Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jong zijn vroeger en nu [2]

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jong zijn vroeger en nu [2]

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ongeveer vijfenveertig jaar na de uitgave Jeugd in Nood van het Landelijk verband van Jongelingsverenigingen krijgt een commissie van de Generale Synode de opdracht om het verontrustende verschijnsel van kerkverlating, met name onder onze jongeren te onderzoeken en aanbevelingen te doen om (doop)leden te behouden.

Ook in deze notitie, die op de Generale Synode van 1992 besproken werd, was aandacht voor gezinnen en jongeren.
De toon van dit rapport is net zo warm als die in de brochure uit 1946: ‘In het bijzonder vragen we aandacht voor onze jeugd. In het algemeen heeft de jeugd in ons land haar eigen weg gekozen en haar eigen cultuur opgebouwd. (…) De levensstijl van de moderne jeugd ademt verzet tegen alles wat traditioneel is. En juist die vrijheid in levensstijl (…) oefent een grote aantrekkingskracht uit op onze kerkelijke jeugd’. Er klinkt zorg in door: ‘Ouders en onderwijsgevenden op reformatorische scholen moeten zich moeite getroosten een christelijke levensstijl te handhaven. Op jongeren wekt het vaak de indruk alsof het ons als opvoeders alleen om de vorm gaat’. De schrijvers van het rapport hebben er een verklaring voor: ‘Over handhaving van vormen werd vroeger niet of nauwelijks gesproken, deels omdat de maatschappij de tegenstelling niet zozeer opriep als nu’. Maar er is nog een reden: ‘Het geweten en het gemeenschappelijk gevoelen met betrekking tot veel zaken werden zonder veel woorden door het voorleven gevormd’.

Identificatiefiguren

Het geestelijk leven en het voorleven daarvan worden dus verdrongen. Als in de gezinnen niet meer wordt meegegeven wat wezenlijk is, blijft de vorm over. Identificatiefiguren ontbreken, het gezin wordt uitgehold door zaken als de media en de jacht van het moderne leven. ‘Door hun grotere mate van ontwikkeling worden jongeren indringender geconfronteerd met de ingrijpende vragen van deze tijd. In de kerk horen ze nog wel vertrouwde bekende klanken, maar het staat alles zo ver van de werkelijkheid af’.
Wat is er dan nodig? ‘Wij hebben bekeerde vaders en moeders nodig. In het gezin moeten kinderen bekend gemaakt worden met een leven in de vreze des Heeren’. Dat betekent dat het Woord allereerst in de harten van de opvoeders moet zijn, zodat zij dat op hun beurt kunnen inscherpen en daarvan spreken (Deut 6:7). Godsdienstige opvoeding is nodig: het gezamenlijk gebed, het lezen van de Schrift en het samen zingen.

Maar er ligt ook een taak voor de kerk: prediking, catechisatie, huisbezoek en kerkelijk gebonden jeugdwerk. ‘De jeugd van de gemeente moet immers gebracht worden tot de waarheid Gods. Maar het gaat om verstand én hart’. Het catechisatie-uur is naast het onderwijs in de leer ook een mooie gelegenheid om met jongeren te spreken over de vragen die zij hebben over deze tijd, over levensstijl, over het eigene van de gemeenten en om kerk en jongeren te verbinden. Dat vraagt van de ambtsdragers een gedegen voorbereiding. ‘De toerusting van de catecheet voor de jeugd van nu verdient, ook gezamenlijk als gemeenten, heel nadrukkelijk onze aandacht’.

Spreken op huisbezoek

Het huisbezoek gaat over vrucht op de prediking in het hart, maar er is ook ruimte om te spreken met jongeren over hun staan in het leven van alledag over levensstijl, over de taak van ouders en jongeren. Laten kerkenraden de uitwonende studenten niet vergeten en diegenen die in de verpleging werken. Dit alles is volgens het bevestigingsformulier het naarstig toezien ‘of een iegelijk zich behoorlijk gedraagt in belijdenis en wandel’.
Toerusting en vorming vanuit het heilig Woord des Heeren is wel de eerste opdracht van het jeugdwerk. Binnen het jeugdwerk kunnen zij voorbereid worden op hun staan in de maatschappij. ‘Daarnaast is de vereniging een belangrijke ontmoetingsplaats binnen de gemeente waar jongeren met hun vragen terecht kunnen’.
Leidinggevenden hebben het gebed en de steun van ouders en de ambtsdragers nodig. Ambtsdragers worden opgeroepen te laten merken dat ze zich betrokken weten bij het jeugdwerk. Op deze manier wordt de band tussen jongeren en gemeente versterkt.

Gods zegen

Van onze kant ligt er veel schuld en past ons verootmoediging. Het zijn onze zonden die scheiding maken. Aan de andere kant lezen we ook in de Schrift: ‘Mij aangaande, dit is Mijn verbond met hen, zegt de HEERE: Mijn Geest Die op u is, en Mijn woorden, die Ik in uw mond gelegd heb, die zullen van uw mond niet wijken, noch van de mond van uw zaad, noch van de mond van het zaad uws zaads, zegt de HEERE, van nu aan tot in eeuwigheid toe’ (Jes. 59:21).
Moge de Heere Zelf dit Woord waarmaken in deze tijd.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 februari 2017

De Saambinder | 20 Pagina's

Jong zijn vroeger en nu [2]

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 februari 2017

De Saambinder | 20 Pagina's