Verslag afscheidsdienst

Op donderdag 2 juni, Hemelvaartsdag, nam ds. A. Geuze afscheid als herder en leraar van onze gemeente. De tekst voor de afscheidspreek was 1 Korinthe 3:10 en 11: Naar de genade Gods die mij gegeven is, heb ik als een wijs bouwmeester het fundament gelegd, en een ander bouwt daarop. Maar een iegelijk zie toe hoe hij daarop bouwt. Want niemand kan een ander fundament leggen dan hetgeen gelegd is, hetwelk is Jezus Christus. De dominee bepaalde de gemeente bij: ”Onze bekentenis en ernstige waarschuwing betreffende het verrichte werk in uw midden.” Hij stond stil bij de ontvangen genade tijdens het werk, de uitvoering van het werk en de voortgang van het werk.

1. De ontvangen genade tijdens het werk
Er gaat veel door de dominee en de gemeente heen als hij op deze Hemelvaartsdag afscheid hoopt te nemen. Paulus schreef deze tekstwoorden aan de gemeente van Korinthe. De apostel is ongeveer dezelfde tijd in Korinthe geweest als de dominee in Gouda. Maar na zijn vertrek bleef zijn genegenheid en liefde tot de gemeente bestaan. Straks is er tussen ons ook niet meer die verbinding als herder en leraar van uw gemeente. Maar dan blijven toch de liefde en de banden die gevallen zijn. De Heere geve, al is het dan op grote afstand, om elkanders noden te gevoelen en die te brengen aan de troon der genade.
Paulus heeft de gemeente liefdevol vermaand. Paulus mocht zeggen: Ik heb geplant, Apollos heeft nat gemaakt, maar het is God Die de wasdom geeft. Het is Zijn werk. De dominee mag instemmen met Paulus: Want wij zijn Gods medearbeiders; Gods akkerwerk, Gods gebouw zijt gij. Aan dat gebouw werkt de Heere nog gedurig. Dan mag de dominee geloven dat hij daaraan mee heeft mogen werken, naar de genade Gods die hem gegeven is. Het is ontvangen genade, waar geen enkel recht op is. Die genade vloeit voort uit dat eeuwige welbehagen Gods van eeuwigheid tot eeuwigheid over degenen die Hem vrezen. Met die genade zendt Hij Zijn knechten uit en bedeelt Hij Zijn Kerk. De Heere heeft van eeuwigheid een Kerk verkoren tot de zaligheid. Die Kerk zal er zijn, ook in 2011, totdat Hij komt op de wolken des hemels. Ons leven ligt in Zijn Goddelijke handen. Dat we dan de Heere mogen aanlopen als een waterstroom en niet aflatend smeken aan de troon der genade. De Heere zendt Zijn knechten uit tot de einden der aarde, omdat de Kerk moet worden toegebracht. Satan roert zich met zijn machtige wapens. Maar de Heere werkt met Zijn onwederstandelijke genade. Hij bedeelt gevallen mensenkinderen met Zijn genade, maar roept ze ook in Zijn wijngaard. Hij schenkt Zijn knechten alles in de ure dat ze het nodig hebben. Dat heeft de dominee ook mogen ondervinden: Naar de genade Gods die mij gegeven is. De Heere ontvangt daarvoor alleen alle eer, lof en aanbidding.

2. De uitvoering van het werk
Die genade is zo nodig in de uitvoering van het werk. Het is altijd de verzuchting van de dominee geweest dat hij die wijsheid mocht ontvangen waarvan onze tekstwoorden spreken: Heb ik als een wijs bouwmeester het fundament gelegd, en een ander bouwt daarop. De dominee mag geloven dat hij mag werken aan Gods gebouw, dat nog steeds niet af is. Het is Hemelvaartsdag. De hemel is nog geopend en nog bidt Christus aan Vaders rechterhand. Het is een medewerken geweest.
De dominee heeft zichzelf gedurig moeten waarnemen als een dwaas. De mens heeft niet meer die wijsheid zoals hij oorspronkelijk geschapen is. Maar de Heere heeft vanuit Zijn heiligdom gaven uitgedeeld onder de mensenkinderen. Zo heeft de Heere ook gaven gegeven om Zijn Woord te verklaren. Dan is die wijsheid niet van ons, maar dan is Hij die wijze Bouwmeester. Wij kunnen niet één mens bekeren. Dat kan alleen door Gods lieve Geest. De dominee heeft het gewicht van zijn werk gevoeld om als een wijs bouwmeester dat fundament te mogen leggen. Allen hebben we een kostelijke onsterfelijke ziel voor de eeuwigheid. We moeten gegrond zijn op dat ware fundament. De breuk tussen God en de ziel moet op goede gronden genezen worden. Dat fundament mag gelegd worden door de gemeente af te wijzen van zichzelf en heen te wijzen naar Jezus Christus en Die gekruisigd. Dat is het enige vaste fundament dat de eeuwigheid verduurt. Alle vleselijke godsdienst moet afgesneden worden. De ware rust is alleen in Christus te vinden. We moeten een verloren zondaar of zondares voor God worden. Dan ligt er ook zo’n troost in dit woord: Heb ik als een wijs bouwmeester het fundament gelegd. Dat is een troost voor allen die in Gods wijngaard werkzaam zijn. Het is Gods Woord. Het zal nooit ledig wederkeren, het zal doen hetgeen Hem behaagt. Werp uw brood uit op het water, want gij zult het vinden na vele dagen. De Heere zal er zorg voor dragen. Wat heeft dit woord u gedaan? Het is tot uw eeuwig oordeel of uw eeuwig voordeel.

3. De voortgang van het werk
Aan ons werk in uw midden komt nu een einde. Maar Gods werk gaat door. Wij zijn slechts een medearbeider. De apostel Paulus moest de gemeente van Korinthe in de handen des Heeren overgeven. Maar hij mocht weten dat de Heere er zorg voor draagt: En een ander bouwt daarop. De Heere zal zorgen voor de voortgang van Zijn werk. Zo is het ook met ons. Wij moeten weg, maar de Heere houdt Zijn Kerk in stand. Er ligt echter ook een waarschuwing in onze tekstwoorden: Maar een iegelijk zie toe hoe hij daarop bouwt. Want niemand kan een ander fundament leggen dan hetgeen gelegd is, hetwelk is Jezus Christus. Allen die in onze gemeente arbeiden, inzonderheid de ouderlingen, moeten toezien dat alleen op dé grondslag gebouwd wordt van Jezus Christus en Die gekruisigd. De Heere geve dat gedurig mag worden opgekomen vanuit het eeuwige welbehagen Gods. Daarin ligt de troost voor de Kerk: ’Waarom was het om mij gemunt? Daar zovelen gaan verloren, die Gij geen ontferming gunt.’
De Heere heeft de hemel voor Zijn Kerk geopend. Hij is heengegaan om voor hen plaats te bereiden, opdat de Kerk daar mag komen waar geen inwoner meer zal zeggen: Ik ben ziek.

Toepassing
De dominee spreekt de wens uit dat de Heere de gemeente wil gedenken. Wij hebben naar de genade die de Heere ons geschonken heeft het werk in uw midden gedaan. We hebben u dat vaste fundament, dat in der eeuwigheid niet zal wankelen ook vanavond weer mogen aanwijzen. Het zaad is gestrooid. We mogen het nu in Zijn handen overgeven. De Heere begeve en verlate u niet. De Heere schenke een ieder persoonlijk gebouwd te mogen worden op het fundament van de apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus de uiterste Hoeksteen is. Want niemand kan een ander fundament leggen dan hetgeen gelegd is, hetwelk is Jezus Christus.

Toespraken
Aan het einde van de dienst spreekt ds. A. Schultink de dominee toe namens de classis West en de plaatselijke kerken. Ouderling M.J. Visser spreekt tot slot namens de kerkenraad en de gemeente. Hij laat de dominee staande toezingen psalm 84 vers 6. Daarna legt de dominee voor de laatste maal als eigen herder en leraar de zegen op de gemeente.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen