Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Alexander Comrie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Alexander Comrie

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

(4)

Tydgeloof

Natuurlijk zou er ten aanzien van datgene wat Comrie geschreven heeft veel meer te noemen zijn dan hetgeen hier is gebeurd. We hebben echter in 't kort de drie voornaamste leerstukken behandeld, om daaruit te doen blijken, hoe het Comrie er vooral om te doen is geweest de soevereiniteit Gods ten volle te handhaven, maar ook om de absolute verdorvenheid en onmacht van de mens te belijden.

Comrie heeft ook in zijn predikaties steeds weer de mensen opgewekt zichzelf te beproeven, want niet alle honger, niet alle begeerte, is in waarheid dat eigenlijke hongeren des geloofs. Dat kunnen we zien aan een Bileam, die begeerde de dood des rechtvaardigen te sterven. We kunnen het zien bij de dwaze maagden. Comrie geeft zelf een treffend voorbeeld van het tijdgeloof in zijn ABC des geloofs: "Te Edinburg, de hoofdstad van Schotland, werd een Margaretha Dichson gevangen genomen, wegens het vermoorden van haar eigen kind; zij was een zeer goddeloos, onkundig en ongodsdienstig persoon. Maar in het gevangenhuis zijnde, scheen zij zo aangedaan te worden, over haar zielsbehoudenis, dat zij niet anders deed. dan bidden en kermen, dag en nacht. Enige tijd in veel benauwdheid zijnde, betuigde zij aan de leraren en vromen, die haar geduriglijk bezochten, dat zij veel vrede in haar ziel tot God ondervond door Jezus Christus, en zij gereed was om te sterven. De leraren en vromen, naar alles ondervragende, vonden zulk een kennis en bevinding in deze vrouw, dat zij haar aanmerkten niet alleen als een ware bekeerde, maar als een wonderwerk van Gods genade. Alom werd dit verspreid en God werd geprezen in het openbaar en in het verborgen, over Zijn genade aan deze bewezen. De vrouw werd gehangen; zij stierf, zo het scheen, zeer gemoedigd, en even vóór de uitvoering bad zij zó krachtig en verzekerd, dat elk, die het hoorde, in tranen wegsmolt".

Comrie vertelt verder dat de vrouw in een kist werd gelegd, maar haar vrienden bespeurden na enige tijd beweging in de kist. Ze openden de kist en de vrouw bleek zowaar levend: "Het gehele land was vol van het verhaal van de opstanding van deze uit de doden. Velen dachten dat God dit deed, om de waarheid van haar bekering te bevestigen. Maar wat gebeurt er? Zij slaat haar vorige goddeloze levensweg in. Een jaar na deze opstanding, vermoordt zij nog een kind, en werd zó gestraft, dat zij nooit uit de doden opstond. Dit is omtrent het jaar 1723 voorgevallen, en het gehele rijk door bekend. Ik verhaal dit, om het gezegde te bevestigen, en om te leren, wat staat men te maken heeft op de begeerten van mensen in angst en op een doodsbed, die in hun leven weinig of geen werk van begeren en dienen van God gemaakt hebben. Ja ook, om de Christenen tot voorzichtigheid op te wekken omtrent zulken die eerst beginnen; men moet er zodra het stempel niet opzetten, maar wachten en zien, wat de tijd leren zal. Er zijn in deze dagen velen, die gelijk Jona's boom, in één nacht opgroeien en zó van hoogmoed opgeblazen worden, dat zij zich komen aanmatigen dat meesterachtig oordelen, ja somtijds veroordelen van oude en beproefde Christenen; het placht zo niet te zijn; God Zelf komt Zijn Kerk te hulp!"

Laatste jaren

De laatste jaren van zijn leven is Comrie door zwakte en ongesteldheid verhinderd geworden te schrijven en zelfs kon hij vaak niet voorgaan in de bediening des Woords. Op 3 november 1771 vroeg hij emeritaat aan bij de classis. Echter, door moeilijkheden omtrent het beroepingswerk duurde het tot 4 april 1773, eer hij afscheid nam van zijn gemeente, waar hij 38 jaar de herdersstaf had gevoerd. Zeven maal ontving hij een beroep naar een andere gemeente, maar steeds miste Comrie de vrijmoedigheid die roeping op te volgen. Hij had de gemeente van Woubrugge zeer lief. Dat blijkt wel uit de Opdrachten van verschillende zijner werken.

Van een eigenlijke afscheidspredikatie is niets bekend. Wel wordt in het tijdschrift De Boekzaal van april 1773 medegedeeld dat ds. Comrie op 4 april "voor de laatste reize eene Belijdenispredikatie gedaan heeft" uit 1 Johannes 2 vers 24: "Hetgeen gijlieden dan van den beginne gehoord hebt, dat blijve in u. Indien in u blijft, wat gij van den beginne gehoord hebt, zoo zult gij ook in den Zoon en in den Vader blijven".

Comrie vestigde zich vervolgens in Gouda, maar lang heeft hij niet meer geleefd. Op 10 december 1774, dus anderhalfjaar later reeds, overleed hij. Van die laatste tijd is ons niets bekend. In de St. Janskerk te Gouda werd hij begraven. Comrie had gevraagd geen breedvoerige bekendmaking in het reeds genoemde tijdschrift De Boekzaal te plaatsen. Toch moest er iets gezegd worden omtrent de verdiensten van "een der Wachters op Sions muren", maar de schrijver kon sober zijn: "Wegens de overvloedige getuigen en opgeregte tekens" behoeft hij niet "met bijzonderheden te staven, hoe Comrie met den monde de gemeente van Woubrugge niet alleen, maar ook met de penne van een ervaren, geoefenden en getrouwen Godgeleerden Gods Kerk en Waarheid overal gebouwd, gevestigd en mannelijk verdedigd" had.

In de verlichte achttiende eeuw mocht Comrie een duidelijk geluid laten horen. Dat geluid hebben we ook nodig in onze verlichte twintigste eeuw. Dwalingen waren er in zijn tijd. In de onze zijn ze in verhevigde mate verwoestend werkzaam. Op allerlei manieren wordt de gemeente Gods bedreigd. De grootste bedreiging is misschien wel die van de oppervlakkigheid, ten gevolge waarvan er gewerkt wordt vanuit de mens en gesproken wordt naar de mens. En dat alles buiten de verkiezende liefde Gods om. Dat toch de aloude leer van de waarachtige wedergeboorte centraal zou mogen blijven staan en dat beoefend mocht worden een leven uit God. En dat tot eer van Zijn naam. Zo mocht ook Alexander Comrie werkzaam zijn. De wijze waarop hij zich in woord en geschrift tegen de tijdgeest keerde, strekke ons tot een voorbeeld.

Veenendaal,

J. Schipper.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 februari 1992

De Saambinder | 12 Pagina's

Alexander Comrie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 februari 1992

De Saambinder | 12 Pagina's