakramenten werden bevestigd de kandidaten W. C. J. Bosschaart te Slikkerveer en H. Ligtenberg te Oudemirdum, zodat deze gemeenten voor het eerst nu een eigen herder en leraar in Ds. Bosschaart en Ds. Ligtenberg ontvingen. Tot de Theol. School te Rotterdam werden door het kuratorium tot de studie toegelaten: A. Bregman, J. Harinck, D. Hakkenberg, J. M. G. Mouw en J. C. Weststrate. De examens van de reeds studerenden hadden een gunstig verloop, terwijl preekkoncent verleend werd aan de studenten C. Harinck, B. Suyker en G. Kuyt. De laatste zal hiervan echter niet veel gebruik kunnen maken in verband met zijn voortgezette studie in Engeland voor het zendingswerk.

In verband met het ontvallen van Ds. J. W. Kersten als docent aan de Theol. School werd Ds. K. de Gier tijdelijk benoemd in zijn plaats. Ook verwisselden enkele predikanten in het afgelopen jaar van gemeente. Zo nam Ds. H. Rijksen van Vlaardingen 't beroep van Gouda aan en Ds. C. Molenaar van Leiden dat van Moerkapelle, terwijl Ds. M. Heerschap van Borssele weer het water overstak, echter om nu de gemeente te Paterson, U.S.A., te gaan dienen.

Enkele jubilea waren er ook. Zo gedacht Ds. C. Hegeman, terwijl hij in het ziekenhuis lag, dat hij 121/2 jaar als predikant onze gemeenten hier en in Amerika mocht dienen. Ouderling M. Wilbrink van Beekbergen, dat hij vijftig jaar in de gemeente aldaar met al de liefde van zijn hart de ambtelijke arbeid mocht verrichten, bij welke gelegenheid hij tot zijn grote verwondering een koninklijke onderscheiding ontving, n.l. de zilveren medaille verbonden aan de orde van Oranje Nassau. Ouderling B. Roest van Scherpenzeel mocht ook stilstaan bij het voorrecht, dat hij de gemeente aldaar veertig jaar mocht dienstbaar zijn in het voorgaan en leiden der gemeente. Ook heeft hij daarbij nog zijn krachten mogen geven aan verschillende andere gemeenten, door het katechetisch onderwijs aan de jeugd van die gemeenten. Het heeft Hare Majesteit behaagd ook hem een koninklijke onderscheiding te doen ontvangen, n.l. de gouden medaille verbonden aan de orde van Oranje Nassau.

Een vijftal gemeenten kwam er bij, n.l. te Hoogeveen, te Rotterdam (Zuid wij k-Pendrecht), te Nieuwe Tonge, te Kamper land en te Kootwijkerbroek. De afdelingen, die respektievelijk daar waren, werden alle tot zelfstandige gemeenten geïnstitueerd. De gemeente Werkendam herdacht in kerkelijk samenzijn de goedertierenheid des Heeren, reeds 40 jaar te mogen bestaan, terwijl Capelle aan de IJssel en Poortugaal samenkwamen om de weldadigheid des Heeren te gedenken, dat 25 jaar geleden begonnen werd met het houden van kerkdiensten.

Nieuwe kerken werden gebouwd en in gebruik genomen te Emmeloord, Terneuzen, Kamperland en te Beekbergen. In Amerika en Canada kregen de gemeenten te Passaic-Clifton U.S.A. en Vineland-Canada ook een nieuw kerkgebouw. Een nieuw orgel werd in gebruik genomen te Emmeloord, en de gerestaureerde orgels te Den Haag (C.) en Goudswaard. In het afgelopen jaar werd door de classis Amsterdam een pand aan de Hooigracht te Leiden aangekocht, om na restauratie en verbouwing te worden bestemd voor rusthuis van ouden van dagen, wat thans zelfs voor een gedeelte al in gebruik genomen is. Reeds eerder in dit jaar opende, na grondige restauratie, het landelijk „Elim" te Beekbergen haar deuren, om velen, die aldaar hun oude dag wensten door te brengen, te ontvangen Zo blijkt duidelijk, dat onze gemeenten trachten te doen, al wat mogelijk is, om ook degenen, die in hun ouderdom begeren een rustig samenleven te mogen hebben, bij te staan. Het voorbij gevlogen jaar getuigde er van, dat vele ambtsdragers in onze gemeenten beseffen de zware verantwoordelijkheid van hun ambt, en in de weg der middelen zoeken

elkander tot een hand en een voet te zijn. Verschillende ouderlingen- en diakenkonferenties werden gehouden, die zeer nuttig bleken te wezen. De belangstelling voor „de zending" kwam in de voorbij gesnelde tijd ook steeds meer openbaar. Verschillende zendingsavonden werden gehouden, terwijl voor de jaarlijkse zendingsdag een enorme belangstelling bestond, zoals deze nog nooit was gekend. Ook werd aan de arbeid onder de jongeren der gemeenten veel aandacht besteed.

Wat het onderwijs in onze gemeenten betreft, kunnen wij zeggen, dat de belangstelling daarvoor steeds vermeerdert. De kweekschool breidt zich ook steeds meer uit en in het komende jaar wordt gehoopt, dat een aanvang kan worden gemaakt met de bouw van de zo nodige geheel nieuwe kweekschool en een internaat. M

Wat het lager onderwijs betreft, met blijdschap werd herdacht, dat de heer J. Kattenberg te Dordrecht 40 jaar bij het onderwijs werkzaam mocht zijn. Een smartelijke slag was het ontvallen van de heer J. W. van Houdt te Rijssen, die wel met pensioen was, doch heel zijn leven zeer veel ten goede voor het onderwijs in onze gemeenten mocht verrichten. In Dordrecht werd de Ds. Joh. Bogermanschool geheel gerestaureerd en betrokken, zo ook de school te Oudemirdum.

Zo hebben wij weer een en ander gememoreerd, echter in het bewustzijn, dat wij hierbij zeer gebrekkig en onvolledig zullen geweest zijn. Men duidde het ons dan ook niet ten kwade, wanneer er eventuele personen of zaken, die vermeld moesten worden, niet werden genoemd.

Een jaar vol zorgen en van véél dat bedroefd, ligt weer achter ons, doch ook een jaar, waarin de Heere soms op zeer kennelijke wijze betoonde, dat Hij Zijn goedertierenheid ons niet wilde onthouden. Och, dat de Heere verzoening deed over al onze zonden en al onze tekortkomingen, die vele zijn, in dat alreinigende bloed van die dierbare Middelaar Gods en der mensen. Hij vergunne ons met alle noden bij Hem te schuilen en in alle omstandigheden uit Zijn volheid genadiglijk bediend en vervuld, door Zijn hand geleid te worden zo persoonlijk en huiselijk, als ambtelijk en kerkelijk, en Hij make het met Zijn Goddelijke beweldadigingen in alles wel.

Hij verheerlijke de kracht Zijner genade in de toebrenging van velen tot zaligheid, en oefene Zijn gunstgenoten in het allerheiligste geloof tot Zijn eer en der zielen eeuwig heil en make het in soevereine ontferming troostrijk waar: „Ziet, Ik ben met ulieden al de dagen, tot de voleinding der wereld. Amen".

Rotterdam-W

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen