ALS IK EEN PRINS 1F PRINSES WAS

Wie van jullie denkt er nooit eens aan hoe het zou. zijn als jij prins of prinses was? Ik denk dat iedereen er weleens over droomt, 's Avonds, als je op bed ligt en niet zo gauw in slaap kan komen dan fantaseer je er vaak maar op los. „Als ik prins was, nou dan had ik natuurlijk veel geld en kon ik alles kopen wat ik wilde. Ik woonde dan in een mooi paleis en iedereen moest naar mij luisteren".

Zoiets lees je altijd in sprookjesboeken en het. lijkt allemaal even mooi. Maar in werkelijkheid is h.et wel anders.

Zullen we eens gaan kijken hoe het' er op de Dillenburg aan toe ging?

De Dillenburg is een kasteel dat in Duitsland ligt, niet ver van de stad Frankfort. Het is een erg groot kasteel met een prachtige tuin waarin allerlei soorten planten groeien. In een. gedeelte van die tuin worden veel kruiden gekweekt.

Op het kasteel woont graaf Willem van Nassau met zijn vrouw en dochtertje. Ze hebben het erg goed met elkaar. Maar al spoedig komt er verdriet op het kasteel. Willems vrouw overlijdt. Zo blijft de graaf achter met zijn dochtertje.

Op 20 september 1531 trouwt hij opnieuw, nu met Juliana van Stolberg.

Deze Juliana is het vierde kind: van graaf Botho en gravin Anna van Königstein. Als ze elf jaar wordt, gaat ze met haar broer Lodewijk naar een kasteel in Königstein waar een oom en tante hen verder zullen opvoeden.

De jongens leren in die tijd lezen, schrijven en rekenen, de meisjes wordt allerlei borduurwerk geleerd en vooral de huishouding. Gelukkig denken graaf Botho en zijn zwager er anders over. Ze vinden dat de meisjes ook moeten kunnen lezen, schrijven en rekenen.

De kinderen krijgen les van een huiskapelaan. Deze man, Platner, komt uit Wittenberg en is hervormingsgezind, terwijl de familie zelf rooms is.

De Heere zegent het onderwijs dat Juliana van haar leraar Platner krijgt. Ze gaat de veile dwalingen van de roomse kerk zien en ook leert z: e dat alleen de Heere Jezus kan reinigen van alle zonden. In dat geloof leeft ze.

Als ze zeventien jaar is, trouwt ze met graaf Filips van Hanau. Ze zijn erg gelukkig en ontvangen vier dochtertjes. Helaas duurt het geluk niet lang. Zes jaar na hun huwelijk sterft Filips en Juliana moet haar vier nog zo kleine kinderen alleen opvoeden.

De Heere geeft echter nieuw geluk en bestuurt haar leven zo dat .ze in aanraking komt met graaf Willem van Nassau. Al spoedig trouwen ze en Juliana neemt haar intrek in de Dillenburg.

Dat zij een echte christin is, merken niet alleen haar man en kinderen maar ook het personeel en de mensen die in de buurt van de Dillenburg wonen. In de grote kruidentuin kweekt ze allerlei geneeskrachtige planten. Hier bereidt ze medicijnen uit en er is nooit een zieke die tevergeefs bij haar aanklopt. Om. de beurt mogen de kinderen mee als ze bij de zieken op bezoek gaat

en hen meddcijnen brengt. Als ze weet dat er mensen zijn die het arm hebben brengt ze hen voedsel en kleding. Juliana heeft een druk bestaan.

Naast de vier kinderen uit haar eerste huwelijk en het dochtertje van graaf Willem krijgen ze nog vijf zonen en zes .dochters.

Zeventien kinderen hebben een gelukkig leven op de Dillenburg. Ze krijgen allemaal les van moeder Juliana. Ook veel kinderen van familie en vrienden komen op de Dillenburgse hofschool om te leren lezen en rekenen. Het godsdienstonderwijs neemt een belangrijke plaats in. Juliana vertelt hen vaak uit de Bijbel en zegt steeds dat ze de Heere toch vroeg moeten zoeken omdat de eeuwige dingen belangrijker zijn dan de aardse.

Natuurlijk zijn er ook regels waar ze zich aan moeten houden. Alle huisregels bij elkaar noemen ze „de Burchtfriede" en het lijstje wordt in alle zalen, gangen en vertrekken opgehangen. Niemand mag deze regels overtreden; als je het wel doet word je gestraft.

De kinderen worden groter en verschillende gaan het ouderlijk huis verlaten. Zoon Willem van Nassau erft op elfjarige leeftijd grote bezittingen van zijn neef René de Chalons. Zo krijgt hij o.a. het prinsdom Oranje in Frankrijk en de Baronie van Breda. Hij moet nu wel naar het keizerlijke hof in Brussel om daar zijn opvoeding te voltooien. Een

jaar na zijn vertrek gaat ook dochter Katharine het hof verlaten en nog drie jaar later dochter Juliana. Zoon Philips gaat trouwen en Adolf dient in het leger van de koning van Denemarken. Moeder Juliana is er niet zo blij mee dat Adolf zo ver van huis is. Ze heeft liever dat hij rektor wordt aan de' hogeschool van Wittenberg. Adolf heeft daar echter geen zin in.

Op 6 juni 1559 trouwen er drie kinderen tegelijk: Jan, Anna en Elizabeth. Jan blijft na zijn trouwen op de Dillenburgwonen. Hij is tot steun van zijn moeder en de hele familie. Steun had zijn moeder wel nodig want in datzelfde jaar 1559 sterft haar man, Willem van Nassau, Ondanks alle leed zal ze de belangen van de Ddlenburgse familie blijven behartigen.

Al verlaten verschillende kinderen het kasteel, toch wordt het aantal bewoners van de Dillenburg steeds groter. Veel kleinkinderen van Vfillem en Juliana ontvangen hun opvoeding aan het hof. Ook Maria, het dochtertje van Willem van Oranje. Willem komt namelijk met zijn dochter en tweede vrouw naar de Dillenburg omdat het te gevaarlijk wordt in de Nederlanden. Maria vindt het heerlijk op de Dillenburg: en Juliana krijgt een goede-hulp aan haar. Ze helpt haar grootmoeder veel bij het bereiden van medicijnen in de hof apotheek en ze schrijft en vertaalt veel brieven voor haar. Ook zij krijgt les op de hofschool, net als al haar andere neefjes en nichtjes.

Velen hebben een gelukkig leven op de Dillenburg gehad, vooral ook door de moederlijke zorg van Juliana. Natuurlijk zijn ook hen verdriet en zorgen niet bespaard gebleven. Verschillende zonen van Willem en Juliana zijn gesneuveld in de strijd om de vrijheid van de Nederlanden. En ieder had zijn eigen moeilijkheden. Gelukkig wist Juliana bij Wie ze terecht kon met haar zorgen en ook met de zorgen van haar familie. De Heere zorgde, ook in moeilijke tijden.

Nu is het leven heel anders. Bijna nergens zie je meer dat er een hele familie bij elkaar woont. Ook onze koninklijke familie niet. De kinderen van onze Koningin Juliana: Beatrix, Irene, Margriet en Christina hebben ieder hun eigen gezin en de vier gezinnen wonen apart.

Natuurlijk ontmoeten ze elkaar veel en logeren de prinsjes en prinsesjes bij elkaar, maar ze hebben ieder hun eigen leven. Ze komen veel meer met andere leeftijdgenootjes in aanraking als de koninklijke families vroeger. Allemaal zitten ze op een gewone kleuter-/basisschool en doen aan allerlei dingen mee. Iiun vader en moeder voeden hen zoveel mogelijk „gewoon" op en proberen het onderscheid tussen hen en andere kinderen zo klein mogelijk te maken. Ook zij moeten het leven in en later, net als iedereen, voor hun gezin de kost verdienen.

Zie je wel dat het leven van prinsen en prinsessen helemaal niet zo' is als jij het je vaak voorstelt? Vroeger niet, maar ook nu niet. De prinsen Willem-Al exander, Fris o, Constantijn en al hun neefjes en nichtjes moeten net zo goed als jij naar school, moeten ook hun huiswerk maken en later gaan werken. Ze hebben net zo goed als jij hun moeilijkheden en problemen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen