Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vaderlandse Geschiedenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vaderlandse Geschiedenis

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Amsterdam, vervolg).

Het IJ bood een levendig schouwspel, als men dagelijks honderden schepen zag binnenvallen, die via Marsdiep en Vlie over de Zuiderzee de stad bereikten. De scheepskamelen, daarbij soms nodig, zijn bekend. Merkwaardig waren de zeilboten achter elkaar, die men toen als sleepboten gebruikte om de zwaargeladen schepen binnen te slepen, 't Gaat tegenwoordig wel wat gemakkelijker!

Te Amsterdam waren de hoofdkantoren van de V.O.C. en cle W.I.C. gevestigd. Hier hadden deze Compagnieën, zoals te verwachten was, ook hun uitgestrekte werven. De uitrusting en het herstel der schepen eisten heel wat arbeidskrachten: meer dan 1000. Elk jaar zond de Kamer van Amsterdam 8 Oostinjevaarders uit, ieder bemand met circa 300 koppen.

Als men tegenwoordig Amsterdam bezoekt — en wie doet dat niet — verzuime toch niet te letten op, te bezichtigen, de oude, beroemde gebouwen uit die dagen met hun marmeren vloeren en wanden vol schilderijen.

Wij noemen er twee: „Het Huis met de Hoofden" van de grootkoopman Lodewijk de Geer, en het Trippenhuis, toebehoord hebbend aan zijn neven Louis en Hendrik Trip, over wie hierna nog enige interessante bijzonderheden volgen.

En dan het machtige stadhuis (nu Kon. Paleis) gebouwd door Jacob van Campen. Eerst moesten er meer dan 13000 (men zegt precies 13659) palen in de veenachtige grond geheid worden. Het bouwwerk kostte 8 miljoen gulden; voor die tijd een enorme som!

Hier zetelden die machtige burgemeesters, die het onze stadhouders Frederik Hendrik, Willem II, Willem III wel eens lastig hebben gemaakt.

De 2e handelsstad was Rotterdam, vooral handeldrijvend met Frankrijk en Engeland.

Het zal misschien wat vreemd aandoen, dat ook Delft, via Delftshaven deel nam aan de zeevaart. Dordrecht bezat van ouds het stapelrecht en was bekend door zijn houthandel vanaf de Rijn; maar in deze tijd was de oude glorie wel wat verdwenen.

In Zeeland was te Middelburg een Kamer van de V.O.C. en één van de W.I.C. gevestigd. Daarbij moeten genoemd worden Zierikzee, Vere, Vlissingen. Al deze plaatsen hebben met andere, hier niet genoemd talrijke gebouwen enz., die herinneren aan de oude glorie. Men verzuime toch niet bij eventueel bezoek zijn ogen goed de kost te geven. Denk ook aan cle V.V.V. en de Streekmusea. Zoals vroeger gezegd, was de Zeeuwse zeevaart hoofdzakelijk kaapvaart. Na cle vrede van Munster moest dit natuurlijk teruglopen.

III. De Juindel.

Omdat wij voorheen al een reeks artikelen geschreven hebben over de V.O.C. en de W.I.C. willen wij ons nu speciaal bezig houden met onze handel in Europa en naaste omgeving.

Dit deel van onze handel overtrof die van al cle europese landen tezamen en Amsterdam bezat daarvan de helft!

In ons vorig artikel gebruikten wij reeds de namen Oostvaart, Westvaart en Straatvaart. Daarop gaan wij nader in. Ons tegenwoordig geslacht mag dit niet vergeten!

De Oostvaart had dan plaats op de Oostzee. Trouwens al vroeg zat de Vlaming koopman Usselincx in Archangel (thans Stalinport) aan de Witte Zee voor hout, teer en pek.

Van Danzig haalden wij koren (vooral rogge), hout uit Riga en Koningsbergen. Zweden leverde hout, ijzer en koper.

Hier in Zweden hebben Lodewijk de Geer met zijn neven Louis en Hendrik, boven reeds genoemd, zaken gedaan, clie klonken als een klok. Wat ik daarvan las bij een historieschrijver, moet ik even meedelen. Het was in de dagen van Koning Gustaaf Adolf II. Wij kennen hem wel als de redder van het Protestantisme in de 30-jarige oorlog.

L. de Geer vestigde zich te Gothenburg. Vóór hem hadden een 100-tal hollandse gezinnen de grond gelegd van deze stad, die een Amsterdammer als burgemeester kreeg.

Nu, L. de Geer kreeg van Koning Gustaat Adolf verlof in Zweden ijzer-en kopermijnen te ontginnen.

Het werd meestal verwerkt tot kanonnen, waaraan in de 30-jarige oorlog en onze 80-jarige grote behoefte was. Het Zweedse leger was dan ook uitstekend uitgerust. En Amsterdam werd centrum van de zweedse metaalhandel.

Nog een sterk staaltje van de handelsgeest van deze heren. L. de Geer en zijn neven Trip leveren aan Zweden in 1644/ '45 voor een oorlog met de Denen: een komplete oorlogsvloot van 32 schepen met 3000 koppen. Bij de leverantie was ook inbegrepen: een admiraal, een viceadmiraal en een schout-bij-nacht.

De Geer schoot voor dit geval 500.000 rijksd. voor, maar dit bedrag kwam niet ten volle bij de eigenaar terug. Hij is echter nog in de zweedse adelstand verheven. Een pleister op deze wond.

De Sont is clan ook in onze handelsgeschiedenis van grote betekenis geweest. Het was ook te begrijpen, dat Denemarken te Helsingör (: = Elzeneur) tol hief van alle voorbijvarende schepen. De be-

waarde lijsten vermelden hoeveel schepen er door voeren.

In de 17e eeuw waren 70 % daarvan nederlandse vaartuigen, namelijk meer dan oOÜO per jaar, soms 700 schepen tegelijk; nog meer dan naar Indië! Geen wonder dat deze vaarweg voor ons een gewichtig handelsbelang was en men er zo nodig een oorlog om riskeerde.

In de zoëven genoemde oorlog tussen Zweden en Denemarken moest Witte de With een handelsvloot van 300 schepen convoyeren en bleef voor alle zekerheid daar maar de hele zomer kruisen. Genoemde schepen betaalden bij die gelegenheid geen tol! En bij de vrede wisten de Nederlanders ook voor den vervolde de tolgelden aanzienlijk te drukken!

Er werd dan ook grof geld verdiend, maar 't ging niet altijd even eerlijk. Men zag er zelfs geen been in aan de vijand te leveren. En bekend is het goddeloze gezegde van die koopman tot zijn rechters: om winst te behalen zou hij zelfs door de hel varen, al moest hij de zeilen er bij verbranden!

De volgende maal meer.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 februari 1959

Daniel | 8 Pagina's

Vaderlandse Geschiedenis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 februari 1959

Daniel | 8 Pagina's