Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

"Kansen van zon en wind hangen niet van techniek af"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

"Kansen van zon en wind hangen niet van techniek af"

Energie-expert Cees Daey Ouwens

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hij heeft onderzoek gedaan naar zonnecellen, het "zonnehuis" in Castricum bedacht, in een eindeloze rij van commissies, raden en panels gezeten en het zonnecellenproject in Lebak (op Java) mede opgezet. „De kansen van zon en wind hangen niet af van de technische ontwikkeling (die slepen we er wel achteraan), maar van het maatschappelijke proces." In gesprek met Cees Daey Ouwens, expert op het gebied van zonneënergie. Ook de schaarse Nederlandse zon kan volgens hem volop energie leveren. Als we maar willen.

Zo'n vijfentwintig jaar geleden klonken de eerste waarschuwingen: Als we niet ingrijpend op energie gaan bezuinigen, raken brandstoffen als olie, gas en kolen snel op en vernietigen we ons milieu. Men ontwikkelde, ondanks hoongelach uit brede lagen van de samenleving, plannetjes voor windmolens en zonnepanelen, die in 1991 resulteerden in windparken van tientallen molens bij Urk en Lelystad, die de grootste van Europa zouden worden. Tegelijkertijd bouwt Nederland aan het grootste zonnecellenproject ter wereld op Java, Indonesië. De bijdrage van duurzame energiebronnen aan het totale energieverbruik is voorlopig nog gering. In Europa is totaal zo'n 350 Megawatt aan windvermogen geïnstalleerd, niet meer dan het vermogen van een stevige kerncentrale. Nederland neemt daarvan zo'n zeventig, tachtig MW voor z'n rekening. Het ministerie van economische zaken wil de windproduktie opvoeren naar 1000 MW in het jaar 2000. Dat vermogen zou volgens energiedeskundigen nog kunnen oplopen tot hooguit 4000 MW. Meer ruimte is er niet. Wind draagt nu zo'n half procent bij aan de elektriciteitsvoorziening. De lioeveelheid zonneënergie is helemaal te verwaarlozen. Er staan een paar duizend woningen met zonnecollectoren op het dak en in Heerhugowaard is in december 1991 een rijtje huizen met zonnecelpanelen in gebruik genomen. In Castricum draait een huis zelfstandig op zonneënergie; op stacaravans, bakens en lichtboeien zijn zonnepanelen gemonteerd.

Op elk huis
Toch lijkt zonneënergie de energie van de toekomst te worden. Volgens onderzoeker Martijn van Calmthout kan in de helft van de totale energiebehoefte worden voorzien, als we zes procent van de oppervlakte van Nederland met zonnecellen zouden bedekken. Op de daken, dus. Volgens Cees Daey Ouwens, beleidsmedewerker van de provincie Noord-Holland, kan elk huishouden al zonnestroom gebruiken als het dak wordt volgelegd met tien vierkante meter zonnecellen in combinatie met het gebruik van efficiënte elektrische apparatuur. Ik bezoek deze ambtenaar, expert op het gebied van zonneënergie, in z'n werkkamer op de vijfde verdieping van het Haarlemse Provinciehuis.

Perspectief
Wat is het perspectief van de duurzame energie in Nederland? Ofte wel: Hoeveel kans maken zon en wind als je kernenergie wilt vermijden en op andere energiebronnen wilt besparen ? „Twintig jaar is er niet voor gekozen, maar nu verandert het. In de jaren negentig neemt de interesse voor duurzame energie weer toe." Daey Ouwens zit met z'n rug naar het raam en is bijna ingesloten door hoge stapels papieren, boeken en tijdschriften. Af en toe waagt hij, meestal vruchteloos, een poging iets op te zoeken. Meteen in het begin van het gesprek legt Daey Ouwens nadrukkelijk uit dat de kansen van zon en wind niet afliangen van de technische ontwikkehng („Die slepen we er wel achteraan"), maar van het maatschappelijke proces. „Onze samenleving bevindt zich al twintig jaar in een tweeslachtige situatie. Aan de ene kant de milieubeweging, vakbonden, consumentenorganisaties en de duurzame energie en aan de andere kant de wereld van de grootschaligheid: grote kolencentrales, grote kerncentrales, steeds meer en steeds groter. Dat is de wereld van de lEA, de International Energy Agency, de top van de EG en de top van de elektriciteitswereld. In deze wereld van de 'harde technologie' wordt geringschattend over duurzame energiebronnen gedacht. Daar zeggen ze: „Allemaal wel aardig bedacht, maar het kan toch niet. Uiteindelijk moeten jullie toch voor kernenergie kiezen. Als je kijkt naar het Europese Budget voor Energieonderzoek, zie je dat tachtig procent naar de kernenergie gaat en de rest naar energiebesparing, steenkool, biomassa, zon en wind."

Wel goodwill
Recent leverde de Algemene Energieraad commentaar op het onderzoek naar zonne- en windenergie. Volgens Daey Ouwens zouden ze er wel mee willen stoppen. „Maar tegelijk zeggen ze in zo'n advies dat zon en wind in de volgende eeuw een belangrijke rol zullen spelen. Maar dan zul je toch een krachtig onderzoeksbeleid moeten opzetten om zoiets waar te kunnen maken. Het gekke is: Daar wil men niet echt aan. De goodwill is er wel, de verandering nog niet. Neem de woningbouw. Als je met zon wilt werken, moet je zuid-georiënteerd bouwen. Dan moet je grote ramen op het zuiden hebben en kleine op het noorden. Geen enkele provincie of overheid heeft een richtlijn waarin staat dat zeventig procent van de huizen zuidgeoriënteerd moet zijn. Dat kost geen cent meer en die discussie loopt al tien, twintig jaar. Zuinige elektrisch apparatuur is net zoiets. In het zonnehuis van Castricum staat een koelkast die 70 Kilowattuur per jaar verbruikt. Dat is een factor vier minder dan de bestaande. Bij massaproduktie is-ie net zo duur als een gewone koelkast. Wanneer een overheid een norm invoert, gebeurt het." De oorzaken van de terughoudendheid ten aanzien van duurzame energie liggen, volgens de onderzoeker, in de jaren tach„Toen zijn over vrijwel de gehele wereld alle programma's op het gebied van duurzameenergieontwikkeling gestopt. Het was de tijd van Reagan, Thatcher, Bush en in Nederland Lubbers. Een sfeer van „Laat de markt het maar doen, hou het goedkoop, dan komt het allemaal wel goed." Maar de ontwikkeling van zonne- en windenergie nam toch aanzienlijk toe? „In de jaren negentig zie je dat die programma's, in relatie tot het milieu, weer versneld naar voren komen. Dat kwam door het broeikaseffect, verzuring en de verdroging. De drijvende kracht achter het grootste zonnecellenprogramma in Duitsland was het ongeluk in Tsjernobyl. Duurzame energie krijgt steeds meer aandacht. Je ziet het in de pers en ook bij de beleidsmedewerkers, waar het 'geloof in zonnecellen toeneemt."

Winter
Kan wind in Nederland een bijdrage van betekenis leveren ? „Als je het echt op grote schaal wilt toepassen, moet je de Noordzee op. Daar is op papier ruimte genoeg voor. Maar of het economisch ook aantrekkelijk is, is de vraag. ken, door een huis zo te bouwen dat de zon erin straalt. Maak je gebruik van actieve zonneenergie, dan zet je liet dak vol met zonnecollectoren om warm water te maken. Dan heb je de grote concentratiesystemen met velden en spiegels, zoals bij voorbeeld in California en je hebt de lijn van de zonnecellen: Licht erop en je hebt elektriciteit. Die ingewikkelde variatie werkt remmend op de introduktie en dat is jammer, omdat de zon een groot gedeelte van de wereldenergievoorziening kan dekken.

Consument
Zijn de winters in Nederland niet te lang voorzonneënergie? „Dan moet je dus een deel van de overproduktie in de zomermaanden opslaan voor de winter. Het zonnehuis in Castricum draait de hele winter met een kleine aanvulling in de vorm van een gasmotortje. Zoiets kun je ook op wijkniveau doen; een kleine motor voor als het echt mis gaat." Hoe kun je ah consument bijdragen aan een duurzaam huishouden? „Dan moet je om te beginnen je energie efficiënt gebruiken. Zuinige koelkasten of wasmachines, spaarlampen. De distributiebedrijven ondersteunen dat, die kun je dus om advies vragen. Je kunt ook lid worden van een windmolencoöperatie en daar zo veel wind inhuren, dat die windmolen evenveel elektriciteit per jaar produceert als je zelf gebruikt in de vorm van elektriciteit. Daarnaast kun je een zonnecelsysteem op je huis laten monteren voor warm water. Kost een paar duizend gulden, maar dat krijg je er in zeven, acht jaar weer uit, omdat je een paar honderd kubieke meter aan gas bespaart, zo'n tweehonderd gulden per jaar. Zonnecellen kun je gebruiken voor je caravan, het vakantiehuisje of je eigen huis. Een doe-het-zelfsysteem kost duizend gulden en daarvoor heb je een zonnepaneel, een accu en een regelaar, waar je een aantal lampen in je huis op kunt aansluiten."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 mei 1992

Terdege | 72 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 mei 1992

Terdege | 72 Pagina's