Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De molenaars van het werelderfgoed

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De molenaars van het werelderfgoed

Arie Hoek: „Dit is de plek waar zeven generaties ter wereld zijn gekomen

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ze zorgen ervoor dat de wieken van Nederlands beroemdste molens blijven draaien. Bij veel bewoners van het land van wind en water in Kinderdijk stroomt molenaarsbloed door de aderen. „Ik maal vaak s nachts, dan is de wind constant en heb je geen pottenkijkers.

De schaduw valt door het lage raampje naar binnen. Met een tussenpoos van enkele tellen komt een van de wieken voorbij. Soms wat sneller, soms langzamer. De wind is wat vlagerig.
Het molenaarshondje is in een onbewaakt moment op tafel gekropen. Het aanvankelijk zo kefferige dier soest langzaam in. Het is de beweging gewend. Net als de bewoners. „Mijn vrouw en kinderen slapen heerlijk, ook als de molen draait. Ze worden pas wakker als ik ermee stop of ingrijp.
De krap bemeten halfovale woonkamer zal er in de jaren vijftig nauwelijks anders hebben uitgezien. Tafeltje, kastje, een paar hoge stoelen en twee gemakkelijke fauteuils, meer kan er niet in. In de hoek bevindt zich de originele bedstee. Arie Hoek (44) en zijn vrouw Petra (37) gebruikten m in de voorbije jaren als box voor hun twee dochters, nu 8 en 2,5 jaar oud. Arie kon het niet over zijn hart verkrijgen de bedstee eruit te slopen. „In de meeste molens vind je die niet meer terug, het levert weer wat ruimte op. Maar dit is wel de plek waar zeven generaties Hoek ter wereld zijn gekomen.

Betovergrootvader
Hij haalt een fotoboek uit de aan de zijkant van de bedstee ingebouwde vitrinekast, zorgvuldig weggeborgen achter familieaardewerk en antiek. „Kijk, dit is mijn betovergrootvader. Heel bijzonder dat er toen al een foto is gemaakt. Aan de wand hangt een ingelijste prent van het gezin van zijn overgrootouders. Een kiek met herinneringen die voor de molenaar, die zich heeft verdiept in de historie van zijn voorgeslacht, wel heel bijzonder zijn. „Mijn overgrootmoeder was toen begin veertig. Ze is twee jaar daarna om het leven gekomen. Een van de kinderen liep op een onbewaakt moment weg en ging richting de draaiende wieken. Zonder na te denken is ze erachteraan gegaan, kreeg een klap tegen haar slaap en is onmiddellijk overleden. Mijn overgrootvader bleef met dertien kinderen achter. Het zal best gestormd hebben in zijn hoofd. Maar daar mocht je toen niet over praten. Later kwam dat bij een van de kinderen eruit. Toen ze op hoge leeftijd dement werd, sprak ze bijna doorlopend over het ongeluk en haar moeder.
Hij stamt uit een van de oudste molenaarsgeslachten van Nederland. „Er malen hier nog drie leden van de familie. Hiernaast maalt mijn broer Jan en verderop twee achterneven.
In de ronde stenen bovenkruier, een van de grootste van Nederland, leefden, voordat Arie Hoek in 1989 voor het eerst de wieken van de molen in beweging zette, twee vrijgezelle oudooms en een oudtante. Zijn opa was er een van de dertien. Zes van de dertien kinderen uit het voorgeslacht werden molenaar. „Oorspronkelijk woonden de Hoeken op de Donck in Brandwijk. Ik heb het onderzocht tot pakweg 1600. Het waren boeren die verarmd raakten door overstromingen en veepest en zo rond 1720 met de molen gingen werken. In 1746 verschijnt de eerste Hoek op deze molen in Kinderdijk.
Hij wijst naar de overkant van het water, waar zich een boerderij bevindt. „Het molenaarsbestaan was over het algemeen geen vetpot. Je kreeg daarvoor ongeveer 100 gulden per jaar. Met rietsnijden, mollen vangen en vissen moesten ze zich een bestaan verwerven. Mijn overgrootvader heeft op een gegeven moment het land hier tegenover kunnen kopen. Het ging hem niet slecht, want hij had voor de oorlog al twaalf melkkoeien en acht mestkalveren.

Jengelende mensen
Arie, Petra en hun beide kinderen gebruiken de molen aan de Nederwaard al jaren als weekendverblijf, maar zijn er steeds vaker te vinden. Hun woning aan de dijk staat inmiddels een halfjaar te koop.
„De molen staat uit het lood en zou moeten worden gerestaureerd. We zijn nu twaalf of dertien jaar verder en hebben al die tijd gewacht op een subsidie, maar nu met de stichting afgesproken dat we niet langer wachten en hier gaan wonen. Zodra onze woning is verkocht, gaan we definitief over. We hebben dit altijd gewild.
Ieder vrij uurtje is Hoek op de molen te vinden. Hij lacht om de voor de bewoners verplichte 60.000 omwentelingen per jaar. Arie haalt er wel 300.000 en is daarmee een van de meest actieve molenaars in de regio. Hij heeft evenmin last van het bijgelovige gezegde dat malen in de nacht door de duvel is bedacht. „Ik maal vaak s nachts. Dan is de wind constant en heb je geen last van pottenkijkers. Ook al is dit gebied met uitzondering van de zomermaanden afgesloten, er staan hier altijd wel mensen te jengelen. Natuurlijk moet je hier niet wonen als je niet van mensen houdt, maar iedereen wil wel eens alleen zijn.
Hij combineert zijn molenaarsactiviteiten met een baan in de onderhoudsdienst van een groot staalbedrijf. „Ik werk in ploegendienst. Als ik dan s avonds laat thuiskom, heb ik geen zin om direct naar bed te gaan en ga ik vaak nog een paar uur aan de slag. Ik zie er dat wel meer doen.

Geen winkeltype
Wim van de Wal (48) woont niet op de molen, maar is wel molenaar. Om de veertien dagen zet hij de wieken van de Blokweerse Wip, de oudste molen van Kinderdijk, in beweging. „Dit is de mooiste. Maar dat zegt natuurlijk iedere molenaar, ha, ha. Ze pochen allemaal als het over hun eigen molen gaat. Maar de Wip is anders. Het is een afwijkend type, de oudste en de enige poldermolen, vermoedelijk gebouwd in 1523.
In 1994 ging, tot ontzetting van de omwonenden, de molen in vlammen op. Het antieke exemplaar bleek in brand te zijn gestoken door een vrouw die pyromane trekjes vertoonde. „Brand is een van de grootste gevaren voor een molen. Als het begint, werkt de vorm als een schoorsteen en gaat het heel snel. De Wip is later herbouwd. Binnen zijn de bewaard gebleven balken opnieuw gebruikt bij de restauratie.
Na 24 jaar in de orgelbouw te hebben gewerkt, stapte de in Oud-Alblas woonachtige Van der Wal in 2001 over op de molenmakerij. „Het werk nam af doordat er veel kerken zijn gesloten. De laatste jaren is hij eigen baas.
Hij is daarnaast molenaar. „In 1984 heb ik examen gedaan. Eerst maalde ik in Oud-Alblas en sinds 1994 hier. Voorheen iedere zaterdagmiddag, nu deel ik met een kennis en ben ik hier om de veertien dagen. Dan is de druk wat van de ketel, je hebt thuis genoeg te doen. Maar ik ben niet het type om te gaan winkelen of zo. Ik waai liever uit.

Stekende muggen
Aan de overzijde van de boezem wonen Ed (34) en Kirsten (30) Wensveen. In de tweede molen - de bewoners duiden hun bezit aan met opeenvolgende nummers. Het rietgedekte erfgoed kan alleen via de smalle kade die achter het oude gemaal begint, worden bereikt.
Het dijkje wordt belegerd door groepen ganzen die snel wegvluchten als een bezoeker nadert. Er is op deze warme zomeravond geen sterveling te zien. Ook de bewoners van de tweede molen zijn naar binnen gegaan. Achter de veilige vliegendeur, want het wemelt van de vliegjes en muggen. „Die kunnen enorm steken, weet Ed uit ervaring. Aan de achterzijde van de molen begint een moerassig gebied. „Dat is een prachtige broedplaats. Ook Kirsten is eraan gewend. „Veel mensen denken dat wij in deze prachtige en rustige omgeving vaak s avonds laat buiten zitten. Maar dat gebeurt maar zelden. Als de wind wegvalt, moet je gauw naar binnen.
Ze nemen het nadeel graag voor lief. „Wij willen hier niet meer weg. Rust en ruimte, dit is echt ons stekkie. Een goede gezondheid is wel een voorwaarde. Eds ouders woonden meer dan 45 jaar op de molen. Gedwongen door hun leeftijd, vertrokken ze vijf jaar geleden naar het dorp.

Boodschappen met de boot
Het is ongeveer 800 meter tot de plek waar je de auto kunt achterlaten. „We nemen meestal de fiets. Als we flink wat boodschappen inslaan, gebruiken we de boot. Het van een buitenboordmotor voorziene schuitje is luttele meters van het woonhuis afgemeerd. Kirsten merkt de enigszins geïsoleerde positie ook aan het aantal bezoekjes. „In de zomer komen hier veel kennissen, in de winter veel minder. Ik kan dat wel begrijpen, want als je in het donker door regen en wind over de kade moet lopen, is dat niet altijd een pretje.
Ze klaagt niet. Integendeel. „Wij wonen hier echt luxe. We hebben gas, verwarming, water, licht, alles. Dat was vroeger wel anders. Ik heb een groot respect voor mijn schoonmoeder. Die moest al die gemakken missen en in de winter een gat in het ijs hakken om water voor de was te bemachtigen. Ed knikt instemmend. „Ze heeft nu nog last van haar handen.
Buiten lopen kippen, schapen, een geit. Een van de twee katten krabt aan de deur. Ze wil naar binnen, waar een grote herdershond de wacht houdt. „Al die dieren, dat kan hier. Je valt niemand lastig. Dat vinden we heerlijk.
Van toeristen hebben de molenaars in de Overwaard evenmin last. „Er komt hier bijna niemand, de meeste mensen kijken vanaf de weg naar hier. En zo hoort het ook. Mijn vader zei altijd: een schilderij moet je van afstand bekijken.

Onder draaiende wieken
Het molenaarsbestaan is nauw verweven met het weer. Een molenaar is op zijn manier een weerkundige, weet Hoek. „Je hoort in dit werk dicht bij de natuur te staan, net als de boeren vroeger. Hij verbaast zich erover hoe snel het besef afneemt. „Mensen vervreemden van de natuur. Ze weten er weinig meer van en hebben er ook verkeerde ideeën over. Je ziet ze zeilen terwijl een donderbui nadert. Vorig jaar vielen hier enkele gewonden tijdens een blikseminslag. Daar was toen veel over te doen, maar het rommelde al uren.
Ook de kennis over het molenvak is beneden alle peil, vindt hij. „Een kennis van me heeft een bezoeker in de kraag gevat die op zijn buik onder draaiende wieken heen kroop. Hij was over de kettingen gestapt en dacht dat het zo hoorde...
Voor de bewoning van de negentien watermolens in Kinderdijk bestaat de laatste jaren veel belangstelling. Zeventien worden er verhuurd, een is in gebruik als bezoekmolen en de Blokweerse Wipmolen wordt door IHC gebruikt voor de ontvangst van gasten.

Geromantiseerd
Op twee na hebben alle bewoners een molenaarsdiploma, tegenwoordig verplicht om de molen te mogen huren. Na de oorlog wilde iedereen hier graag weg, weet Hoek. „Er was geen water, geen licht en geen gas, je had niks. Daarin is in de loop der jaren verandering gekomen en sinds de jaren tachtig is de animo groot. Niet alleen in verband met het molenaarsbestaan. Aangetrokken door de romantiek en de lage huur (enkele honderden euros per maand), hebben velen zich bij de stichting gemeld. „Er zitten er ook bij die hun diploma hebben behaald om voor het wonen hier in aanmerking te kunnen komen. Die haal je er zo uit, die houden het lang niet altijd vol. Je hebt diehards en hobbyisten. Bovendien wordt het wonen op de molen geromantiseerd. Je hebt een krappe ruimte en zit ver van de bewoonde wereld.
Hoek hoopt dat er ooit subsidie voor de restauratie komt. De Kinderdijkse molens lijken spic en span, maar ze zijn door hun regelmatige onderhoud in de afgelopen decennia bij echte restauraties vaak vergeten.
Meer zorgen maakt hij zich over de bebouwing in de omgeving. „Flats in Alblasserdam en hoge bebouwing langs de dijk. Het terrein van Mercon Steel is een tijdje geleden verkocht aan een projectontwikkelaar. Die wil er nu appartementen bouwen, acht hoog. Het kan wettelijk allemaal net, het is drie meter buiten de molenbeschermingszone. Maar ik ben wel bezorgd over de biotoop voor de molens, die veel wind nodig hebben. Eer je 20 jaar verder bent, bevind je je hier op een terrein met rondom een soort tribune.

Malen op zondag
Hoewel hij nu overdag druk is met restauratieklussen en ook zijn vrije tijd vaak in de molen doorbrengt, typeert Wim van der Wal zich niet als een molenfanaat. „Ik doe het meer om het cultuurhistorische erfgoed mee in stand te houden. De beroepsmolenaars vinden mij ten diepste nog steeds surrogaat.
Hij hoeft er ook niet te wonen. „Het is hier prachtig in de zomer, maar je moet het niet romantiseren. In de vele jaren die hij in Kinderdijk doorbracht, zag Van der Wal het toerisme verder aantrekken. De tot de Gereformeerde Gemeente in Nederland in Alblasserdam behorende molenkenner hoopt dat de stichting Werelderfgoed Kinderdijk zich houdt aan de gekozen uitgangspunten om van de omgeving geen pretpark te maken. Om meer geld in het laatje te krijgen, zijn er plannen voor een zogenaamd Hollandplein met oer-Nederlandse producten en diensten. Daarnaast zou er nog een molen kunnen worden opengesteld.
Vorig jaar laaide de discussie om ook op zondag te malen al hoog op in de plaatselijke pers. Van der Wal denkt dat het meevalt. „We wonen hier in een orthodoxe streek, dat weet men. Van de molenaars zijn er hier maar enkelen die op zondag willen malen. Toch zie je de ontwikkelingen wel doorgaan. Molendag was dit jaar op 10 én op 11 mei. Ik heb daarom dit jaar het affiche ook niet opgehangen. Mocht het zover komen, dan zal ik me tot de laatste draad verzetten tegen het toeristisch malen op zondag.

Explosie
Ed Wensveen kan zich geen ander onderkomen voorstellen. Hij groeide in de molen op. „Op mn 23e heb ik mijn molenaarsdiploma behaald. Ik heb daarvoor een aantal jaren op de grote vaart gezeten. Toen zijn vader naar het dorp ging, kon hij de molen huren. De begin jaren tachtig geheel gerestaureerde boezemmolen heeft een flinke woonkamer. „De meeste molens hebben er nog een gang doorheen lopen, die is hier bij de kamer getrokken. De restauratie was het gevolg van een brand in 1980. Er was nog geen aardgas. Toen er vonken kwamen bij gas dat uit een butagasfles ontsnapte, ontstond een explosie. Ed herinnert het zich als de dag van gisteren. „Het was op een zondag. Mijn vader stond in brand. Hij rende zo de molen uit en dook de boezem in. De molen brandde tot de grond toe af. Het was een droevige periode. Met de hulp van de provincie, de gemeente en een aantal bijeengeharkte subsidies werd de molen in de jaren daarna herbouwd.
Wensveen, in het dagelijkse leven inspecteur bij Lloyds Register Stoomwezen, maalt graag. Hij schat dat hij tussen de 200.000 en de 300.000 omwentelingen per jaar maakt. „Ik vind het leuk om productief te zijn en water te verzetten. Daar zijn ze toch voor gebouwd? Bovendien is het aardig voor de toeristen, die willen een dynamisch beeld zien. Het is bovendien goed voor de molen, rust roest. Hij geniet van het geluid. „Je hoort de tandwielen. Ook Kirsten is er dol op.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 juni 2008

Terdege | 92 Pagina's

De molenaars van het werelderfgoed

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 juni 2008

Terdege | 92 Pagina's