Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

UUR VAN BEPROEVING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UUR VAN BEPROEVING

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

UUR VA Godsdienst is opium voor het volk. De achtergronden van deze leuze van Lenin werden reeds beknopt geschetst. Godsdienst is een overblijfsel van de kapitalistische maatschappij, dat een snelle voortgang naar de socialistische maatschappijvorm verhindert. Daarom moet het godsdienstige denken, het godsdienstige leven, worden vernietigd. Het communisme predikt onverzoenlijke strijd tegen elke vorm van religie. De aanval op het godsdienstige leven heeft in de communistische landen in allerlei vormen plaats. Soms zijn deze aanvallen hevig, zo hevig, dat we moeten spreken van een openlijke geloofsvervolging. Soms treden de communisten minder driest op. Dit hangt af van allerlei politieke en kerkelijke factoren, die van land tot land verschillen.

Atheïstische propaganda

Een kenmerk hebben alle landen achter het IJzeren en het Bamboegordijn gemeen. Er wordt een enorme, nooit aflatende atheïstische propaganda gevoerd. Altijd en overal, dag in, dag uit probeert men de mensen in te prenten, dat God niet bestaat. Op scholen, in fabrieken, in het leger, op de collectieve boerderijen vormt atheïstische propaganda een steeds terugkerend onderdeel van de dag-of weekindeling. De propaganda zelf is vrij grof. Bij voorkeur vertelt men verhalen over dronken priesters en domme gelovigen. In Rusland zoekt men op het ogenblik naar meer verfijnde vormen van propaganda voor het atheïsme, want men is tot de conclusie gekomen, dat de gevoerde akties tegen het geloof in God weinig of geen resultaat hebben opgeleverd.

Intussen gaat de spot en hoon van de Schepper en Onderhouder voort. Via N BEPROEVING radio en televisie, door middel van pamfletten en films. Of meer intellectueel gericht: via lezingen en boeken. Er is in Rusland zelfs een atheïstische „catechismus" op de markt gebracht.

Ingrijpender dan deze stroom van gesproken en gedrukte atheïstische woorden, zijn de samenkomsten van werkers, waarop christen-arbeiders soms ineens, geheel onverwacht, worden beproefd. Huub Hendrikse vertelt in het reeds eerder genoemde boekje „Rusland in beweging" over deze samenkomsten. Temidden van het voltallige personeel van een fabriek, wordt een christen-arbeider het verwijt gedaan, dat hij nog steeds vast houdt aan zijn „achterlijk Godsgeloof." Waarom nemen zijn kinderen geen deel aan de rode jeugdsamenkomsten? Waarom wijst hij ze niet op de noodzaak om zich in te zetten voor de nieuwe maatschappij?

Nabootsing: de aap van de kerk

Er is een populaire uitdrukking, die zegt dat de duivel de aap van God is. 'k Zou met een kleine variatie willen zeggen, dat het communisme de aap van de kerk genoemd kan worden. Het communisme onderkent heel goed het bindende karakter van de christelijke feesten en tradities. Het is eenvoudig onmogelijk om die feesten en tradities zonder meer weg te nemen. Daarom geeft het communisme voor de christelijke feestdagen en inzettingen surrogaten.

In plaats van de christelijke feestdagen heeft men oogstfeesten ingevoerd en feesten als „de dag van de wapenbroeders", of „de dag van de eerste voor". Ook het huwelijk wil men losmaken van de kerk. In sommige Russische steden zijn er speciaal voor het voltrekken van huwelijken paleizen ge-

bouwd. Men trouwt daar in een witte japon, de ringen worden gewisseld en het bruidspaar ontvangt als geschenk een gezinspaspoort. In een stad als Leningrad werd in 1959 nog 25 % van de huwelijken kerkelijk voltrokken. In 1962 was dit nog slechts % Dit althans volgens officiële Russische opgaven. i)

De „Jugendweih e"

Een bijzonder geraffineerde vorm van nabootsing van de kerk vinden we in het overwegend Lutherse Oost-Duitsland. In de Lutherse Kerk wordt belijdenis afgelegd op circa 14-jarige leeftijd. Het communistische bewind wil deze belijdenis van de Christus der Schriften vervangen door een belijdenis van het geloof in de mensheid. Daarvoor heeft men sinds 1955 de „Jugcndweihe" in het leven geroepen, een jeugdwijding, die de periode van het kindzijn afsluit en de toegang opent tot de communistische maatschappij. Aan het eind van de plechtigheid wordt een belofte afgelegd, die als belijdenis moet worden gezien. We laten deze belofte hier volgen:

„Beste jonge vrienden, zijt gij bereid als getrouwe zonen en dochters van onze Staat van arbeiders en boeren te arbeiden en te strijden voor een gelukkig leven van het gehele Duitse volk?

Antwoord mij dan: Ja, dat beloven wij! Zijt gij bereid om met ons al uw kracht te geven aan de grote en edele zaak van het socialisme?

Antwoord mij dan: Ja, dat beloven wij! Zijt gij bereid om op de bres te staan voor de vriendschap der volkeren en met het Sovjetvolk en alle vredelievende mensen der wereld de vrede te verzekeren en te verdedigen?

Antwoord mij dan: Ja, dat beloven wij!" Vervolgens zegt de leider van de plechtigheid:

„Wij hebben jullie belofte gehoord, je hebt je een hoog en edel doel gesteld, je hebt je ingevoegd in het miljoenenleger der mensen, die voor de vrede en het socialisme arbeiden en strijden. Feestelijk nemen wij jullie op in onze Duitse Democratische Republiek en beloven jullie steun, bescherming en hulp. Met verenigde krachten: Voorwaarts!" - )

Voor ouders en kinderen, voor de gehele Lutherse kerk in Oost-Duitsland brengt deze Jugendweihe gewetensvragen ince. Mag je deze belofte afleggen? Of moet je weigeren? Als je weigert, is het enige beroep dat open staat: landarbeider. Want niet deelnemen aan de Jugendweihe, betekent, dat je uitgesloten wordt van verdere studie!

Kerk in boeien

In sommige Nederlandse kranten wordt regelmatig de indruk gewekt, alsof men in de landen achter het IJzeren Gordijn als kerk dezelfde vrijheden zou bezitten als in het Westen. Deze kranten zijn zo goedgelovig, dat ze, tot vreugde van de Russen, keurig navertellen, wat de Russische propaganda, vaak door middel van zogenaamde mantelorganisaties, op meesterlijke wijze het buitenland voorzegt. De feiten spreken andere, duidelijke taal. De invloedssfeer van de kerken is in Rusland en in sommige Oosteuropcse landen door de regering ten zeerste beperkt:

a) Het geven van godsdienstonderwijs op scholen en op catechisaties(!) is verboden.

b) Elke vorm van diakonale arbeid is verboden.

c) Evangelisatie, op welke wijze ook, is verboden.

d) Men mag geen woord kritiek op sociale en politieke toestanden uitspreken.

e) Een staatsbureau voor kerkelijke zaken regelt alle kerkelijke aangelegenheden. Voor alle dingen is men op dit staatsbureau aangewe-

zen: papier voor drukwerk en kranten, kaarsen, bouwmaterialen enz.

f ) Nog steeds worden kerken gesloten. In 1959 telde Rusland met zijn miljoenenbevolking nog 20.000 grielcsorthodoxe kerken. In 1964 was dit aantal, volgens zeer betrouwbare bronnen teruggebracht tot 10.000.


1) Vele gegevens in dit artikel zijn ontleend aan een bijdrage van W. H. Roobol in de „Internationale Spectator" van 22 april 1965: „Iljitsjow tegen de godsdienst. Enkele aspecten van de antireligieuze propaganda in de Sovjet-Unie".

2) De belofte is te vinden bij Dr. W. Banning: „Kerk en Communisme", 's-Gravenhage, 1959, blz. 86.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 maart 1967

Daniel | 16 Pagina's

UUR VAN BEPROEVING

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 maart 1967

Daniel | 16 Pagina's