Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

PASTORALIA

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PASTORALIA

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het boekje van ds. Middel

De ouderling deed géén huisbezoek die avond. Hij had zomaar een vraag in de privé-sfeer; bij een pas in de gemeente binnengekomen lid. Tóch had hij een goede avond. Béter dan menig keer dat hij op huisbezoek ging. Dan is het vaak 'trekken'. Er zijn mensen die heel goed kunnen praten over slechte en donkere tijden. Maar als hen gevraagd wordt naar hun persoonlijke zieleleven, dan staat de wagen stil. Of er is sprake van een blijmoedig roemen, waarvan de ambtsdragers zich soms afvragen of er wel grond voor is.

Wie een diamant in huis heeft weet immers wel hoe hij eraan gekomen is! En als dat niet eerlijk uitgesproken kan worden, indien de bezitter met een mond vol tanden staat als hem gevraagd wordt hoe hij toch zó rijk geworden is, dan is er iets vreemd aan de hand.

Maar zo'n enkele positieve avond maakt veel goed. Het was een nog vrij jonge man, getrouwd, een paar kleine kinderen. En zomaar ineens raakten zij aan het praten: Hij en de ouderling. De echtgenote zat er stil bij te luisteren. Een nauw verholen traan in het oog soms.

In zijn jeugd had de man - voortdurend verkerend onder de zuivere prediking van Gods Woord - geleefd als een rijke jongeling. Totdat hij de kloof tussen God en zijn ziel was gaan inleven. Wat daar voor bijzondere aanleiding toe geweest was? Eenvoudig: de prediking van het Woord van God en de werking van de Heilige Geest. De waarheid liet hem niet meer los. Zonder God op de wereld. En dat door eigen schuld. Gezondigd tegen een goeddoend God.

Het had de Heere behaagd hem nader onderwijs te geven. Eerst had hij - dieper ontdekt aan de oorzaak van zijn ongeluk - een mogelijkheid van zalig worden gezien buiten zichzelf Een deur der hoop! Wat was hij gelukkig geweest. Hij kon nog zalig worden. Later, door het onmogelijke heen, was ook de Persoon van de Heere Jezus hem in het Woord geopenbaard en persoonlijk bekend gemaakt.

In die tijd, kort daarna, las de man een oud boekje, de levensbeschrijving van ds. H.H. Middel. Die vertelde onder andere "hoe zijn schuld en zonden werden weggenomen op de aangebrachte, volmaakte lijdelijke Borggerechtigheid" van Christus. Maar óók, hoe hij toch later nog weer "enige holte" in zijn ziel gevoelde. Waar kwam dat vandaan?

Middel liep aanvankelijk met vragen, maar verklaarde dat later in zijn autobiografie: "Duidelijk en klaar werd het mij nu, dat de gelovigen vergeving der zonde bekomen op het lijden en sterven van de Heere Jezus, als ons zulks door de Heilige Geest wordt toegepast, maar dat de toepassing van Christus' volmaakte onderhouding der wet voor en in de plaats Zijns volks ons het recht tot het eeuwige leven geeft". De auteur doelde op het onderscheid in de lijdelijke en dadelijke gehoorzaamheid van de Heere Jezus.

"Ik begreep er toen helemaal niets van", vertelde het pas ingekomen lid tegen de ouderling. "Als God je toch schuld en straf vergeeft...".

Enkele jaren verstreken. De man moest het inleven Adam voor God te zijn. Hij had de last gevoeld: "'t Is niet alleen dit kwaad, dat roept om straf; Neen, 'k ben in ongerechtigheid geboren". Doodschuldig! Maar toen hij de totale verlorenheid onderschreef en eigende - "ik heb het verdiend" - had hij het mogen horen met een geestelijk oor: "Hij is onze vrede". "Hij", dat is Gods Zoon, Die - hoe gepast, in zijn plaats - de menselijke natuur aannam. De man had het mogen geloven en ervaren: "De straf, die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden". Hij mocht horen van verzoening. God aanvaardde het offer van Zijn Zoon. De zaligheid lag buiten hemzelf

Na die tijd begon onrust hem echter te kwellen: Hij bleef maar zondigen. Met gedachten, woorden en werken. In bedrijf en in nalatigheid. Het deed hem zo'n verdriet. En dat tegen die goeddoende God! Aanvechtingen besprongen hem. Strijd hield hem bezig. Hij had niet zoveel meer te vertellen tegen andere mensen. In plaats van blijdschap beheerste hem de droefheid. Het liep zo laag met hem af Zou alles dan toch bedrog geweest zijn? Op een zondagmiddag was hij benauwd van alle zijden. Zijn hart schreeuwde naar God. Toen preekte er een eenvoudige dominee. Neen, een academische opleiding had die niet. Hij was wél van de Heere geleerd.

Het ging over de Heidelbergse Cate­ chismus. "Over welke zondagsafdeling het ging, weet ik niet meer", vertelde de man tegen zijn ouderling. "Maar ineens hoorde ik het; in al mijn zielsellende; en het was alsof de hemel voor mij open ging: "Gods volk wordt nooit armer, nooit naakter uitgekleed, dan in een weg van heiligende heiligmaking. Maar Jezus heeft in Zijn dadelijke gehoorzaamheid volmaakt de wet vervuld. Want het was Zijn spijze om in hun plaats de wil van Zijn hemelse Vader te doen"".

"Wat was dat een vreugde", vertelde de man. "Dat was water op een dorstig land. Nu mocht ik geloven - neen, ik vroeg niet of het mocht, maar ik kón niet anders meer - dat ook mijn dadelijke zonden, bedekt waren door de nieuwe, volmaakte gehoorzaamheid van Jezus Christus". Een poos later kreeg de man bij het opruimen van zijn boekenkast het boekje van ds. Middel nog eens in handen. Als bij geval begon hij ergens in het midden zomaar te lezen. Niet denkend aan wat hij voorheen niet begrepen had. Maar vanuit de wetenschap dat hij dat boekje enkele jaren geleden met zoveel stichting had gelezen.

Hij kwam bij de passage over de toepassing van Christus' volmaakte onderhouding der wet voor en in de plaats van Zijn volk. Ineens doorzag hij, wat hij voorheen niet verstaan had. "God gaf er Zelf licht over", vertelde de man. De ouderling zat verwonderd en verblijd te luisteren.

De ambtsdrager vroeg: "Toen kon u er zeker gemakkelijk van gaan leven. Want toen was toch zeker alles in orde? " Hij dacht daarbij aan wat hij eens hoorde van een oude, nu al lang overleden dominee. Die man hamerde nogal op de rechtvaardigmaking; zonder die weldaad was het eigenlijk allemaal nog niets. De ouderling zelf, een stuk jonger, had die oude dominee toen hetzelfde gevraagd: "En daarna, dominee, daarna, was u toen klaar". "Nee jongen", had die oude leraar toen geantwoord: "Dan ga je vragen: Heere, wilt U mij nog eens bekeren". Daar moest de ambtsdrager aan denken bij het antwoord dat hij kreeg van de man bij wie hij op bezoek was met een privé-vraag; maar waar hij zo'n aangenaam gesprek kreeg. "Ach neen, Hellenbroek zegt in zijn vragenboekje zo eenvoudig dat de Middelaar gekend moet worden in Zijn Namen, Zijn staten. Zijn ambten. Zijn naturen en Zijn weldaden. Er is zoveel te leren van de rijkdom van Gods genade. Altijd meer. En altijd door die weg van onmogelijkheid en ontdekking heen. Mijn staat voor de eeuwigheid, jawel, ik geloof dat ik een gegronde hoop mag hebben. Maar in de stand van het leven...".

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 juni 1995

De Saambinder | 12 Pagina's

PASTORALIA

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 juni 1995

De Saambinder | 12 Pagina's