Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Algerabrug der zuchten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Algerabrug der zuchten

Brug verloste 40 jaar geleden Krimpenerwaard uit zijn isolement

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

22 oktober 1958. Oud-minister van verkeer en waterstaat mr. J. Algera wandelt over de gloednieuwe brug tussen Krimpen en Capelle aan den IJssel. „Door deze vaste oeververbinding is de Krimpenerwaard uit zijn isolement verlost", sprak even later ir. H.B.J. Witte, de tijdelijke minister van verkeer en waterstaat. Het eerste belangwekkende Deltawerk was een feit. Nu, na 40 jaar, is de vaste oeververbinding niet meer weg te denken.

De inwoners van de Krimpenerwaard hadden reikhalzend uitgezien naar deze nieuwe vaste oeververbinding. „De brug moest er komen in het belang van de toekomst", zo zei men in Krimpen. Vlak naast de nieuwe brug verrees de stormstuw, die het achterland tegen een vloedgolf, zoals die van februari 1953, moest beschermen. De nieuwe brug over de Hoilandsche IJssel werd vernoemd naar de voormalige minister Algera, vanwege zijn baanbrekend werk voor de beveiliging van ons land tegen nog eens zo'n overstroming als in 1953. Algera was de belichaming van een belangwekkend Deltawerken-project. De brug kent een buitengewoon lange ontstaansgeschiedenis. Het veer van Van der Ruit, de veerpont over de Hoilandsche IJssel tussen Krimpen en Capelle, vormde sinds eeuwen de ontsluiting van de Krimpenerwaard. De toenmalige burgemeester van Krimpen aan den IJssel, J. Aalbers, noemde dat „een achterlijke toestand die dringend verbetering behoefde". In 1929 ontbood de burgemeester in het gemeentehuis van Krimpen aan den IJssel zijn collega's van Krimpen aan de Lek, Lekkerkerk en Ouderkerk aan den IJssel. Hij sprak de historische woorden: „Het wordt wel eens tijd dat de Krimpenerwaard wordt ontsloten." Er werd een Commissie voor Weg en Brug opgericht, die met het ministerie ging onderhandelen over een zaak die men van levensbelang achtte. Ook toen al speelde de vraag 22 oktober 1958. Oud-minister van verkeer en waterstaat mr. J. Algera wandelt over de gloednieuwe brug tussen Krimpen en Capelle aan den IJssel. „Door deze vaste oeververbinding is de Krimpenerwaard uit zijn isolement verlost", sprak even later ir. H.B.J. Witte, de tijdelijke minister van verkeer en waterstaat. Het eerste belangwekkende Deltawerk was een feit. Nu, na 40 jaar, is de vaste oeververbinding niet meer weg te denken. wie dat allemaal moest gaan betalen. Werd het een rijksbrug of een provinciale brug? Uiteindelijk werd het een provinciale brug. De weg door de Krimpenerwaard zou als werkverschaffingsproject worden aangelegd. Een dag voordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, zou de bouw van de brug beginnen. De materialen lagen reeds in Krimpen opgeslagen. De oorlog verstoorde echter de start van de bouw. Het materiaal dat in Krimpen voor de nieuwe brug gereed lag, werd gebruikt om elders in het land vernielde bruggen te herstellen. Krimpen kreeg geen nieuwe brug. Als gevolg van de watersnoodramp in 1953 werd de aanleg van de brug weer actueel. In het kader van de bescherming tegen een vloedgolf ontstond het project Deltawerken. Dat leidde ertoe dat naast de brug ook een stormstuw moest worden aangelegd. In 1954 arriveerde de eerste baggermolen in de IJssel om de plaats vrij te maken voor de betonnen brugpijlers en de torenhuizen voor de stuw. Op 22 oktober 1958 werd de brug met een feestweek geopend. De veerdienst was ten einde. Nog eenmaal vond er een overzet plaats. De veerpont behoorde tot de historie. De pont van Van der Ruit, het drukste veer van ons land, dat 1200 auto's per dag overzette, ging op stal. De Waard was uit zijn isolement verlost.

Isolement
„Toch was dat niet alles", zegt de nu 78-jarige mevrouw M. de Haij-de Visser, ereburger van Krimpen aan den IJssel. Jarenlang was ze ambtenaar van de burgerlijke stand en verslaggeefster voor De Rotterdammer, later voor Trouw en De Havenloods. Ze schreef veel over de historie van Krimpen. „Tot 1958 leefden we hier in een isolement", zegt ze. „Daarna dachten de Krimpenaren dat ze daarvan verlost waren. Maar bij de veerpont vonden heel veel sociale contacten plaats. Je moest daar vaak een uur wachten voor de overzet, zo druk was het soms. Die gezelligheid verdween met de komst van de brug. Jongens konden niet meer van de klep van de pont afspringen. Er was ook niemand meer die hard aan kwam fietsen om de pont nog te halen, zijn fiets op de klep gooide, maar zelfde sprong niet meer kon maken. Zijn fiets haalde de overkant, hijzelf bleef een pontje wachten." „Niemand wist wat de brug zou brengen", zegt ze. „Voor Rotterdam ging de polder open en voor ons ging de stad open. Vandaar dat het thema van de feestweek ter gelegenheid van de opening van de brug luidde: "Wat verwacht u van de brug?" Mijn man hield toen ook een toespraak, namens de christelijke vakbeweging, over "Eén weg van en naar en tot elkander". „Het gekke was", zegt mevrouw De Haij, „dat de arbeidsvoorwaarden aan de stadse kant in een hogere klasse zaten dan in de Waard. Dat moest natuurlijk gelijkgetrokken worden, wat ook is gebeurd." Behoudende kringen in Krimpen aan den IJssel zagen in de ontsluiting echter ook een gevaar. Velen namen met weemoed afscheid van de veerpont. Zij die kerkten bij ds. Vlot in Capelle aan den IJssel roeiden elke zondag twee keer heen en weer de Hollandsche IJssel over, omdat ze uit oogpunt van de zondagsheiliging geen gebruik maakten van het betaalde pontveer.

Files
Door de week betekende de overtocht met het pontveer voor vele Krimpenaren een uurtje zuchten. De eerste jaren na de nieuwe brug behoorde dat tot het verleden, maar de brug zou dat beeld na bijna twintig jaar weer opnieuw oproepen. Krimpen was in twintig jaar tijd gegroeid van 10.000 naar ruim 27.000 inwoners. Een deel daarvan moest dagelijks over de brug. „Door de lange files kreeg de Algerabrug de bijnaam "brug der zuchten"", zegt mevrouw De Haij. Dat schreef ze in 1977 in een brochure ter gelegenheid van het 700-jarig bestaan van Krimpen aan den IJssel. „De lange files, vooral in de spitsuren, doen menigeen uit ongeduld zuchten. Iedereen heeft haast en wil op tijd op zijn werk en weer op tijd thuis zijn. Oponthoud is moeilijk te accepteren. De bejubelde brug bleek te smal", aldus mevrouw De Haij. Er zou een tweede oeververbinding moeten komen, liefst nog een tunnel, maar daar was men in Capelle aan den IJssel weer niet zo gelukkig mee. In 1988 werd de brug verbreed. Maar nog altijd is het eerste Deltawerk tijdens de spits een flessehals, al doet de gemeente Krimpen aan van alles aan om de doorstroming op de aan- en afvoerwegen van en naar de brug te bevorderen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 11 november 1998

Terdege | 88 Pagina's

Algerabrug der zuchten

Bekijk de hele uitgave van woensdag 11 november 1998

Terdege | 88 Pagina's