Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE TELEVISIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE TELEVISIE

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

4

Een gevaarlijke mede-opvoeder.

Mede-opvoeders in een gezin moeten in den regel geweerd worden. De opvoeding van het gezin is naar Gods Woord toebetrouwd aan de ouders, en alleen abnormale omstandigheden kunnen dit anders maken. De regel is, dat vader en moeder hun kinderen behoren op te voeden. Iemand van buiten het gezin, al is het een grootvader of grootmoeder, een oom of tante, moet zich niet inlaten met deze aangelegenheid, die de ouders aangaat. Gebeurt dit wel, dan gaat het bijna altijd mis. Ieder weet daar wel voorbeelden van in eigen omgeving. Daarmee is niet ontkend, dat anderen buiten het gezin wel in de opvoeding van de kinderen betrokken zijn. De onderwijzer op school b.v. Echter doet dit niets af aan het beginsel, dat de ouders de opvoeders van hun kinderen zijn. U moet er maar eens op letten, dat in de derde

vraag bij de Doop gesproken wordt over onderwijzen of doen onderwijzen. De vraag naar het „helpen onderwijzen” ziet op de getuigen, waarop terecht aanmerking is gemaakt als een rooms overblijfsel. Maar juist in het doen onderwijzen wordt het beginsel duidelijk onderstreept dat de opvoeding de zaak van de ouders is. En het welzijn van onze gezinnen hangt af van het betrachten van dit beginsel. De Heere alleen kan harten bekeren en de zegen geven, maar ongelukkig het gezin, waar niet de ouders maar anderen leiding in de opvoeding geven.

En nu worden de gezinnen door nog

andere mede-opvoeders bedreigd. Zij zijn terecht wel genoemd verborgen mede-opvoeders. Zo op het eerste gezicht heb je er geen erg in, dat ze het zijn. Maar uiteindelijk zijn ze gevaarlijker dan zij, die we direkt als zo’n mede-opvoeder kunnen zien. Ik denk hierbij aan al de middelen, die de wereld van buiten binnen in de huiskamer brengen van het gezin. Van die middelen moeten we ons zeer ernstig afvragen of ze niet langzamerhand een groter of kleiner gedeelte van de opvoeding overnemen. Dan zijn ze dus mede-opvoeders geworden. En juist met name is de televisie zo’n gevaarlijke mede-opvoeder dat daarvan maar één ding gezegd kan worden: ouders, houdt de televisie buiten uw huiskamer.

’t Is niet voor niets, dat we ook in dit opzicht eens over de t.v. willen schrijven. Door sommigen wordt hoog opgegeven van de waarde van dit apparaat voor de opvoeding. Daarom zeggen sommige ouders, dat zij de kijkkast genomen hebben terwille van de opvoeding van hun kinderen.

Middel bij uitnemendheid voor de opvoeding is de televisie, beweert men. Trouwens: is het niet waar? Kennis wordt op een gemakkelijke wijze verkregen van gebeurtenissen en dingen, die anders niet of maar zelden gezien worden. Het wereldnieuws komt aanschouwelijk voor het kijkglas. Landschappen, gebergten, meren enz. in landen ver van ons af geven een indruk van de natuur. Dierenfilmen verhogen de kennis van de levende natuur. Voorlichting op allerlei gebied wordt gegeven zelfs wat betreft het sexuele leven, en dat op deskundige wijze. Reportages over het leed van andere volken prikkelen tot naastenliefde. Allerlei uitingen van het kulturele leven van verleden en heden komen op het scherm. De blik wordt door de t.v. verruimd en op allerlei manier wordt wetenschap opgedaan!

We hebben zo één en ander genoemd, dat wordt aangevoerd door degenen, die zoveel in de opvoedkundige waarde van de televisie zien. Nu willen we ditmaal niet ingaan op de vraag, in hoeverre of werkelijk deze overwegingen gemeend zijn of niet. In voorgaande artikelen hebben we duidelijk geopenbaard, dat voor ons gevoel het grote publiek uit geheel andere overwegingen naar het scherm zitten uit te kijken. Echter verhindert ons dit niet om toch eens nader in te gaan op deze dingen.

In het algemeen gesproken sla ik de opvoedkundige waarde van de televisie niet zo hoog aan als velen wel doen.

In de eerste plaats zit altijd in het beeld op het scherm een stuk onwerkelijkheid. Er vindt geen werkelijke ontmoeting plaats met de mensen en dingen, die vertoond worden. Die onwerkelijkheid dreigt trouwens nog in een ander opzicht, b.v. in het weergeven van bepaalde gebeurtenissen. Vergeet niet dat degenen, die iets weet moeten geven, niet geheel de gebeurtenis in beeld brengen. Alleen bepaalde momenten eruit. Openlijk wordt het toegegeven dat dan de meest tot de sensatie van het publiek sprekende ogenblikken voorrang hebben. De vertekening, die daardoor ontstaat, laat zich denken.

In de tweede plaats gaat alles wat te zien wordt gegeven vluchtig en flitsende aan de kijkers voorbij. Het geheel werkt zo maar zeer oppervlakkig in op de toeschouwers. Precies passende bij de grote massa, die steeds meer het kenmerk gaat dragen van oppervlakkigheid in het kennen en beleven van de dingen. De inspanning, die toch onmisbaar is om zich werkelijk iets eigen te maken, kan gemist worden.

Deze bezwaren gelden in versterkte mate voor het kind. Het kind is nog niet rijp voor het verwerken van wat het scherm biedt. En heeft de opvoeding geen rekening te houden met het rijpingsproces, dat nu eenmaal ieder kind naar karakter en aanleg meemaakt? Wat gebeurt er nu? Het kind gaat allerlei dingen aannemen, die het niet eens verwerkt heeft. De gevolgen blijven niet uit. Een versneld rijpingsproces. Wat dat in sexueel opzicht betekent bij de huidige voorlichting doet alleen maar vrezen. Daarbij een dwang van het televisiescherm, die de opvoeding van de ouders ondermijnt. En de huiselijkheid, die door dit toestel bevorderd zou worden, wordt er in tegendeel door verbroken.

Is het nodig, dat we verder laten zien, hoe gevaarlijk deze verborgen mede-opvoeder is in het gezin? De dwang van de t.v. neemt de opvoeding uit handen van hen, aan wie deze gegeven en geboden is. En des te meer moet dit spreken in de gezinnen, die opgroeien op het erf van Gods kerk.

Moeten dan onze kinderen niet mee kunnen praten over wat er zoal weer voor het televisie-scherm te zien was? Laten we maar eerlijk zijn: wat speelt die vraag vaak een grote rol bij deze dingen. Velen zijn bang, dat hun kinderen voor minderwaardig worden aangezien.

Vast staat: zij moeten door dit aardse leven heen. Er ligt zelfs een ernstige roeping om hen op te voeden naar de gaven, die zij hebben en hen te leren woekeren met de talenten, die zij ontvangen hebben. Echter nu de klemmende vraag: stel nu eens, dat het een verlies zou zijn naar de maatstaf der wereld, dat in uw gezin zo’n toestel niet staat - ik ben er niet van overtuigd, dat het iets aan kennis tekort zou doen - wat is dan beter: dat verlies, of de winst in het verre blijven van de verleiding der zonde? Ik meen dat het antwoord op die vraag niet moeilijk is.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 september 1967

Bewaar het pand | 4 Pagina's

DE TELEVISIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 september 1967

Bewaar het pand | 4 Pagina's