Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET GEBED IN HET GEZIN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET GEBED IN HET GEZIN

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een artikel hierover kan beginnen met de vraag of het in onze tijd nog wel bestaat. De ontwikkelingen in de samenleving van nà de Tweede Wereldoorlog heeft het gezin op allerlei manier gedesintegreerd en daarbij is het godsdienstig gedragspatroon van de gezinnen niet onaangesproken gebleven. Ook dàt heeft grote schade opgelopen. Hoe zag dat patroon er voordien uit en hoe is het er nu mee gesteld? Wat vroeger betreff: we moeten er altijd op bedacht zijn om het verleden niet te idealiseren. In Prediker 7:10 wordt daartegen ook gewaarschuwd: “Zeg niet, hoe komt het, dat vroegere tijden beter waren dan deze? Want niet uit wijsheid zoudt gij aldus vragen”. Maar dat wil niet zeggen dat niet mag en moet worden gewezen op goede dingen die er vroeger waren en die jammer genoeg door de ontwikkelingen in de samenleving en in de kleinste kern daarvan, het gezin, teloor zijn gegaan. Om dat met een voorbeeld duidelijk te maken: Uit de overlevering van mijn ouders, die het in het eigen gezin een tijd lang ook zo praktizeerden, weet ik dat mijn grootvader van moeders kant het voor gewoonte hield aan de avond van elke dag het uit negen kinderen bestaande gezin bij elkaar te roepen om de dag met Schriftlezing en gebed af te sluiten. Dat kon in die tijd, zeker in de agrarische wereld. Alle klokken liepen in die tijd gelijk, iedereen kwam op dezelfde tijd aan tafel en wellicht met enig tijdsverschil naar leeftijd, ging het hele gezin niet al te laat in de avond naar bed. In elk geval was er een vast tijdstip waarop de dag met voorlezing uit de bijbel en met gebed werd afgesloten. En dat gebeurde in geknielde houding voor de stoel waarop men de lezing uit de Schrift zittend had aangehoord. Mijn grootvader dankte dan voor de goede dingen van de dag, bad om vergeving voor alles wat die dag in het doen en laten van de gezinsleden geen hemelse goedkeuring zou kunnen hebben gehad en elk gebed - zo is mij dikwijls verteld - bevatte een vurige smeekbede of God zijn heil in Christus in het leven van al zijn kinderen door genade werkelijkheid wilde laten worden. Het geestelijk heil van zijn kinderen was hem zó op het hart gebonden dat er geen dag voorbijging of hij betrok het in zijn avondgebed. Zo was hij priester in zijn huis.

Op huisbezoek was dat vroeger een vraag

Inderdaad, als vroeger ouderlingen op huisbezoek gingen, kon de vader van het gezin steevast rekenen op de standaardvraag of hij ook werkelijk priester in zijn gezin was. En met die priesterlijke taak van de vader van het gezin werd dan allereerst bedoeld dat hij zijn vrouw en kinderen trouw voorging in de voorlezing van het Woord van God en in de gebeden. Daarbij dacht men dan niet alleen aan het gebedsritueel rond de maaltijden, maar ook aan uitleg en toepassing van de gelezen bijbelgedeelten voor het leven van elke dag en tegen de achtergrond van de plaats die het gezin in de gemeente van Christus mocht hebben. Kort gezegd: er werd gevraagd naar de godsdienstige opvoeding van de kinderen en van elkaar als man en vrouw, bij het licht van het Evangelie. Geen overbodige vraag. Een noodzakelijke zelfs en door en door bijbels. Hoe werd blijkens het Oude Testament vaders in Israël niet op het hart gebonden hun priesterlijke taak in het gezin nauwgezet te betrachten. Heel duidelijk staat dat te lezen in Deuteronomium 6:6 en 7. In dat hoofdstuk gaat het over de liefde tot God als het grootste gebod. In de gezinnen moest dat gebod kennelijk voortdurend onderwerp van gesprek en bezinning zijn. “Wat ik u heden gebied, zal in uw hart zijn, gij zult het uw kinderen inprenten en daarover spreken, wanneer gij in uw huis zit, wanneer gij onderweg zijt, wanneer gij nederligt en wanneer gij opstaat”, staat in het genoemde Schriftgedeelte te lezen en het gaat hier om een niet mis te verstane opdracht. Die opdracht gold voor toen en voor nu.

Vandaag wordt naar dat priesterschap van de vaders in het gezin naar alle waarschijnlijkheid niet meer zo nadrukkelijk gevraagd. Er zal vóór en nà het eten best gebeden worden en minstens één keer per dag zal er toch wel uit de bijbel of uit de kinderbijbel worden voorgelezen. Misschien durft men de vraag naar het godsdienstig ritueel in het gezin vandaag niet meer zo duidelijk stellen, eenvoudig omdat iedereen weet - ook de ambtsdragers zelf - dat het leefpatroon van het gezin grondig is veranderd. Zeker als het om gezinnen met oudere kinderen gaat, is het door de vele externe afspraken die men heeft of aangaat, bijzonder moeilijk om intern ordening te brengen in het godsdienstige gedragspatroon van het gezin als geheel. Vandaag zijn veel ouders al blij en ambtsdragers dankbaar als ze mogen vaststellen dat de gezinsleden individueel bijbellezen en gebed in elk geval tot een vast programmapunt voor elke dag hebben gemaakt.

Dat deze dingen dikwijls niet meer door het gezin als geheel worden waargenomen, is zeer te betreuren. Gezamenlijke bezinning op de bijbel en samen als gezinsleden bidden, vergroten de betrokkenheid, de onderlinge binding, het zicht op de dingen waarom het gaat en het besef van de verantwoordelijkheid die men voor elkaar en voor anderen heeft. En vooral ook de gerichtheid op God, want daarom gaat het toch allereerst.

Er is alle reden om bij het huisbezoek te blijven informeren naar de inrichting van het gezinsleven op dit punt en eropaan te dringen zo mogelijk één vast moment voor elke dag af te spreken waarop het hele gezin aanwezig is voor bezinning en gebed. In deze jachtige tijd is de gunstigste keuze misschien het moment van afsluiting van de avondmaaltijd. Twintig minuten uitloop voor bijbellezing, bezinning en gebed moet met goede wil toch mogelijk zijn.

Vader kan het niet, wil het niet en doet het daarom niet

Er zijn méér vaders die dit stuk van hun ‘priesterschap’ niet waarnemen dan we misschien denken. Op heel wat huisbezoeken is mij door de jaren heen gebleken dat in het gezin het voorlezen uit de bijbel en het voorgaan in gebed door vader aan moeder werd overgelaten. Dikwijls ging en gaat dat terug op een gevoel van onvermogen, zeker als het om het voorgaan in gebed gaat. Het elke dag weer opzeggen van een formuliergebed is in de regel geen probleem, maar zodra in het gebed vreugden, zorgen, verdriet, bijzondere wensen en dringende Verlangens in eigen woorden bij de Here God kenbaar moeten worden gemaakt, hebben heel wat vaders het er maar wat moeilijk mee. Gelukkig als er dan een moeder is die in bescheidenheid die taak overneemt, zonder dat haar man daaraan een gevoel van minderwaardigheid hoeft over te houden. Ook zijn er gezinnen waarin de op leeftijd en tot onderscheid van jaren gekomen kinderen in de huisgodsdienst een actieve rol hebben, bijvoorbeeld door bij toerbeurt uit de bijbel te lezen en in gebed voor te gaan. Dat komt niet alleen de geestelijke verbondenheid van de gezinsleden ten goede, men mag het ook als een stukje oefening en toerusting zien voor de taken die de kinderen later in de gemeente van Christus zullen mogen vervullen. De vorming tot de waarneming van een bijzonder ambt in de kerk begint, als het goed is, al in het gezin.

Welke dingen moeten in het gezinsgebed een plaats hebben?

Daarover zou heel veel te zeggen zijn. Als we eerlijk zijn, zullen we moeten erkennen dat ook en misschien vooral bij het gezinsgebed te weinig zorgvuldige overweging van dat waarvóór en dat wààrom wil worden gebeden, aan het bidden voorafgaat. Als het goed is zal elk gebed met lofprijzing beginnen, met het uitzeggen van Gods grootheid tegenover onze menselijke kleinheid. Er zal dank worden uitgesproken voor leven en gezondheid, voor Gods bijzondere genadegaven in Christus en voor ontwikkelingen in het gezin (succes bij Studie, promotie, het ontstaan van goede vriendschappen en liefdesrelaties, herstel van ziekte en wat er meer aan blijde dingen te bedenken is). Het gebed om vergeving voor alles wat elke dag in ons leven bij het licht van de bijbel Gods heilige goedkeuring niet kan hebben, zal niet mogen ontbreken. Hierbij passen wel wijsheid en voorzichtigheid als het gaat om concrete zonden of tekorten van een of meerdere gezinsleden. Uit de toonzetting van het gebed moet dan vooral te voelen zijn - en uit de wijze waarop de dingen worden verwoord evenzeer - dat het bidden door diepe liefde wordt gedragen. Niet alleen noden en behoeften van het gezin zelf zullen de Here worden voorgehouden. Ook die van mensen om ons heen zullen aandacht krijgen, om over de grote wereldnoden maar niet te spreken. En door en over dat alles heen zal in het gezinsgebed het verlangen doorklinken naar de volle doorbraak van Gods Koninkrijk, naar de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Dat brengt op de gedachte ook in het gezin met regelmaat te bidden voor de voortgang van het Evangelie in de gemeente waartoe men behoort, voor de predikant die dat Evangelie elke zondag weer moet uitdragen en voor allen in de gemeente die aan de komst van Gods Koninkrijk ter plaatse op enigerlei wijze dienstbaar mogen en willen zijn.

Tenslotte: bidden is heel moeilijk. Wij weten dikwijls niet te bidden naar behoren. Het vinden van de goede gebedsgestalte, van de juiste instelling van de kleine mens in de nadering tot de hoogheilige God, maakt het nodig dat onze gebeden altijd weer inzetten met de ootmoedige vraag: Here, leert u ons bidden, zodat onze woorden de weerklank zijn van wat Uw Heilige Geest ons ingeeft tot U zeggen. Evenwichtig en gericht bidden vraagt ook voorbereiding, bezinning vooraf, overdenking en doordenking van de dingen die we God in ons gebed willen voorhouden. Daarom is ervoor te pleiten dat aan elk gezinsgebed enkele momenten van overleg tussen de gezinsleden voorafgaan. Voor wie, waarvoor zal worden gebeden, waarop zal ons bidden gericht moeten zijn en hoe zullen we onze verlangens verwoorden, zò dat in de uiting van dankbaarheid en zorgen in het gebed, elk gezinslid iets van eigen gevoelens terugvindt en van harte kan instemmen met wat tot God wordt gezegd? Het kan goed zijn een gesprek hierover aan het gebed vooraf te laten gaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 1994

Ambtelijk Contact | 28 Pagina's

HET GEBED IN HET GEZIN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 1994

Ambtelijk Contact | 28 Pagina's