Jongerenpagina

Zijn Beeld
Iemand vroeg eens aan een beroemde koning, die grote daden verricht had, hoe hij toch zo moedig en dapper geworden was. De koning antwoordde dat hij altijd een klein portretje van zijn vader bij zich droeg, die een dapper en edel mens geweest was. Nu, wanneer hij voor een of andere beslissing stond, haalde hij het portretje te voorschijn en vroeg zich dan af, of hij dit of dat doen mocht. ‘Want,’ zei hij, ‘ik wil niets doen, wat de naam van mijn vader schande zou kunnen aandoen.’ Zou dan een christen, die zoveel heerlijker beeld in zijn hart draagt, ook niet bij alles wat hij doet, de wil van zijn hemelse Vader raadplegen?

Bijbelstudie
Toen naderde Elia tot het ganse volk, en zeide: Hoe lang hinkt gij op twee gedachten?
1 Koningen 18:21a

Het getier van de Baälprofeten had geen zin. Reken maar dat ze alles uit de kast gehaald hebben om Baäl te bewegen tot antwoord. Maar geen enkel resultaat. Een luguber gebeuren ook, waarbij ze zichzelf en elkaar verwondden met messen en priemen. En men gaat daarmee door, zo lezen we in de Bijbel, totdat men het spijsoffer zou offeren. De tijd van het avondoffer breekt aan, drie uur ’s middags. Nu is het tijd voor Elia! ‘Nadert tot mij’, zo roept hij het volk toe. En voor het oog van heel het volk herstelt Elia het altaar des HEEREN. En Elia gaat in gebed. Dit gebed is zo anders dan het geschreeuw van de Baälprofeten. Eerbiedig en bewogen bidt Elia tot God! ‘HEERE, God van Abraham, Izak en Israël, dat het heden bekend worde, dat Gij God in Israel zijt en ik Uw knecht.’ Hij vraagt twee dingen van de Heere. In de eerste plaats dat ze de HEERE erkennen als de enige en eeuwige God en in de tweede plaats dat God Zelf hun harten van achter de afgoden wil aftrekken. Elia kon ze dus niet bekeren, maar God kan het wel! We zien Elia staan, als een man Gods, biddende voor het volk, bij het altaar. Het heeft ons wel iets te zeggen. Waar moeten we aan denken? Ik moet denken aan de Heere Jezus, toen Hij hing op Golgotha aan het vloekhout. Daar verwijst elk oudtestamentisch offer naar. Ook dit offer. Elia nadert tot God en bidt voor het volk in de weg van het offer. Onze gebeden kunnen immers alleen verhoord worden om Jezus’ wil. En dan gebeurt het. ‘Toen viel het vuur des HEEREN en verteerde …’ Het volk? Dat zou verdiend zijn … Nee, het vuur viel op het brandoffer! Weet je van dit wonder in je leven? Ik had het verdiend als God met mij zou doen naar mijn zonden, maar nu is Christus aangerekend wat ik misdaan heb. Zo viel het vuur van Gods toorn op Christus. Het had mij moeten treffen … Let wel op … Onze God antwoordt dus door vuur. Jongelui, vergeet dit nooit! Met God valt niet te spotten. Zoek veiligheid en heil bij het Lam van God en schuil achter Zijn dierbaar bloed! Zodat je ook weten mag: Hij voor mij, daar ik anders de eeuwige dood had moeten sterven.

Vragen staat vrij
‘Wij gaan naar de kerk en bij ons gaat alles mis. Bij de buren doen ze nergens aan en daar gaat alles voor de wind.’

In het pastoraat komt deze vraag vaker aan de orde. Dan zeg ik eerst altijd: vergis je niet! Ze zeggen wel eens: ieder huis zijn kruis en ieder hart haar smart. Er is veel verborgen verdriet waar een ander niet van weet. In de tweede plaats stel ik dan voorzichtig de vraag: Maar waarom zou het leed ons voorbijgaan? Verdienen wij dan soms zoveel beter? Omdat wij naar de kerk gaan en zo netjes leven? We zijn van huis uit immers geen haar beter dan onze onkerkelijke buurman. Net zo verloren en net zo verdorven! En toch is daarmee de vraag niet voldoende beantwoord. Want als wij toch naar het Woord willen leven en als je de Heere ook persoonlijk mag kennen, ja waarom dan zoveel tegenslag? God zorgt toch voor Zijn kinderen? Ja, God zorgt! Maar dat wil niet zeggen dat Hij ons in dit leven alle moeite en verdriet zal besparen. Lees de Psalmen er maar op na. Prediker 9:2 zegt het zo: ‘Enerlei wedervaart de rechtvaardige en de goddeloze, de goede en de reine, als de onreine; zo dien, die offert, als dien, die niet offert.’ Is er dan geen verschil? Jazeker …! Paulus worstelde daar ook mee in Romeinen 8, waar hij schrijft over de ganse schepping die zucht onder de gevolgen van de zonde. En schrijft Paulus: ‘Ook wij zuchten, wij die de eerstelingen van de Geest ontvangen hebben.’ We zijn nog niet Thuis, we verkeren hier in de woestijn en we zien uit naar de volkomen verlossing die er straks zal zijn. En hoe moet ik dan deze woestijn door? Nu, we zijn niet alleen. De Heere wil er zijn. De Geest zucht vanbinnen in ons met onuitsprekelijke zuchtingen en die Geest leert ons bidden en zo moeten alle dingen die ons overkomen uiteindelijk meewerken ten goede, voor hen die naar Zijn voornemen geroepen zijn. De Heere wil dat we met een steeds groter verlangen uit gaan zien naar de dag waarop alle dingen nieuw zullen zijn. Onze Nederlandse Geloofsbelijdenis besluit in dit verband met de volgende opmerking: ‘Daarom verwachten wij die grote dag met een groot verlangen om ten volle te genieten de beloften Gods, in Jezus Christus onze Heere.’ Ken je dat verlangen?

Agenda

Jongerendag
Vergeet je niet op tijd (vóór 28 oktober!) aan te melden voor de jongerendag in Amersfoort. Zie: www.hhjo.nl of stuur een mail naar landelijkejongerendagen@hhjo.nl of doe het telefonisch via het nummer 0166-652784.

Conferentie
Hemelvaartsdag 2007 is nog heel ver weg. Toch willen wij jullie er nu al op attenderen dat we een conferentie voorbereiden voor jongeren van 19 jaar en ouder. Een conferentie die zal duren van D.V. donderdagavond 17 mei t/m zaterdagmiddag 19 mei. Meer informatie volgt te zijner tijd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen