Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Taak en plaats van de vrouw in de Schrift (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Taak en plaats van de vrouw in de Schrift (2)

Adam is eerst gemaakt

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gelijkwaardig, niet gelijk

In het vorige artikel zagen we, dat Genesis 1 spreekt over de eenheid in verscheidenheid, die er tussen man en vrouw is. 'n Ander Schriftgegeven van belang vinden we in Genesis 2 : 20. Alle dieren worden door de Heere tot Adam gebracht, die ze een naam geeft. Als vee, vogels en dieren hun naam gekregen hebben, ontdekt Adam zijn gemis. Er is voor de mens geen hulpe tegenover hem.

Dan neemt de Heere van Adam, die in diepe slaap gezonken is, een rib en bouwt daaruit een vrouw. „Toen zeide Adam: Deze is ditmaal been van mijn benen, en vlees van mijn vlees! Men zal haar Manninne heten, omdat zij uit de man genomen is. Daarom zal de man zijn vader en moeder verlaten, en zijn vrouw aankleven; en zij zullen tot één vlees zijn."

Opvallend is hier het gebruik van het woord manninne. Onze statenvertalers hebben dit woord zelf gemaakt om. het oorspronkelijke te kunnen benaderen. De hebreeuwse woorden, geven namelijk heel duidelijk de eenheid, in de verscheidenheid weer. „Men zal haar isjsjah de vrouwelijke vorm van het woord voor man, isj — heten". In het Engels vinden we nog iets dergelijks; man. en woman. Deze tekst onderstreept én de eenheid én de verscheidenheid. De Schrift ziet man en vrouw als geheel gelijkwaardig, maar dit houdt niet in dat zij gelijk zijn.

Deze ongelijkheid wordt in dit Schriftgedeelte onderstreept door het feit, dat de vrouw uit Adams rib gebouwd werd. Hij ontvangt Adam als een hulpe tegenover hem. Dr. H. Goedhart zegt in zijn boekje „Een vrouw op de kansel? ", waaraan ik veel verschuldigd ben, over dit gedeelte o.m.: „Duidelijk blijkt, dat er niet slechts een lichamelijk, maar ook een geestelijk onderscheid bestaat tussen Adam en Eva, die beiden naar het beeld Gods zijn geschapen. Door d.e overeenkomst en het verschil tussen hen beiden vertonen zij het beeld Gods. Het was nodig dat man en vrouw verschilden om elkander iets te kunnen mededelen, elkander te kunnen aanvullen. Dat is immers bij twee gelijken onmogelijk, omdat de een dan reeds bezit wat de ander zou kunnen geven De vrouw is een hulp voor de man. Hierdoor krijgt het menselijk samenleven een sociaal karakter. De aanduiding „hulp" bepaalt het karakter van de werkzaamheden van de vrouw in onderscheid van die van de man" ').

Scheppingsinstelling

Ook in het Nieuwe Testament beroept Paulus zich op de schepping, waarin God de volle gelijkwaardigheid tussen man en vrouw gaf, die echter geen gelijkheid inhoudt. Hij verwijst naar de eerste hoofdstukken van Genesis in 1 Tim. 2 : 12 en 13: Ik laat de vrouw niet toe, dat zij lere, noch over de man heerse, maar wil dat zij in stilheid zij. Want Adam is eerst gemaakt, daarna Eva".

Paulus ziet in deze volgorde een aanwijzing voor de verhouding van de geslachten: de vrouw hoort over de man niet te heersen. Zij kreeg in de schepping een andere plaats dan de man. Daaraan hecht de apostel blijvende betekenis.

En als hij even tevoren de vrouw opwekt tot onderdanigheid, dan zegt of bedoelt hij niets minderwaardigs. Als we ons daardoor geprikkeld voelen, verstaan we de Schrift niet goed. Dan lezen we verkeerd, vleselijk. De apostel wil geen slaafse onderworpenheid, maar wel een zekere ondergeschiktheid of subordinatie.

Dit blijkt uit het gebruik van het woord „onderdanigheid". In Efeze 5 : 24 lezen we b.v.: Daarom gelijk de gemeente aan Christus onderdanig is, alzo ook de vrou-

wen aan haar eigen mannen in alles". Deze vermelding van de verhouding tot Christus, het Hoofd der Kerk, ontneemt elke gedachte aan minderwaardigheid aan de onderdanigheid die de Schrift bedoelt. Vergelijkt U b.v. eens Ef. 5 : 22, 21, 1 Cor. 15 : 28, Ef. 5 : 25).

Samenvatting

Man. en vrouw zijn door God geschapen als eenheid in verscheidenheid. Dit brengt met zich mede, dat zij geheel gelijkwaardig zijn, maar naar de instelling bij de schepping niet gelijk, noch in wezen, noch in taak. Voor de man is de zware taak weggelegd om te arbeiden, te regeren en te leiden. De vrouw ontvangt de schone gave om te helpen, om te dienen, om als hulp tegenover de man te zijn.


') Uitgave Zuiderduijn, Woerden, 1966, blz. 31/32.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 oktober 1969

Daniel | 16 Pagina's

Taak en plaats van de vrouw in de Schrift (2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 oktober 1969

Daniel | 16 Pagina's