Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het algemene en het bijzondere werk van de Heilige Geest*

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het algemene en het bijzondere werk van de Heilige Geest*

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

GEESTELIJK LEVEN

Orde, geen schema

Wanneer we nadenken over het werk van de Geest, komt daarbij de orde des heils naar voren. Wanneer we spreken over de , , heilsorde", gaat het over het leven van het geloof. Schrikt u niet van het woord , , orde". Daarmee is geen schematische heilsweg bedoeld die in allerlei fasen is onderverdeeld. Het gaat niet om een krampachtig te bewaken volgorde in de tijd: , eerst komt dit en dan komt dat en je mag over het ene niet spreken als je dat andere niet eerst ervaren hebt". Op die wijze is de heilsorde wel dikwijls gehanteerd tot grote schade voor het geestelijk leven. Beginnende gelovigen werden dan in grote verwarring gebracht omdat hun ervaringen niet altijd precies overeen kwamen met het geijkte schema. Toch geldt ook hier dat het misbruik het rechte gebruik niet opheft. Het gaat bij de heilsorde om de innerlijke samenhang tussen de verschillende weldaden van Christus', zoals deze bijvoorbeeld in Romeinen 8 : 29 en 30, de tekst die bekend staat als , , de gulden keten des heils", wordt aangegeven: , Want die Hij tevoren gekend heeft, die heeft Hij ook tevoren verordineerd aan het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te zijn, opdat Hij de Eerstgeborene zij onder vele broederen. En die Hij te voren verordineerd heeft, deze heeft Hij ook geroepen; en die Hij geroepen heeft, deze heeft Hij ook gerechtvaardigd; en die Hij gerechtvaardigd heeft, deze heeft Hij ook verheerlijkt”.

Het gaat dus in de , , orde des heils", om , , verschillende momenten in het werk van de Geest... Het gaat hierbij niet om allerlei stadia die stuk voor stuk doorleefd moeten worden. Niet om een chronologische, maar om een theologische volgorde."2 Daarbij wordt aandacht besteed aan roeping, wedergeboorte, het ware geloof, de bekering, rechtvaardiging, heiliging en de volharding. Het zijn evenzovele facetten aan de diamant van het heil van onze God. We bevinden ons hiermee op het terrein van de pneumatologie, dat wil zeggen de leer aangaande de Persoon en het werk van de Heilige Geest, en meteen ook op het terrein van de soteriologie, de leer aangaande de redding van zondaren. Laten we het maar zó zeggen: we hebben direkt met de kern van het evangelie te maken.

Het eigen werk van de Geest

Uiteraard is de Heilige Geest nimmer los te denken van de Vader en de Zoon. , , Opera ad extra sunt indivisa", zo luidt een oude uitspraak. De naar buiten tredende werken van Vader, Zoon en Heilige Geest zijn ongedeeld. Dat wil zeggen: we mogen hier slechts onderscheiden, nooit scheiden. Toch is het goed bepaalde onderscheidingen te maken en accenten te leggen als het gaat over de specifieke werken van Vader, Zoon en Heilige Geest. Wanneer de Heidelbergse Catechismus in zondag 8 over de drieëenheid Gods spreekt, dan verbindt dit leerboek de Vader in het bijzonder met de schepping, de Zoon in het bijzonder met de verlossing en de Heihge Geest met de heiligmaking. In plaats van , , heingmaking" zouden we ook het woord , , vernieuwing" kunnen gebruiken. Het gaat dan om de vernieuwing, de wedergeboorte van mens en wereld, om herschepping.

Daarmee is dus niet ontkend dat de Geest ook voluit bij de schepping en bij de verlossing betrokken is. Het werk van de Geest is heel breed en veelomvattend. Maar we mogen wel zeggen dat er in dat werk een bijzonder accent ligt op alles wat te maken heeft met de toepassing van het werk van Christus in het hart en leven van een zondaar, zeg maar de toeëigening des heils.

Concentrische cirkels

Laat ik eerst iets mogen zeggen over dat brede en omvattende werken van de Geest. Het is wel genoemd het algemene werk des Geestes dat op heel de schepping en daarbinnen op heel de mensheid gericht is, in onderscheiding van het bijzondere, het particuhere werk van I de Geest dat zich tot de ware gelovigen beperkt. Maar ook dat , , algemene" werk is intussen een heerlijk werk. In de Bijbel zien we de Geest bezig van Genesis 1 tot en met Openbaring 22, dus van de eerste tot en met de laatste bladzijde, van schepping tot herschepping. Het is de Geest die de schepping jaar in ' jaar uit onderhoudt en vernieuwt (Psalm 104 : 30). Hij werkt in de geschiedenis op een ver­ borgen wijze, waarvan soms heel even iets oplicht voor de ogen van de gelovigen. Hij deelt gaven uit, artistieke gaven, bekwaamheden voor het leven op aarde.

We komen al dichter bij Zijn bijzondere werk als we letten op de vele aktiviteiten die de Geest heeft ontplooid ten dienste van het Woord. Het is als met concentrische cirkels die steeds dichter rondom het middelpunt liggen. De Geest heeft profeten en apostelen te spreken gegeven van de grote daden van God, Hij heeft de Schriften geïnspireerd, zodat Gods woorden en daden op betrouwbare wijze geboekstaafd zijn. Hij zorgt voor de bewaring en de verbreiding, voor vertahng en vertolking van het eens gegeven Woord. Hij is de Geest die de gemeente missionair bewust maakt en Hij baant wegen opdat het Woord door de wijde wereld kan gaan. De Heilige Geest is ook heel nauw betrokken geweest bij het werk dat Christus op aarde heeft volbracht. Jezus werd uit de maagd Maria geboren dankzij de overschaduwing van de Geest en bij Zijn doop kwam tot uiting hoezeer de Heiland gesterkt en geleid werd door de Geest om Zijn werk te kunnen doen. Er zou een hele serie artikelen geschreven kunnen worden over het veelkleurige en veelzijdige werken van de Geest.

Het liefste werk van de Geest

Maar we beperken ons nu tot wat ik zou willen noemen , , het liefste werk van de Geest", namelijk om als de Vriend van de Bruidegom de aardse bruid in te winnen voor de schoonheid en de onmisbaarheid van de hemelse Bruidegom en een innige en eeuwige band der liefde tussen die beiden te leggen. Met vreugde is de Geest bezig om zondaars te brengen tot Jezus, hen te verbinden aan Jezus door de tere band van het geloof en de schatten en gaven die Hij put uit Jezus' volheid uit te delen aan de mensen. Over dit hevelingswerk van de Geest schreef dr. O. Noordmans eens treffend: , , De Heilige Geest breekt om zo te zeggen het werk van Jezus Christus in stukken, zoals het avondmaalsbrood voor onze ogen gebroken wordt, en deelt de stukken uit, opdat wij door die spijze gesterkt zouden worden. ”3

Het betreft dus niet het algemene, maar het bijzondere werk van de Geest, dat alleen in de harten en levens van de oprechte gelovigen wordt volbracht. Wie op het erf van de kerk en onder de klanken van het evangelie ongelovig en onbekeerd voortleeft, heeft óók te maken met de Geest. De Geest houdt zich wel degelijk met hem of haar bezig, maar tot op heden bedroeft die mens de Geest, staat de Geest tegen en blust de Geest uit. Er is dus een, wat Calvijn noemde, , , lagere werking des Geestes" die ook door niet oprecht gelovigen wordt gekend. Denk aan momenten van ernst, van ontroering, van spijt, van zelfinkeer, van een zekere blijdschap, die iedere kerkganger wel kent, maar die alleen bij Gods kinderen de nodige diepte van aarde hebben. Het is altijd weer nodig onszelf te onderzoeken of wij wel deel hebben aan het bijzondere, wederbarende en zo zaligmakende werk van de Geest.

Rijke troost

De bezinning op dit bijzondere werk van de Geest wil leiden tot onderwijzing en bemoediging, maar ook een handreiking bieden tot geestelijk zelfonderzoek. Wanneer de wind van de Geest waait in ons leven, dan horen we toch Zijn geluid? En aan de vruchten komt toch de boom openbaar? Nu stel ik echter voorop: at ligt er een rijke troost in de gedachte dat God Zich heel persoonlijk en van heel nabij bezighoudt met onze zaligheid. De Trooster - één van de schoonste namen van de Heilige Geest - is God Zelf. Hij is werkelijk God. Maar dat betekent dan dat de HEERE net zo goed op aarde woont als in de hemel. Hij is niet alleen een God van verre, maar ook een God van nabij. Sinds het grote Pinksterfeest van Hand. 2 geldt het: e HEERE is blijven wonen in de hemel, maar Hij is tegelijkertijd kómen wonen op de aarde. De HEERE is de Hoge en de Verhevene, Die in de eeuwigheid woont, én Hij woont bij dien, die van een verbrijzelde en nederige geest is (vgl. Jesaja 57 : 15). De Geest is uitgestort. Hij is in overvloedige mate beschikbaar voor iedereen die naar Hem en om Hem vraagt en de hemelse Vader zal zeker Zijn Geest niet onthouden aan degenen die Hem daarom bidden.

Beloofde Geest

Wie als kind gedoopt is, heeft trouwens de bezegelde belofte ontvangen dat de Geest met Zijn bijzondere werking in hem of haar wil komen wonen, om, zoals het klassieke Doopformulier van de kerken der Reformatie in Nederland het zegt, , , ons tot lidmaten van Christus te heiligen, om ons toe te eigenen wat wij in Christus hebben, namelijk de afwassing van onze zonden, en de dagelijkse vernieuwing van ons leven, totdat wij uiteindelijk onder de gemeente der uitverkorenen in het eeuwige leven onbevlekt zullen gesteld worden". Dat is dus beloofd en bij God geldt: beloofd is beloofd! In het geloof mag ik weten dat deze belofte aan mij persoonlijk vervuld is.

De Verbindingsman

De Heilige Geest is de grote Verbindingsman, die het kontakt legt tussen Christus en de zondaar. Hij doet de vonk overspringen. Hij zorgt ervoor dat we Christus nodig krijgen en dat wij Christus lief krijgen. Opdat wij de Heiland nodig zullen krijgen, ontdekt de Geest ons aan onze verlorenheid en schuld voor God. Hij bepaalt ons erbij dat wij strafwaardig en verdoemelijk zijn voor God en dat wij geen stuiver in huis hebben om de ontzaglijke schuld af te lossen. En zo vat Hij ons dan bij de hand en leidt Hij ons tot Christus, opdat wij Hem met ons hele hart aannemen als onze Heere en Heiland. Dat betekent dan ook dat wij de Heiland hartelijk lief krijgen. We verliezen ons hart aan Jezus en wij voelen ons onuitsprekelijk rijk in Jezus. Als een echte liefhebbende bruid gaat het ons dan niet in de i eerste plaats om het bruiloftsfeest, om heti bruidsboeket of het bruidstoilet, maar om de Bruidegom Zelf. Zo krijgen we door het geloof eerst deel aan de Persoon en in die weg • dan ook aan de weldaden, de gaven van Christus.

God heel nabij

„In Zijn Geest nadert God ons het meest"'' God is als Heilige Geest vlak bij ons. Nabij degenen die Hem aanroepen, te vinden voor allen die Hem ernstig zoeken. Denk u dat eens in: anneer er oprecht geloof in ons is gewerkt, dan woont God Zelf in ons hart! En dan blijft Hij daar ook wonen. Christus heeft daarvan gezegd: , En Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven, opdat Hij bij u blijve in der eeuwigheid" (Joh. 14 : 16). Deze Paracleet, de Er - bij - geroepene, de Advocaat en Bijstand van de strijdende Kerk op aarde, is niet iemand die zomaar eens even langs komt en dan weer vertrekt. Neen, Hij is blijvend de grote Steun in de rug voor de gemeente van Christus. Bij Zijn bijzondere werk? behoort ook zeker dat Hij het goede werk van' God in ons voleindigt. Dat Hij de volharding der heiligen verzekert. Van de gegeven Geest geldt: , , eens gegeven, blijft gegeven". De Geest is immers de eerstelingsgave en het onderpand van de volkomen verlossing. Zo zeker als we door het ontvangen van de Geest in Zijn bijzondere werking nu al in beginsel zahg zijn, zo zeker zullen we eenmaal volkomen zalig zijn. Wanneer we dat in geloof beamen, weten we ons verzegeld met de HeiHge Geest. We dragen de trouwring van Christus als blijk en bewijs daarvan dat het vuur van Jezus' hefde niet te blussen is.

De toepassing als goddelijk werk

De Trooster is God Zelf. En met minder kunnen wij niet toe, ook niet voor de toepassing, de toeëigening van het heil. God moest er aan te pas komen om het heil te verwerven. Dat grote werk is volbracht. Dat heeft God de Zoon gedaan! Maar nu is ook weer God Zelf nodig om het heil toe te passen, om de zaligheid thuis te brengen, om de Christus te verenigen met de gelovige en de gelovige met Christus. Er moet een groot wonder aan mij gebeuren om dat harde hart te verbreken, om die taaie wil te buigen, om dat dode ik geestelijk levend te maken door de wedergeboorte, om dat hoogmoedige ik te doen buigen in het stof van de verootmoediging. Het geloof belijdt: , , HEERE, dat kunt U alleen maar doen, dat grote werk is alleen bij U in goede handen." Maar nu neemt God dat ook Zelf ter handen! Er is dus inderdaad goddelijke kracht voorradig en beschikbaar. God wil er Zelf aan te pas komen. God voor de derde keer: na schepping en verzoening nu ook nog eens in de vernieuwing. En dat laatste is het liefste werk van de Geest.

Veenendaal,

Dr. J. Hoek.

* Lezing voor de rubriek „Theologische Verkenningen" van de E.O., 7 januari 1994.

1 Dr..J. van Genderen en dr. W. H. Velema, Beknopte Gereformeerde Dogmatiek, Kampen 1992, 525.

2 Drs. R. van Kooten, Aan Zijn voeten-onderwijs en verdieping in de geloofsleer. Leiden 1993, 206.

3 Dr. O. Noordmans, Verzamelde werken, 2, Kampen 1979, 536.

4 Ds. G. H. Abma, Kennen en vertrouwen-Handreiking bij de prediking van de Heidelbergse Catechismus, Zoetermeer 1993, 181.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 mei 1994

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Het algemene en het bijzondere werk van de Heilige Geest*

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 mei 1994

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's