Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Atheïsme in theorie en praktijk (4)

Bekijk het origineel

Atheïsme in theorie en praktijk (4)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het partijblad Prawda stond op 6 juli 1984 onder meer te lezen: 'Het atheïsme is een reëel bestanddeel van de intellektuele cultuur van het socialisme. De godsdienst moet vervangen worden door materialistische filosofie en communistische ethiek en in de plaats van godsdienstige feesten en riten moeten nieuwe sowjet-feesten en -riten komen'.

Vooral het einde van dit citaat is voor dit artikel van belang. We zagen immers al, dat de staat nieuwe burgers wil scheppen, die uiteraard atheïstisch zijn. In de praktijk blijkt echter een groot deel van de bevolking ook na 70 bijna jaar propaganda nog altijd godsdienstig te zijn. Bovendien is er een toenemende onverschilligheid onder de mensen waar te nemen ten opzichte van de officiële leer.

In de loop van de jaren vijftig meende de overheid dit probleem te kunnen oplossen door massieve propaganda en voorlichting. Als de mensen maar voldoende geïnformeerd en opgevoed werden, zouden ze de godsdienst wel loslaten. Naast de propaganda werd echter ook aandacht besteed aan het ontwikkelen van 'alternatieve' gebruiken, die de christelijke feesten en gebruiken zouden kunnen vervangen. Er kwam een commissie voor 'nieuwe tradities en gebruiken', die voor haar arbeid over bijna onbegrensde middelen beschikte. In het atheïstische werk stond de wetenschappelijke bestrijding van het geloof centraal. Men meende, dat de religiositeit van de bevolking was terug te voeren op onwetendheid. De betrokkenheid van de bevolking op allerlei kerkelijke gebruiken (waaraan met name de Orthodoxe Kerk rijk is) werd afgedaan met: kijkspel en verbondenheid aan de volkskunst. De nieuwe gebruiken zouden kunstenaars moeten ontlenen aan oude volksverhalen en folklore. Ondanks alle pogingen om de kerkelijke invloed zo terug te dringen, bleef de aantrekkingskracht van de kerk groot.

Nieuwe taktiek

In 1979 bleek al, dat er te weinig vorderingen gemaakt werden. Het centrale comité van de communistische partij riep de plaatselijke partijcomité's op, om de atheïstische arbeid te intensiveren en 'naar nieuwe vormen en methoden te zoeken'. Desondanks moest de toenmalige leider van de Sowjetunie, Tsjernenko, in 1983 opmerken, dat 'nog al wat mensen nog steeds onder de invloed van de godsdienst staat en openlijk gezegd, het zijn er niet weinige'. Hij riep op om grotere betekenis te hechten aan de atheïstische opvoeding en 'met meer volharding sowjet-gebruiken in te voeren'. Ook moeten de gelovigen 'verder in het maatschappelijk leven betrokken worden'. Dat laatste betekent niet, dat men hen meer de gelegenheid moet geven hun geloof te belijden, maar integendeel hen moet dwingen om deel te nemen aan allerlei communistische organisaties, die op atheïstische leest geschoeid zijn.

In een artikel in Glaube in der 2. Welt merkt Elena Pozdeeva op: 'Dit duidt erop, dat de politieke strategie van de staat in de strijd tegen de godsdienst veranderd moet worden'. 'De Sowjet-leiding was blijkbaar tot de conclusie gekomen, dat de oorzaak van de ideologische crisis in een verkeerde inschatting lag van de rol, die het geestelijke en ideële bij de ontwikkeling van de menselijke persoonlijkheid spelen.' Deskundigen gaven toe, dat men te weinig in staat was geweest de menselijke geest te beïnvloeden. Wat dat betreft zou men in de leer moeten gaan bij de godsdienst. Eeuwenlang heeft de kerk immers de mensen aangetrokken met begrippen als: geloof, heiligheid en traditie. De mensen moeten nu gaan geloven in dingen die echt bestaan (de staat en dergelijke), in plaats van in ingebeelde zaken. Heiligen en andere goede voorbeelden trekken blijkbaar de mensen aan. Wel, zeggen de deskundigen, dan moeten we de heiligenverhalen ontdoen van hun godsdienstige franje en zo aan de mensen tot een voorbeeld geven. Tenslotte blijken de kerkgebouwen en de kerkelijke gebruiken voor de bevolking van grote waarde te zijn. Ook daarvan moet men gebruik maken om de mensen te winnen voor de staats-ideologie.

Atheïstische 'kerkdiensten'

Het tijdschrift 'Nauka i religija' (wetenschap en geloof) schreef in 1985: 'Religieuse gebruiken hebben een enorme invloed op de mensen'. Kerkelijke huwelijksbevestigingen laten een diepe indruk na, evenals de bediening van de Heilige Doop, waarmee een pasgeboren kind bij de kerk wordt ingelijfd. Dat geldt ook voor de kerkelijke begrafenis, waarin het geloof aan het leven na de dood een belangrijke plaats inneemt. Wat verder in het artikel wordt geschreven, dat de autoriteiten nu voor de taak staan om 'de feestdagen en de gebruiken van het volk te ontdoen van hun religieus vernis en hun emotionele rijkdom en kracht opnieuw te ontdekken'. 'Het sukses op dit belangrijke gebied van de ideologische opvoeding hangt af van de weloverwogen en zorgvuldige uitwerking van gebruiken, die de nationale volkstraditie en de belangrijke communistische gedachten beter met elkaar in overeenstemming brengen.'

Er bestaan sinds jaren al alternatieven voor deze kerkelijke gebruiken. Men kan de jonge kinderen opdragen aan de partij, er is een communistische huwelijkssluiting, waarin men de zegen van Lenin meekrijgt en er zijn ook communistische begrafenisrituelen. Maar de plaats waar dit alles gebeurt, spreekt weinig tot de verbeelding.

De staats-trouwpaleizen stralen een spreekwoordelijke kilheid af, die schril afsteekt bij de sfeer van de kerken. Daarom menen de deskundigen, dat men beter de al bestaande oude kerken kan gebruiken. Sinds Lenin in 1918 bij het decreet over de scheiding van kerk en staat alle bezit aan de kerk ontnam, zijn de kerkgebouwen eigendom van de staat. Men hoeft ze alleen maar voor het nieuwe doel in gebruik te nemen. Zo organiseert de staat dus 'atheïstische kerkdiensten'.

In het artikel in 'Nauka i religija' worden voorbeelden genoemd van kerken, die inmiddels voor dit doel in gebruik zijn genomen. In Kiev vindt de niet-kerkelijke begrafenisceremonie plaats in de voormalige kerk van het Bajkovskij-kerkhof. Verder zou het de bedoeling zijn, om de Opstandingskerk bij de Nikitskij-poort in Moskou, waar de bekende dichter Puskin in het huwelijk trad, tot een nieuw trouw-paleis te maken.

Het opvallende is, dat men nu, anders dan in het begin na de revolutie, geen anti-kerkelijke rituelen opvoert, waarin het geloof belachelijk gemaakt wordt, maar in plaats van de kerkelijke gebruiken alternatieve pseudo-religieuze diensten organiseert. Het is een duidelijke aanwijzing voor de ontwikkeling van de ideologie in de lijn van een soort alternatieve godsdienst.

Momenteel wordt gewerkt aan nieuwe wereldlijke ceremoniën, waarbij veel uit de kerkelijke liturgie wordt overgenomen. Het is aan te nemen, dat men zal proberen landelijk tot één vormgeving te komen, die als het ware een staatsgodsdienstoefening zal kenmerken.

Elena Pozdeeva wijst ook op de grote sommen die op dit moment besteed worden aan de restauratie van oude kerken en kloosters. Dit houdt verband met het duizendjarig bestaan van de kerk in de Sowjetunie, dat in 1988 gevierd wordt. Ze vreest, dat na de plechtige viering daarvan deze kerken gebruikt zullen worden voor de staatsplechtigheden. Tenslotte vermeldt ze, dat er een bijzonder kader gevormd wordt, zogenaamde 'oudsten', die de nieuwe plechtigheden zullen voltrekken. De vraag is nog welk ambtsgewaad ze zullen dragen en met welke insignes ze versierd zullen worden. Haar conclusie is: 'Een officieel partijdecreet over de noodzaak het "niet-religieuse geloof" in te voeren is er nog niet, maar alles duidt erop, dat dit in de nabije toekomst te verwachten is'.

Wie van deze gegevens kennis neemt, wordt herinnerd aan Openbaring 13. Het roept ons op waakzaam te zijn en in onze gebeden de christenen te gedenken, die in deze maatschappij moeten leven.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 september 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Atheïsme in theorie en praktijk (4)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 september 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's