Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van de boekentafel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de boekentafel

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

RONDOM DE KERKDIENST

Bij Zomer en Keuning, Wageningen, verscheen een leuk uitgegeven bundel „Wat vindt u van de kerkdienst?”. Men zou het een inventarisatie kunnen noemen van wat er aan wensen en kritiek op de kerkdienst in Nederland leeft.

Een blik in de lijst van medewerkers maakt duidelijk dat het boek geen eenstemmig geluid zal laten horen. De vormingsleider van Den Alerdinck, Eimert Pruim, levert een bijdrage. Ook dr. Graafland doet mee. Hij heeft zijn opstel de titel gegeven: „Ik kerk bij een Bonder”. Er zijn drie bijdragen van hoogleraren, te weten die van de Utrechtse H. Jonker, de Leidse P. Smits en de Amsterdamse liturgioloog G. N. Lammens.

De socioloog van de theologische faculteit van de V.U., dr. G. Dekker, behandelt in zijn opstel „Veranderingen rondom de kerkdienst”. Ds. R. J. van Pagée vertelt van zijn ervaring met de diensten voor belangstellenden in de Lutherse kerk op het Spui in Amsterdam. Daarnaast levert ds. A. J. Hoorn een opstel dat dezelfde titel draagt als het boek in zijn geheel. Hij is pastor van de Laurenskerk in Rotterdam en behartigt daar het z.g. city-pastoraat. Ds. H. A. Visser vertelt, hos men in Amsterdam de Westerkerk weer vol wist te krijgen en ds. J. Overduin schrijft onder de titel „Wat ik ervan vind”. Dan is er nog een bijdrage van een pastoor, die in Groningen in het team van de City-groep meewerkt met speciale aandacht voor de liturgische diensten. Tenslotte geeft de heer Van Katwijk een persoonlijk getuigenis, hoe hij Christus vond en wat hij van de kerk en de prediking verwacht, respectievelijk erin mist.

Uit dit beknopte overzicht ziet men hoe grote verscheidenheid er in deze bundel te vinden is. Die variatie is naar mijn mening ook tegelijk de zwakte. Er wordt wat verteld over wensen, mogelijkheden en onmogelijkheden om verder te gaan zoals men tot heden ging. Er wordt weinig diep op de zaken ingegaan. De schrijvers hebben allen een aantal vragen voorgelegd gekregen. Daarop konden ze naar believen antwoorden. Ze behoefden niet de hele lijst af te werken, maar mochten ook een keus doen, als hun dat beter voor kwam. Zo krijgen we dus een aantal meningen van prominente schrijvers over de huidige kerkdienst. Een interview per brief, kan men zeggen. Ik zal nu een aantal gedachten van de schrijvers weergeven. Dan kan de lezer van ons blad zich een mening vormen over wat de schrijvers voor ogen staat.

Dr. Dekker wil de kerkdienst niet afschrijven. Hij meent wel dat we niet op de bestaande voet kunnen doorgaan. Zijns inziens is variatie en functionalisering nodig. Als de kerk dat aandurft, zal de bestaande kerkdienst op de helling komen. Er zullen dan samenkomsten ontstaan in veel groter verscheidenheid dan tot nu toe. De massale samenkomsten zullen dan slechts één van de vele vormen zijn.

Dr. H. Jonker wil oog hebben voor de kritiek die er te maken is. We moeten het bestaande niet vasthouden, omdat het altijd zo geweest is. We moeten durven iets te veranderen. Er is echter iets dat tot het wezen van de kerkdienst behoort. Dat is: Tuimte te laten en te geven aan de voortgang van het Woord van God in de geschiedenis. Deze dienst van het Woord moet met ons meeleven, gebed en financiële steun omringd worden. Dat is de kern van de kerkdienst. Die mogen we niet opgeven. Hij ziet in de prediking van het Woord drie dingen gebeuren: bestaansdoorlichting, bestaansverlossing en bestaansontplooiing. Een prediking die deze drie elementen tot hun recht Iaat komen, voldoet aan de eisen die men aan de kerkdienst stellen mag. Hij vertelt hoe hij in zijn eigen jeugd door deze drie dingen getroffen werd.

In dezelfde richting gaat dr. Graafland. Hij behandelt meer hoe een Bonder preekt dan hoe een kerkganger bij een Bonder het ervaart, dacht ik. Het is in elk geval een waardevol stuk. Hij zegt: de traditionele vormen doen het nog steeds. Is dit wel traditioneel? Moeten we niet veelmeer zeggen: deze vormen zijn een leeg vat, dat geschikt is voor de vulling van de Geest? Mogen we niet stellen dat juist daarom de traditionele vormen volkomen legitiem zijn. Het antwoord luidt bevestigend.

Ds. van Pagée zegt: de kerk die de kerkdienst laat vallen, is ten dode opgeschreven. Zij zal vervallen tot maximaal een overkoepelend orgaan van centra voor godsdienstige opvoeding.

Hij noemt vier voorwaarden die aan de kerkdienst te stellen zijn:

1. De preek mag niet vervelend zijn. 2. Aangeboden moet worden de specialité de la Maison; dat wil zeggen het eigene van het Evangelie. 3. Er moet mogelijkheid zijn tot gesprek na de dienst. 4. De bezoekers moeten, als ze willen, anoniem kunnen blijven.

Prof. Smits zegt dat er gepredikt dient te worden vanuit een klaar besef hoe sterk onze huidige wereld met haar machtsstructuren de mens voortdurend tot in de diepste lagen van zijn wezen beïnvloedt, zodat men het contact met de mensen mist zonder dit besef van wat er met de mens zelf gebeurt in deze tijd.

Bij dit laatste zou ik mijn slotopmerking willen aanknopen.

Er lopen door dit boek twee lijnen: die van de prediking van het Woord van God èn die welke zijn uitgangspunt neemt in de vragen en de wensen van de mens.

Ik geloof dat hier de scheiding zich voltrekt. Vormen zijn vormen. Zij dienen dienstbaar te zijn aan het doel. Het kan zijn dat er in andere tijden andere vormen ontstaan. We zien dat op allerlei terrein van het mensenleven.

Het wezenlijke van de kerkdienst is de ontmoeting van God met zijn volk door Woord en Geest. De Here gaat met ons om door zijn Woord tot ons te spreken.

Dat zullen we bij alle overwegingen rondom de kerkdienst tot het centrale moeten maken. Er zijn verschillende bijdragen in de hier besproken bundel, die dat uitgangspunt verwaarlozen of zelfs met opzet laten schieten. Dan komen we in een algemene religieusiteit terecht, die de klare kern van het Woord van God, als het richtende en reddende, als het bevrijdende en wegwijzende Woord van God niet kent.

Voor ƒ 9,90 krijgt u in 167 bladzijden een oriëntering in allerlei meningen. Of u er ook echt veel uit leren zult, is voor mij de vraag. Wie wil weten hoe vooraanstaande mensen uit protestantse kerken over de kerkdienst en zijn toekomst denken, kan hier terecht.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 februari 1972

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's

Van de boekentafel

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 februari 1972

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's