VRAGEN' OVER DOGMATIEK

15. Hoe worden de engelen wegep, s de val onderscheiden?

In goede en kwade enigelen, welwe laatste van God zijn afgevallen, Jud. vs. 6.

16. ; Welk!e onderscheidingen kent ge ten opzichte van i de goede engelen, ?

De H. Schrift spreekt van aartsengelen, dat 'zijn zeer hooggeplaatste engelen, zo^ als Michael. Jud. vs. % 1 Thess. 4^16. Openb. 12:7; Dan. 10:13; 12:1. Ook Gal* briel was zo een hoogtgeplaatste engel. Dan. 8:1S„ 16, 9:21; Luk. 1:19; 1:26, v.y.

Dan is er verder sprake van cherubijnen en serafijnen, waarvan de cherubAjnen ds de bewakers van het recht Gods in de Schrift voorkomen. Gen. 3:24, als bewa* kers van de heilige wet boven het ver^ zoendeksel in het heiligdom tot op het volbrachte werk van Christus, Hebr. 91:5, 15. De serafijnen komen allen voor in Jes. 6:2. v.v. In onderscheiding naet de cherubijnen, die de wet symboUseren, doen Ide serafijnen dit ide genade, huni werk is heiligend. Voorts spreekt _ de Schrift van overheden en machten in de hemel, Efeze 5:10, van tronen, heerschap* pijen, overheden en machten, CoU. 1:16, Ook worden ze genoemd morgensterren, wachters, heiligen, heirscharen, mahanaiin Ziebaoth, wagenen, sterke helden, waaruit dus blijkt dat onder hen _ verschillenlde graden van heerlijkheid zijn.

17. Waarin bestaat de dienst van de goe* de engelen?

1. Ze dienen, loven en danken God al< * door, Jes. 6:2 v.vj; Dan. 7:10; Luk., ? :13„ 14; Openb. 7:11.

2. Ze dienen de Heere Jezus, Luk. 1:35; 2:9^14; Matth. 4:11; Luk. 22:43; in 'de staat Zijner verniedering, en Matth. 28:2; Hand. 1:10 en Ps. 47, in de staat Zijner verhoging op aarde, en in de hemel aan* bidden ze Hem op de troon, Openb'. 5: 11, en in de dag des oordefels zullen ze Hem vergezellen, Matth. 24:31; Jud. vs. 14. 3. Ze dienen de uitverkorenen, ten op; * zichte van hun tijdelijk, geestelijk en eeu.* wig leven'; ze verheugen zich in de b'eke=» ring van een zondaar. Luk'. 15:1Q; ze hou* iden 'de wacht over de gielovigien, Ps. 34:8i; ze bescherm'en de kleinen, Matth. 18:10; ze vertroosten Gods volk, Hianid. 27:23, 24; ze laten zich ook' leeren door de gemeente, Ef. 3.:10.

4. Ze strijden tegen en beteugelen de kwa^ de lengelen 'en hun trawanten de wereld m-et haar overheden 'en dienaren, en voes» ren de oordelen Gods er over uit. Gen. 19. Exod. 12fi3; Jes. 37:36; Openb. 12:7 v.v.

18. Zijn ze ook thans nog werkzaam tot bewaring en verlossing van de Kerk Gods en van de uitverkorenen?

Ja, doch niet meer in zichtbare gadaane» ten verschijnend.

19. Zijn er ook aparte beschermengelen? Neen, nergens spreekt het Woord, dat elk heilige eten bepaalde engel gedurig tot zijn dienst zou hebbien.

Ds. AANGEENBRUG weer ongesteld. Ds. Aangeenbrug heeft weer een hart*aahs! val gehad, 'en moet volslagen rust houden. De Heere gedenke hem met de zijnen in deze weg van beproeving, en richte onze ambtsbroeder nog weer op.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen